xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Er verschijnt een man bij Petrus aan de hemelpoort. Petrus vraagt hem of hij in zijn aards bestaan ooit iets zinnigs heeft gedaan dat hem het recht zou geven om in de hemel te komen. "Wel, ik kan me wel een voorval herinneren," zegt de man. "Ik was op weg naar de zwarte bergen in Zuid Dakota toen ik in reed op een bende Hells Angels die een jonge vrouw ernstig lastig vielen. Ik riep dat ze de vrouw met rust moesten laten maar ze gingen gewoon door. Dus ben ik op de grootste en meest getatoeëerde Angel afgestapt, heb hem een slag voor z'n kop verkocht, hem over z'n motor heen geschopt en z'n neusring van z'n neus getrokken en weggesmeten. Toen schreeuwde ik tegen de rest: Opgesodemieterd nu of ik pak jullie allemaal zo aan." Petrus was zeer onder de indruk: "Wanneer was dat?" "Nou, een paar minuten geleden...
|