In hetzelfde boekje,op dezelfde pagina 30:
Haar groene kleed is overdadig, ook in de plooien ervan. Het
valt aan alle kanten om haar heen, want zij zit op de grond, tegen een kastje.
Ze draagt een heel lichte witte sluier. In haar handen houdt ze een boek, een
getijdenboek, denk ik.
Haar hoofd buigt zij iets naar voren en naar rechts, want
zij leest de tekst op de linkerbladzijde onderaan. Die getijden moet ze kennen,
maar haar gezicht heeft de blankheid van de eerste lezing. Ze lijkt
nieuwsgierig naar het vervolg van het vertrouwde. Elke tekst van waarde blijft
nieuw. Een doekje beschermt het boek als de sluier haar hoofd. Boek en hoofd
gaan op elkaar lijken; ze geven elkaar en nemen van elkaar. Zij is de mooiste
lezer die ik ken. Naast haar op de grond staat de balsemfles. Zij is Maria
Magdalena, geschilderd door Rogier van der Weyden. Ze zit daar al bijna zes
eeuwen. Het is een dag. Zo mooi is lezen.
|