De Tora wijst
alle werkzaamheden die aan het Misjkan gedaan moeten worden, toe aan de
zonen van Gersjon, Kehat en Merari, van de stam Levi. Een volkstelling onthult
dat er 8.000 mannen geschikt zijn voor dat werk. Allen die ritueel onrein zijn,
worden het kamp uit gestuurd. Wanneer iemand bekent dat hij onrechtmatig het
eigendom van zijn naaste heeft afgenomen, nadat hij voor het beit din
het tegendeel gezworen heeft, dan moet hij als boete een extra vijfde deel van
de basisprijs vergoeden en een schuldoffer brengen. Wanneer de eiser reeds
overleden is zonder erfgenamen, wordt de betaling aan een kohen gedaan.
Onder bepaalde omstandigheden kan een echtgenoot, die zijn vrouw ervan
verdenkt dat zij hem ontrouw is geweest, haar naar de Tempel brengen, waar een kohen
een drankje voor haar bereid, bestaande uit water, vermengd met stof van de
Tempel-vloer en speciale inkt die gebruikt is om de naam van Hasjem op een stuk
perkament te schrijven. Wanneer zij onschuldig is, zal de drank haar geen
schade berokkenen, maar haar juist zegenen met kinderen. Wanneer zij wel
schuldig is, zal zij een onnatuurlijke dood sterven. Een nazier is
iemand die zweert dat hij zichzelf voor een bepaalde periode aan Hasjem wijdt.
Hij mag geen druiven eten en niets gebruiken wat daarvan gemaakt is; hij moet
zijn haar laten groeien en moet ieder contact met de doden vermijden. Aan het
eind van zijn periode scheert hij zijn
hoofd kaal en brengt speciale offers. De kohaniem worden geboden
het volk te zegenen. Het Misjkan wordt afgebouwd en op de eerste dag van
de maand Nissan van het tweede jaar na de Uittocht uit Egypte ingewijd.
De vorsten van iedere stam doen een gemeenschappelijke gift om het Misjkan
te helpen vervoeren. Bovendien geven zij ieder een persoonlijke, zij het voor
ieder een gelijke gift, bestaande uit goud, zilver, dier- en meeloffers.
©1998 Ohr Somayach International - All rights
reserved.
Haftara parasjat Naso (Sjoftiem [Richteren] 13:2-25)
Het verhaal van de Haftara van de week
De achtergrond van de Haftara is dat de Israëlieten voortgingen met te
doen wat slecht is in de ogen van Hasjem, zodat Hasjem hen gedurende veertig
jaar had overgeleverd in de handen van de Filistijnen. De vrouw van Manoach
komt op een zekere dag thuis van het veld en vertelt haar man dat een man van
G-d aan haar verschenen is. Ze zegt: Hij leek op een engel en hij zei dat we
een baby, een jongentje zullen krijgen en dat die vanaf de geboorte een nazier
zal zijn. De engel verschijnt nogmaals aan de vrouw, als zij in het veld is.
Zij haalt haar echtgenoot en neemt hem mee naar het veld. Manoach wil zelf
horen wat de engel tegen zijn vrouw zegt. De engel zegt: Doe precies wat ik
tegen je vrouw gezegd heb. Niets wat er van de wijnstok komt, mag ze nuttigen,
wijn en sterke drank mag ze niet drinken en niets wat onrein is mag ze eten.
Dan neemt Manoach een geitebokje en een meeloffer en laat dat op een rots in
vlammen opgaan voor Hasjem. En op het moment dat de vlam van het altaar
opstijgt naar de hemel, stijgt ook engel op naar de hemel in de altaar-vlam.
Zij zijn allebei bang dat ze nu zullen sterven omdat zij rechtstreeks met een
engel te maken hebben gehad, maar zijn vrouw verzekert Manoach dat Hasjem hen
niet zover gebracht heeft om hen te doden. De zegen van de engel komt uit, en
zij bevalt van Sjimsjon.
Het verband met de parasja van de week
Sjimsjon was een nazier, en de
parasja van deze week behandelt de wetten voor de nazier. Een nazier
is iemand die heel erg vroom wil zijn en zich wil wijden aan Hasjem gedurende
een bepaalde tijd.
Sjimsjons naziroet
verschilde echter in een aantal opzichten van een gewoon naziroet. Ten
eerste was Sjimsjon een nazier
vanaf het moment van de bevruchting [zijn moeder mocht al geen producten van de
wijnstok eten of wijn drinken noch iets onreins eten], terwijl normaliter
iemand pas vanaf zijn geboorte een nazier kan zijn.
Verder zweert iemand zelf dat hij een nazier
wil zijn of een vader zweert dat zijn zoon een nazier zal zijn. Sjimsjon
werd door Hasjem als nazier aangewezen.
Ten derde mag iemand die voor zijn hele
leven nazier is, af en toe zijn haar knippen, als hem dat gaat hinderen.
Dat was Sjimsjon verboden.
Ten slotte mag een normale nazier
zich niet aan een lijk verontreinigen. Dat mocht Sjimsjon wel, om wraak te
kunnen nemen op de Filistijnen.
|