Joseph reed terug naar huis van een van zijn zakenreisjes in Noord Arizona en zag een oude Navajo indiaan langs de kant van de weg lopen. Daar de trip lang en saai was, stopte hij de auto en vroeg aan de oude Navajo indiaan of hij een lift wou. Met een stille hoofdknik stapte de oude man in de auto. Verdergaand met de trip probeerde hij om een gesprek op gang te brengen. De oude man zat stil en zei niets, maar keek met intense aandacht naar ieder detail in de auto, totdat zijn aandacht getrokken werd door een bruin papieren zak op de zitting naast Joseph. "Wat zit er in die zak?" Vroeg de oude man. Joseph keek naar de bruine zak en zei: "Het is een fles wijn die ik gekregen heb voor mijn vrouw." De Navajo indiaan was even stil. Toen sprekend met stille wijsheid, zei hij: "Goeie ruil ..."
|