Foto
Over mijzelf
Ik ben Dawied
Ik ben een man en woon in Amsterdam (Rivierenbuurt) en mijn beroep is leidinggevende.
Ik ben geboren op 26/01/1958 en ben nu dus 67 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: natuur; lezen; wetenschap en vrijwilligerswerk.
Ik werk voor de overheid. Daarnaast doe ik divers vrijwilligerswerk zoals netwerkcoördinator, sociaal werker en voor dierentuin Natura Artis Magistra. Naast mijn woonhuis heb ik een huisje bij rivier de Amstel met een mooie tuin.
Joods
  • Joods leven
  • Chabad
  • NIHS
  • NIK
  • Crescas
  • Dierentuin
  • Natura Artis Magistra
  • Dierentuinen Nederland
  • ZOOSITE
  • NVD
  • EAZA
  • WAZA
  • Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Tevreden
    Ik ben tevreden met mijn leven. Ik geniet van tuinieren en van de soortenrijkdom en kleurenpracht in de natuur. Iedere bezoeker wens ik een gezonde en mooie zomer.
    02-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Parasjat Sjelach Lecha

    Overzicht Sjelach Lecha (Bamidbar 13:1–15:41)

    O

    p aandringen van de Israëlieten, en met instemming van Hasjem, zendt Mosjé twaalf verkenners uit, één van iedere stam, om Kenaän te onderzoeken. Daar hij moeilijkheden verwacht, verandert Mosjé de naam van Hosjea in Jehosjoea, waarbij hij uitdrukking geeft aan een gebed dat Hasjem hem deze missie niet zal laten mislukken. Zij komen 40 dagen later terug, grote vruchten met zich mee dragend. Wanneer tien van de twaalf verkenners verklaren dat het volk van het land Kenaän net zo groot is als het fruit, worden de mensen ontmoedigd. Calev en Jehosjoea, de enige twee verkenners die nog steeds een invasie voorstaan, proberen de geest van de mensen te versterken. Het volk besluit echter, dat het Land de mogelijke risico's niet waard is, en zij eisen zelfs om terug te keren naar Egypte! De hartstoch­telijke gebeden van Mosjé sparen het volk van een uitroeiing door G-ds hand, maar Hasjem deelt hun mee dat het volk 40 jaar in de woestijn moet blijven, totdat al de mannen die gehuild hebben om de valse verkla­ringen van de verkenners, zijn overleden. Een berouwvol groepje begint een plotselinge inval in het Land, gebaseerd op de oorspronkelijke opdracht van Hasjem. Mosjé waarschuwt hen niet door te zetten, maar zij negeren zijn waarschuwingen en worden afgeslacht door de Amalekieten and Kenaänieten. Hasjem geeft Mosjé instructies betreffende de offers die gebracht zullen moeten worden wanneer de Israëlieten ten slotte het Land Israël zullen binnentrekken. Zij moeten challa van hun deeg afzonderen, een gift voor de koha­niem.  De wetten voor een offer na een onopzettelijke zonde worden uitgelegd, zowel voor een individu als voor een groep. Echter als iemand godslasteringen uitslaat, en daar geen berouw over heeft, dan zal hij geestelijk worden afgesneden van zijn volk. Er wordt een man gevonden die, in overtreding van de Sjabbat-wetten, op openbaar terrein hout sprokkelt. Hij wordt ter dood gebracht. De voor­schriften voor tsietsiet worden geleerd.  Wij zeggen de afdeling van de tsietsiet twee maal per dag ter herin­nering aan de uittocht uit Egypte.

    Door Ohr Somayach in Jeruzalem, Israël

    ©1998 Ohr Somayach International - Alle rechten voorbehouden

    De Haftara voor Parasjat Sjelach Lecha

    (Jehosjoea 2:1-24)

    Korte inhoud: Jehosjoea, de opvolger van Mosjé, zendt twee verspieders naar Jericho om de stad te verkennen. De spionnen komen bij de herberg van de prostitué Rechav, waar zij blijven. De koning van Jericho hoort over de spionnen en eist van Rechav dat zij hen uitlevert. Zij antwoordt dat zij al weg­ge­gaan zijn, maar zij heeft hen in werkelijkheid verborgen op haar dak onder wat vlas. De mannen van de koning zoeken de hele Jordaanvallei af naar de twee spionnen. Rechav vraagt de twee spionnen om in ruil voor haar hulp, haar leven en dat van haar familie te sparen. De mannen belo­ven dat. Rechavs huis was in de stadsmuur en zij laat de mannen langs een touw uit het raam in de muur vluchten. De mannen verzekeren haar dat zij een rode draad uit dat zelfde raam moet hangen, waaruit zij gevlucht zijn, als herkenningsteken en dat heel haar familie in dat huis zijn toevlucht moet zoeken. Dan zullen zij gespaard worden. De spionnen verlaten Jericho en verbergen zich in de bergen, totdat het veilig is om terug te keren naar het Israëlische kamp. Zij vertellen Jehosjoea: „Hasjem heeft ons het hele land in handen gegeven” en dat de inwoners van het land angstig de komst van de Israëlieten afwachten.

    Het verband met de parasja

    In de parasja zegt Hasjem tegen Mosjé dat hij er verspieders op uit moet sturen om het land Kenaän te verkennen. In de Haftara zendt Jehosjoea, de opvolger van Mosjé, verspieders uit om Jericho te verkennen.

    In de parasja komen twee van de twaalf verspieders terug met positieve verhalen over het te veroveren land en geven blijk van hun vertrouwen in Hasjem, de overige tien hebben daar geen vertrouwen in en het resultaat is dat het volk veertig jaar in de woestijn moet zwerven. De twee ver­spieders van Jehosjoea hebben wel vertrouwen in Hasjem en het resultaat is dat Jericho veroverd wordt.

    ô ô ô

     

     

    Inzicht in de Parasja

    Door Rabbi Aba Wagensberg

    Het Goede van het Land

    Deze week behandelt de parasja het verhaal van de spionnen die het Land Israël moesten verkennen en die terugkwamen met een negatief rapport. Hun ongunstige beeld van het land was er de oorzaak van dat het gehele Joodse volk wanhoopte aan de mogelijkheid om er te wonen en dat deed hen verlangen om terug te keren naar Egypte. G-d was „boos” op de spionnen die negatief hadden gesproken over het Land, en verordende dat de hele generatie „zal sterven in de woestijn” (Numeri 14:35).

    Blijkbaar heeft God het Joodse volk deze zonde nooit vergeven. Zelfs tot op deze dag dragen wij de gevolgen van de lastertaal van de spionnen. Het vers „het volk weende die nacht” (Numeri 14:1) verwijst naar de nacht van Tisja BeAv. De Talmoed (Taäniet 29a) leert ons dat als straf voor het onnodige huilen van de mensen over het verslag van spionnen, G-d vele tragedies liet gebeuren op Tisja BeAv, zodat we door alle generaties „goede reden zouden hebben om te huilen.”

    De ernst van deze straf is zeer ongebruikelijk. Het Joodse volk heeft veel fouten en verkeerde beoorde­lingen in de loop van de geschiedenis gemaakt, maar zelden waren de gevolgen zo ernstig. Waarom was de fout van de spionnen, zo onvergeeflijk?

    In het boek Deuteronomium herinnert Mosjé het Joodse volk aan hun klachten in de woestijn: „Jullie spraken laster in jullie tenten: ‘Het is omdat God ons haat dat Hij ons uit het land Egypte heeft gevoerd’” (Deut. 1:27). Rasji maakt gebruik van een vergelijking om uit te leggen hoe het Joodse volk tot deze conclusie kwam. Stel je eens een koning voor die twee zonen had en twee velden. Eén veld was zelf-geïrrigeerd (Sjakia), terwijl het andere voor irrigatie afhankelijk was van de regen (Baäl). De koning gaf het zelf-geïrrigeerde gebied aan de zoon van wie hij hield, dus die zoon zou zich nooit zorgen hoeven te maken over zijn gewassen, terwijl hij het veld dat afhankelijk was van regenwater, gaf aan de zoon die hij haatte.

    Het Joodse volk zag, dat God hen uit Egypte had genomen - een weelderige, vruchtbare grond – waar de rivier de Nijl een constante bron van irrigatie was – en hen naar het Land Israël bracht, dat afhankelijk was van de hoeveelheid neerslag. Zij kwamen daarom tot de conclusie dat God hen moest haten. Op basis van Rasji's gelijkenis lijkt dit een logische gevolgtrekking. De Tora gaat niet rechtstreeks in op de veronderstel­ling van het volk, en het antwoord op de vraag blijft open. Hoe kan de reis van Egypte naar het Land Israël als iets anders dan een straf worden gezien?

    Als we het Land Israël alleen bekijken in termen van de fysieke en materiële voordelen die het biedt, dan zijn er zeker comfortabelere plaatsen in de wereld om te wonen. Maar als we verder kijken dan de oppervlak­kige kwaliteiten van Israël, en gebruik maken van onze innerlijke visie, dan zien we haar geestelijke voor­delen, dan is het veel beter om in Israël te leven en afhankelijk te zijn van de hoeveelheid neerslag, dan om in Egypte te leven zonder ons zorgen te maken over water. Waarom? Omdat onze afhankelijkheid van regen ons dwingt om ons spiritueel te ontwikkelen. Als er geen regen is, moeten we erom bidden en ons tot de Hemel wenden en dat dwingt ons om de ware Bron van ons voedsel te herkennen.

    Dit zou een reden kunnen zijn dat een gebied, dat afhankelijk is van regenwater, een Baäl wordt genoemd. Het woord Baäl betekent letterlijk ‘eigenaar’ of ‘meester.’ Wonen in het Land Israël herinnert ons er voort­durend aan dat de wereld een Baäl heeft. En onze afhankelijkheid van Hem houdt onze relatie sterk.

    * * *

    Een Jaar in Israël

    Gebaseerd op dit idee kunnen we begrijpen waarom het Joodse volk nooit de zonde van de spionnen werd vergeven. Volgens Rabbi Jitschak Elchanan Spector leert de straf, die we hebben ontvangen, ons hoe God een strikt negatieve houding ten opzichte van het Land Israël beoordeelt. Als we ons afsnijden van het Land Israël, snijden we ons af van de buitengewone geestelijke voordelen die het land te bieden heeft en alle kansen voor groei die zij biedt. Als we ons afsnijden van dit potentieel, dan verwerpen we het hele doel van ons bestaan.

    Elk jaar gaan op dit moment studenten, die een jaar in Israël hebben gestudeerd of die daar een voorberei­dend jaar hebben doorgebracht, terug naar de diaspora om de zomer door te brengen met hun families. Voor velen is hun eerste Sjabbat in het buitenland parasjat Sjelach Lecha. Misschien is het geen toeval dat de timing op deze manier werkt. Wanneer iedereen samen rond de Sjabbat tafel verzameld is en de familie begint te vragen: „Hoe was je jaar in Israël?", dan hebben deze studenten letterlijk de mogelijkheid om de zonde van de spionnen te corrigeren.

    Het merendeel van de spionnen zag alleen de fysieke, externe aspecten van het Land, en veel dingen leek vreemd voor hen. Omdat zij alleen die oppervlakkige elementen zagen, en niet naar de innerlijke spirituele schoonheid van het land keken, concludeerden zij dat Israël een slechte en gevaarlijke plek was om te wonen. Bezoekers aan Israël vandaag zijn de ‘spionnen’ van deze generatie. Ze hebben de keuze om hun krachten te bundelen met de tien spionnen die het land negatief bekeken, of de kant van Jehosjoea en Calev te kiezen, die diepere, innerlijke visie hadden en de geestelijke rijkdom van het land zagen. Laten we, voordat we onze mond open maken om onze ervaringen in het Land Israël met onze familie en vrienden te delen, even stilstaan en nadenken over wat we gaan zeggen.

    Mogen wij allen gezegend worden om Israël te bezoeken en er te wonen, zodat we ons verstandig en diep kun­nen concentreren op wat echt belangrijk is in het leven, en dat kunnen nastreven met een vuur, dat ons zal verheffen tot de hoogste niveaus.



    Geef hier uw reactie door
    Uw naam *
    Uw e-mail *
    URL
    Titel *
    Reactie *
      Persoonlijke gegevens onthouden?
    (* = verplicht!)
    Reacties op bericht (1)

    05-11-2011
    Lieve avondgroetjes
    Image and video hosting by TinyPic
    THE SWAN WITH HER FAMILY IN THE DARK

    Hartelijke groetjes van de familie Valerieke
    Warme knufffs XXX,veel liefs

    05-11-2011 om 19:04 geschreven door valerieke




    Zoeken in blog


    Archief per week
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010

    Inhoud blog
  • Parasjat Sjelach Lecha
  • Parasjat Beha'alotecha
  • Parasjat Naso

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek



    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!