Deze maal werd ik getroffen door het groot verschil van kwaliteit tussen hanen en hennen. Bij de mannelijke dieren kon men een resem zware fouten noteren: scheef borstbeen, scheve staart, de rug helemaal koper getint of helemaal donker bruin, bek vol plakken en niet recht, enz.…
De kippen waren niet alleen talrijker maar ook kwalitatief homogener en beter. Een oud zeer bij de koperzwarte Marans is de kleur van het oog. Die was doorgaans van het goede oranje type: een voorbeeld daarvan was het hok 1030. De kammen waren ook zeer bevredigend en over het algemeen was het volume van de dieren uitstekend. Ik was wel verwonderd over de 93/100 dat de kip in hok 1002 kreeg: in zithouding zag men reeds dat het dier witte plakken in de vleugels had, kwaal die gewoonlijk maar optreed het tweede jaar en het dier van reproductie uitsluit. Maar nog eens, de hennen waren aangenaam om te bekijken.
|