Voorkomen
De plant groeit uitgebreid op ruderaal terreinen: langs wegbermen, langs sloten, in parken, op stortplaatsen en afvalterreinen, langs dijken en bosranden.
De witte dovenetel groeit op een vochtige, voedselrijke bodem. Het verspreidingsgebied beslaat Europa en gematigd Azië. In Noord-Amerika is de soort geïntroduceerd.
Ecologische betekenis
De bloem is rijk aan nectar en dus aantrekkelijk voor bijen en hommels. De plant is de waardplant voor de rupsen van zwartgevlekte herfstuil (Agrochola litura), grote beer (Arctia caja), koperuil (Diachrysia chrysitis), sigma-uil (Eugraphe sigma), agaatvlinder (Phlogophora meticulosa) en glidkruidmot (Prochoreutis myllerana). Gebruik De jonge scheuten kunnen in soepen en salades worden verwerkt. Verder kan men deze samen met andere groenten als spinazie eten.
De thee wordt aanbevolen bij nierklachten (iets dat niet geldt voor de gele dovenetel).
|