Er waren drie gescheiden groepen in het Cenakel die het paaslam aten. Ieder van die groepen bestond uit 12 man en was voorgezeten door een 13de man als huisvader. Jezus at met de apostelen in de grote middenzaal. Afzonderlijk waren Natanaël en Eliakim. Zij hadden elk een groep van 12 man. Voor deze laatste twee groepen werden drie paaslammeren in de tempel geslacht en besprenkeld. Het vierde paaslam werd in het Cenakel geslacht en besprenkeld. Dit lam was bestemd voor Jezus en de 12 apostelen.
In de aanklachten kwam dit feit naar voor. De vijanden van Jezus voerden aan dat het lam niet in de tempel was geslacht en daarom niet volgens de wetsregels was gebeurd. Maar Nicodemus heeft dit dan met de geschriften weerlegd. Judas wist van deze aparte slachting niets af omdat hij pas kort voor het eten van het paaslam aankwam.
De slachting greep plaats in de voorzaal van het Cenakel en Simeons zoon was er bij behulpzaam. De slachting werd bijgewoond door de apostelen en leerlingen. Zij zongen de 118de psalm. Het lam moest geslacht worden zoals in de tijd in Egypte. Het oude verbond werd gesloten en er zou binnenkort een nieuwe tijd en een nieuw offer beginnen, die zou voortduren tot het einde van de wereld. De leviet hield de kop van het lam omhoog en Jezus stak een mes in de keel.
Het bloed werd opgevangen in een kom. De leviet ging hierna verder met de verdere slachting en bereiding. Jezus sopte daarna met een hysoptwijg in de kom met bloed en tekende de twee stijlen van de deur en het slot met het bloed en bevestigde de bloedige twijg op de bovenste horizontale lat van de deur. Jezus zei dat de verderfengel hier voorbij zou gaan zonder te doden.
Zij zouden hier veilig en rustig kunnen bidden, wanneer Hij, het ware Paaslam, geslacht zou zijn. De apostelen verbleven er na de verrijzenis van Christus en wachtten op de helper dat Jezus hen had beloofd nl. De Heilige Geest. Jezus wijdde het Cenakel tot een nieuwe tempel in. De apostelen zongen psalmen. Al deze tijd bleven de deuren gesloten. De vier geslachte dieren werden in de oven op een spit te braden geplaatst.
Psalm 118
Loof de HEER, want hij is goed, eeuwig duurt zijn trouw.
Laat Israël zeggen: ‘Eeuwig duurt zijn trouw’ –het huis van Aäron zeggen: ‘Eeuwig duurt zijn trouw’ –wie de HEER vreest, zeggen: ‘Eeuwig duurt zijn trouw.’
In mijn nood heb ik geroepen: ‘HEER!’ En de HEER antwoordde, hij gaf mij ruimte.Met de HEER aan mijn zijde heb ik niets te vrezen, wat kunnen mensen mij doen?
Met de HEER, mijn helper, aan mijn zijde, kijk ik op mijn haters neer. Beter te schuilen bij de HEER dan te vertrouwen op mensen.Beter te schuilen bij de HEER dan te vertrouwen op mannen met macht.
Alle volken hadden mij ingesloten – ik weerstond ze met de naam van de HEER –ze sloten mij van alle kanten in – ik weerstond ze met de naam van de HEER –ze sloten mij in als een zwerm bijen maar doofden snel als een vuur van dorens – ik weerstond ze met de naam van de HEER.
Jullie sloegen mij en ik viel, maar de HEER heeft geholpen.De HEER is mijn sterkte, mijn lied, hij gaf mij de overwinning.Hoor, gejubel om de overwinning in de tenten van de rechtvaardigen: de rechterhand van de HEER doet machtige daden,de rechterhand van de HEER verheft mij, de rechterhand van de HEER doet machtige daden.
Ik zal niet sterven, maar leven en de daden van de HEER verhalen:de HEER heeft mij gestraft, maar mij niet prijsgegeven aan de dood.Open voor mij de poorten van de gerechtigheid, ik wil binnengaan om de HEER te loven.Dit is de poort die leidt naar de HEER, hier gaan de rechtvaardigen binnen. Ik wil u loven omdat u antwoordde en mij de overwinning gaf.
De steen die de bouwers afkeurden is een hoeksteen geworden.Dit is het werk van de HEER, een wonder in onze ogen.
Dit is de dag die de HEER heeft gemaakt, laten wij juichen en ons verheugen.HEER, geef ons de overwinning, HEER, geef ons voorspoed.Gezegend wie komt met de naam van de HEER. Wij zegenen u vanuit het huis van de HEER.De HEER is God, hij heeft ons licht gebracht. Vier feest en ga met groene twijgen tot aan de horens van het altaar.U bent mijn God, u zal ik loven, hoog zal ik u prijzen, mijn God.Loof de HEER, want hij is goed, eeuwig duurt zijn trouw.
Toen het uur was aangebroken werden de tafels gedekt. Ieder trok ceremoniekleren aan en ander schoeisel. De twee groepen trokken naar de zijzalen en de Heer en de apostelen naar de hoofdzaal. De tafel van Jezus zag er zo uit :
De apostelen hielden elk een staf vast en Jezus had twee kleine ietwat gekromde staven kruisgewijs in zijn gordel voor Zijn borst gestoken.
Allen hadden de armen omhooggeheven en zongen : Gezegend zij de Heer, de God van Israël. Daarbij zongen ze nog een gebed. Nadien gaf Jezus Petrus en Joannes elk een staf. Midden op tafel stond een schotel met het paaslam. Op de schotel rond het paaslam lag knoflook. Er stonden verder nog een schotel met paasgebraad, twee schalen met groene kruiden, een schaal bittere kruiden, een schaal met latuw (= sla) en een schaal met bruinachtige saus. Als tafelborden gebruikte iedereen zich van ronde, dunne broodkoeken. Hun tafelmessen waren van been.
Na het gebed legde de hofmeester het mes om het paaslam voor te snijden bij Jezus op tafel. Hij zette ook een beker met wijn voor Hem en uit een kan vulde hij zes bekers die elk tussen twee apostelen stonden. Jezus zegende de wijn en dronk. De apostelen dronken met tweeën uit één beker. De Heer sneed en verdeelde het paaslam en de apostelen reikten Hem in de orde waarin zij geplaatst waren, hun broodkoek toe. Zij ontvingen elk hun deel en aten het zeer haastig op. Met hun benen messen krabden zij het vlees van de beenderen, die daarna verbrand werden.
Zij aten verder nog knoflook en groene kruiden die zij in de saus doopten. Ze aten zeer haastig en rechtstaande, zoals voorgeschreven door de Wet. Jezus brak ook één van de paasbroden. Een deel ervan legde Hij terzijde en legde er een doek over. Het ander deel gaf Hij aan de apostelen. Zij aten nu ook van de broodkoeken. Daarna bracht de hofmeester opnieuw een beker wijn gebracht. Jezus dankte maar dronk er niet van.
Jezus : Neem en verdeel hem onder u, want Ik zeg u dat Ik van nu af aan niet meer zal drinken van de vrucht van de wijnstok, totdat het Rijk Gods komt.
Nadat ze per twee gedronken hadden, zongen ze. Dan bad en leerde Jezus weer en daarop volgde nog een handwassing. Dan pas gingen zij op hun plaatsen neerliggen. Alles gebeurde volgens de Joodse wetsvoorschriften.
Jezus heeft nog een ander lam in delen gesneden. Dit paaslam droeg men naar Maria en de heilige vrouwen die in een zijgebouw hun maal hielden.
Jezus was heel hartelijk, maar Hij werd overvallen door ernst en weemoed.
Jezus : Eén onder u zal Mij verraden, een wiens hand met Mij aan dezelfde tafel is.
Jezus deelde op dit ogenblik aan zijn kant een van de kruiden rond. Judas, die schuin tegenover Hem aangelegen was, had Hij bevolen de rest van het kruid aan de andere zijde van de tafel uit te delen. Hoewel Jezus van een verrader sprak, waarover allen ten zeerste ontsteld waren, maakte Hij Judas hierdoor niet aan de anderen bekend. Hij zei het op een wijze als was het één van de twaalf die met Mij eten en drinken, een met wie Ik mijn brood deel.
Jezus : De Mensenzoon moet heengaan, zoals het geschreven staat over Hem, maar wee de mens door wie Hij verraden wordt. Het was voor die mens beter geweest nooit te zijn geboren.
Alle apostelen waren zeer ontsteld en zij vroegen de een na de ander : Heer! ben ik het ? Ze begrepen niet hoe iemand nu zoiets kon doen.
Joannes (lag met zijn hoofd het dichtst bij Jezus‘ borst) : Heer, wie is het?
Maar door een toeval van handelingen werd het hem duidelijk wie Jezus bedoelde.
Jezus had namelijk een stuk brood met latuw omwonden en in de saus gedoopt en met grote liefde aan Judas gegeven. Judas vroeg daarop juist om beleefd te blijven: Heer, ben ik het? Jezus keek hem vriendelijk aan en gaf hem een algemeen antwoord. Jezus gaf hem dit teken uit oprechte liefde om hem te waarschuwen zonder hem aan anderen te verraden. Maar Judas was te verbitterd en te toornig om deze reddende hand vast te grijpen.
Voetwassing
Ze stonden nu van tafel op en trokken hun gewone kleren terug aan. Ondertussen ruimden de hofmeester en twee bedienden de paastafel af. Daarna liet Jezus water in het voorportaal brengen. Jezus sprak hun eerst nog over zijn Rijk, over zijn heengaan naar de Vader en hoe Hij hun eerst alles zou nalaten wat Hij bezat. Vervolgens leerde Hij nog over boetvaardigheid, het inzien en bekennen van zijn schuld, over het berouw, de vergiffenis en de reiniging. Ieder kende zijn zonden en had er berouw over, behalve Judas. Jezus legde zijn mantel af, schortte zijn kleed op en bond zich een linnen doek om.
Inmiddels geraakten de apostelen in een soort woordenstrijd omtrent de vraag wie van hen de eerste plaats zou verkrijgen. Zij dachten nog altijd dat Jezus bij zijn nakend vertrek een werelds Rijk zou stichten en zo de wereld voor een voldongen feit zou stellen. Jezus maakte hun een verwijt van hun twist en zei hun dat Hij gekomen was om te dienen.
Jakobus de Mindere had de waterzak vast en Joannes de kom waar het water in terecht kwam. Jezus goot het water over de voeten van elke apostel en droogde ze dan af. Jezus waste de voeten van alle apostelen. De Heer toonde Zijn oprechte liefde en dienstbaarheid in deze daad.
Petrus (protesterend) : Hoe Heer? Wilt U mijn voeten wassen?
Jezus : Wat Ik doe, begrijp je nog niet, maar later zal het duidelijk voor je worden. Simon, je bent zo begenadigd geweest om van mijn Vader te vernemen dat Ik de Zoon ben van de levende God en dat Ik vandaar kom en daarheen terugkeer. Jij alleen hebt dit inzicht gehad en uitgesproken en Ik wil op jou Mijn Kerk bouwen en de poorten van de hel zullen haar niet overweldigen. Bovendien zal Mijn macht bij jouw opvolgers blijven tot het einde van de wereld.
Jezus (tot de andere apostelen) : Petrus zal Mijn plaats innemen, wanneer Ik van U zal zijn weggegaan. Hij zal het bestuur van de Kerk waarnemen, de missionering regelen en u uitzenden.
Petrus : Maar Meester... Nooit zult U mijn voeten wassen!
Jezus : Indien Ik uw voeten niet mag wassen, zul je geen deelname met Mij hebben.
Petrus : Heer, was dan niet enkel mijn voeten, maar ook mijn handen en mijn hoofd!
Jezus : Wie een bad genomen heeft, is geheel rein en moet nog slechts zijn voeten wassen. Zo is het ook met jullie, jullie zijn rein, maar niet allen.
Hiermee bedoelde Hij Judas. In zijn onderrichting had Jezus over de voetwassing gesproken als over een reiniging van dagelijkse zonden. De voetwassing was een teken en had een geestelijke kracht. Het was een soort absolutie van de overgebleven zonden. In zijn ijver en liefde zag Petrus daarin niets anders dan een te verregaande vernedering van zijn Meester.
Maar hij wist nog niet dat de Heer om hem te helpen en zalig te maken zich de volgende dag uit liefde zou laten vernederen en kruisigen. Al de zonden zou Hij op zich nemen. Terwijl Jezus de voeten van Judas reinigde, was Hij buitengewoon teder en vriendelijk.
Hij drukte zijn gezicht op Judas‘ voeten en vermaande hem zacht en heimelijk zich toch te bezinnen. Maar Judas merkte het niet op. Hij gaf een ontwijkend antwoord, iets in de zin van : God behoede mij daarvoor.
Jezus knoopte aan zijn handeling een lering vast over de nederigheid en zei dat degene die diende, de grootste was en hoe zij in het vervolg elkanders dienaren moesten zijn.
Instelling van de Eucharistieviering
Petrus en Joannes gingen nu de kelk halen en zetten die voor Jezus neer. Het waren de heilige handelingen zoals de priester die nu nog verricht vooraleer brood en wijn gezegend zijn. Ernaast stonden de paasbroden, die Jezus had opzij gelegd. Er stonden ook een wijnkruik en een waterkruik en dozen met olie. Het breken en ronddelen van het brood en het drinken uit dezelfde kelk bij het sluiten van de maaltijd was van oudsher een teken van verbroedering en liefde.
Maar Jezus verhief dit gebruik nu tot het Heilig Sacrament. De deuren van het Cenakel waren nog altijd gesloten : alles gebeurde in het geheim en zeer plechtig. Jezus gaf hun uitleg over het avondmaal en ook hoe ze het heilig misoffer moesten opdragen. Onder deze handelingen werd de Heer steeds inniger. Hij zei dat Hij hun nu alles wilde geven wat Hij bezat, nl. Hijzelf.
Jezus liet door Petrus en Joannes water over Zijn handen gieten en daarna werd de schaal met water doorgegeven aan alle apostelen om hun handen te wassen. Jezus bad en brak onder het gebed van de zegen het brood. Hij nam nu de schaal of pateen met stukken brood.
Jezus : Neem en eet, dit is Mijn Lichaam dat voor U overgeleverd wordt.
Eerst reikte Jezus Zijn Lichaam door het Brood aan Petrus en daarna aan Joannes uit. Judas was de derde aan wie de Heer dit Sacrament toereikte.
Jezus (tot Judas) : Wat je van plan bent te doen, doe dat spoedig!
Dan gaf Hij het Sacrament verder aan de overige apostelen. Zij naderden twee aan twee. Ze kregen het brood op hun tong en de een hield voor de ander onder de kin een doek dat op de kelk gelegen had. Daarna hield Jezus de kelk omhoog ter hoogte van zijn gezicht en sprak het dankgebed uit.
Jezus : Drink er allen uit, want dit is Mijn bloed van het verbond, dat voor velen wordt vergoten tot vergeving van zonden.
Hij liet Petrus en Joannes drinken uit de kelk, die Hijzelf in zijn handen hield en zette de kelk daarna neer. Joannes schepte nu met de kleine lepel van het H. Bloed uit de kelk in de kleine bekers, die door Petrus aan de overige apostelen toegereikt werden. Elke kleine beker diende voor twee van hen en zo dronken zij het H. Bloed. Na deze instelling ging Jezus verder met de rituele handelingen die ook nu nog worden gedaan door de priester.
Jezus : Jullie moeten dit heilig Sacrament in de Kerk blijven voortzetten tot Mijn gedachtenis. Daarom zal dit Sacrament in de Kerk blijven tot het einde van de tijden.
Verder leerde Hij hun het hoofdzakelijke aan in de manier om de communie zelf klaar te maken en het aan anderen uit te delen. Ook werd hen uitgelegd hoe ze het wonderbaar geheim van het Sacrament geleidelijk aan de gelovigen moesten overdragen en het Sacrament voor hen uit te spraken. Nadat de apostelen de Heilige Geest op Pinksteren hadden ontvangen moesten ze zelf consacreren.
Jezus bereidde ook het heilig chrisma. Zij leerden over de zalving met het heilig chrisma (olie) en het gebruik ervan (priesterwijding, sacrament van het vormsel). Jezus zalfde Petrus en Joannes. Zij moesten de andere apostelen op hun beurt de handen opleggen en zalven als ze de H. Geest ontvangen hadden op het Pinksterfeest. Dit was de grote doop met de H. Geest. Acht dagen erna deden ze hetzelfde aan verscheidene leerlingen om ze tot priesters te wijden.
Jezus hield nu nog een lange afscheidsrede, die vele vurige gebeden bevatte. De apostelen waren blij en vol ijver. Ze stelden Hem vele vragen. Hij herhaalde tussendoor ook vroegere uitspraken en vertelde aan Petrus en Joannes deze mede te delen aan de overige apostelen die het op hun beurt aan de leerlingen en heilige vrouwen moesten voortzeggen en onderwijzen. Jezus sprak ook enkele keren over de verrader. Petrus verzekerde vol vuur dat hij Hem zeker trouw zou zijn en Hem nooit verlaten.
Jezus : Simon, Simon, de satan beloert je om je te ziften als tarwe, maar ik heb voor jouw gebeden, zodat jouw geloof niet zou begeven; en je, eenmaal van jouw misstap teruggekeerd, je jouw broeders zou versterken!
Waarheen Ik nu ga, kunnen jullie Mij niet volgen.
Petrus (beslist) : Ik wil U volgen tot in de dood en met U sterven!
Jezus (mistroostig) : Met Mij sterven ? Voorwaar, voordat de haan tweemaal kraait, zult jij Mij driemaal verloochenen.
Jezus : Voor jullie zal een harde tijd aanbreken. Toen Ik jullie uitzond zonder beurs, zonder reiszak, zonder schoeisel, heeft het jullie dan aan iets ontbroken?
Apostelen : Neen!
Jezus : Maar nu, moet hij die een reiszak heeft, deze meenemen, en wie niets heeft, maakt zijn kleed te gelde en koopt een zwaard, want nu moet ook dit woord in vervulling gaan : Hij zal onder de misdadigers gerekend worden. Alles moet waar gemaakt worden, wat over Mij geschreven staat!
Petrus nam dit letterlijk. Hij wilde Jezus verdedigen en toonde twee hakmessen die hij bij zich had.
Jezus (kortaf) : Genoeg! Kom! Laten wij heengaan.
Na het zingen van de psalmen gingen ze naar buiten. Daar wachtten Zijn Moeder en Maria Magdalena op Hem. Ze smeekten Hem niet naar de Olijfberg te gaan, omdat ze het gerucht gehoord hadden dat men Hem wilde gevangen nemen. Maar Jezus sprak enige troostende woorden en vertrok haastig tussen hen door. Judas had zich vlug uit de voeten gemaakt (na het drinken van het H. Bloed) om zijn wrede plan tot uitvoer te brengen.
Nu we het Paastriduüm beginnen met één volk dat Mij liefheeft, nodig Ik jullie uit om Mij stap voor stap met Mij te vergezellen en alles te beleven wat Ik uit liefde voor ieder van jullie, Mijn kinderen, heb gegeven.
Kom met Mij mee om afscheid te nemen van Mijn geliefde Moeder…
Terwijl we met onze ogen tot elkaar spraken, vertelden we elkaar hoeveel we van elkaar hielden en hoeveel Ik zou moeten lijden. Samen met Mijn Moeder stonden we klaar om de Wil van Mijn Vader te vervullen (vgl. Luc. 22:42).
Bid, Mijn kinderen, voor de momenten waarop jullie geen respect hebben getoond voor jullie ouders, wanneer jullie geen afscheid nemen vanwege de woede die jullie beheerst, voor de momenten van ongehoorzaamheid en de ontkenningen die jullie hebben begaan tegenover jullie ouders, waarmee jullie het Vierde Gebod hebben overtreden (vgl. Ex. 20:12).
Bid, Mijn kinderen, bid voor de ouders die liefde met losbandigheid verwarren en hun kinderen niet corrigeren.
Ga met Mij mee om deel te nemen aan het Laatste Avondmaal…
En zie als toeschouwers hoe Ik de Priesterorde instel en Mijzelf consecreer om bij jullie te blijven in Mijn Vlees en Mijn Bloed. Dan kunnen jullie je voeden met Mijn Bloed en Mijn Lichaam, die aanwezig zijn in de Consecratie. (Vergelijk 1 Kor. 11, 23-34; Mat. 26, 26-29; Mc. 14, 22-25; Luc. 22, 14-20)
Bid, Mijn kinderen, bid voor hen die niet geloven in Mijn werkelijke aanwezigheid in de Eucharistie, bid voor hen die Mij ontheiligen en Mij laten lijden.
Bid, Mijn kinderen, bid voor jullie broeders en zusters die Mij niet kunnen ontvangen in de Heilige Eucharistie.
Bid, Mijn kinderen, bid voor de handen die Mij heiligen, zodat zij altijd in staat van genade mogen zijn.
Volg Mij, Mijn kinderen, het is tijd voor de overlevering. Eén van Mijn vrienden levert Mij over voor wat munten...
Zo begint Mijn lijden door toedoen van hen die Mij niet liefhebben, Mij verloochenen en Mij naar de dood aan het Kruis leiden, zodat Ik tot heerlijkheid kan opstaan en de wil van Mijn Vader vervuld kan worden.
Bid, Mijn kinderen, bid voor hen die zichzelf op elk moment verraden, verblind door afgunst. Bid voor hen die, gedreven door egoïsme, hun naaste verraden en Mij verraden.
Bid, Mijn kinderen, bid voor de heersers van de volken die elkaar gaan verraden.
Bid, Mijn kinderen, bid voor Mijn Mystieke Lichaam dat lijdt onder de vervolging van hen die jullie met bloedige handen naar een leven in pijn willen leiden.
Bid, Mijn kinderen, bid voor Nigeria en de Balkan, bid voor Midden-Amerika.
Bid, Mijn kinderen, de spanning van dit moment kan ertoe leiden dat een wereldleider wordt vermoord en dat kernenergie wordt gebruikt, wat chaos op de planeet zal veroorzaken.
Ik roep jullie op om ten allen tijde te bidden. Het is noodzakelijk voor de bescherming van de hele mensheid en om jullie voor te bereiden op de duisternis die nadert.
De conflicten op aarde duren voort en de natuur slaat toe. Mijn kinderen, blijf in staat van genade.
Ik waarschuw jullie, uit liefde voor ieder van jullie, Mijn kinderen, dat jullie moeten veranderen.
Ontvang Mijn Liefde, bereid je voor op het moment waarop je in Mijn Vrijheid zult leven, zonder angst, vrij, maar werkelijk vrij.
Je Jezus
3 X WEES GEGROET ONBEVLEKTE MARIA, ZONDER ZONDE ONTVANGEN
Noot: Laten we de boodschap van de H. Aartsengel Michaël van 3 november 2022 in herinnering roepen: "Jullie houden jullie ogen gericht op de twee landen die in oorlog zijn, en dit is de manier waarop jullie jezelf afleiden door andere landen in conflict te bagatelliseren. Houd in gedachten dat op de Balkan de dood van een leider zal plaatsvinden, wat onmiddellijk zal leiden tot oorlog tussen landen."
Luz de Maria
Broeders en zusters:
Onze Heer Jezus Christus nodigt ons uit om met Hem de momenten van het Paasmysterie te beleven: de instelling van de Heilige Eucharistie, de Priesterwijding, het Sacrament van de Verzoening en Zijn Lijden. Tegelijkertijd heeft Hij het over onze werken en handelingen, en nodigt ons uit om met ons hart de bittere uren te voelen die Hij als God-Mens leefde, om de Wil van de Vader uit te voeren.
In deze Boodschap maakt Onze Heer ons duidelijk hoe dringend bekering is, gezien het versnelde tempo van de tijd en het besef van de mensheid wat een mens kan bereiken als hij zich laat leiden door de meerderheid of door zijn eigen instincten.
Laten we onze daden verinnerlijken, zodat we kunnen corrigeren wat we moeten corrigeren en niet onze eigen beulen worden.
16/4 Ursula von der Leyen eert haar machtige vrienden - Niburu
16/4 Ursula von der Leyen eert haar machtige vrienden - Niburu
De Talmoed is na de Tenach het belangrijkste boek binnen het jodendom.
Het bevat de commentaren van belangrijke rabbijnen en andere schriftgeleerden op de Tenach, veelal in de vorm van discussies tussen voor- en tegenstanders van een bepaald standpunt.
Wat Ursula von der Leyen ondere andere zei in een toespraak in Israël in 2022:
Zolang als ik kan denken, was ik overtuigd van twee heel eenvoudige feiten. Ten eerste is er geen Europa zonder Europese Joden. En ten tweede, Europa en Israël zijn gebonden om vrienden en bondgenoten te zijn. Want de geschiedenis van Europa is de geschiedenis van het Joodse volk. Europa is Simone Veil en Hannah Arendt. Europa is Mahler en Kafka en Freud. Europa is de waarden van de Talmoed, het Joodse gevoel voor persoonlijke verantwoordelijkheid, rechtvaardigheid en solidariteit.
Nu zullen de meesten van ons geen flauw benul hebben wat er zoal in die Talmoed staat en misschien als we dat weten dat dan duidelijk wordt waarom de EU de waarden van de Talmoed hanteert.
Wij hebben ook geen idee en dus hebben we even gezocht en vonden bij de Joodse onderzoeker Henry Makow een artikel over de Talmoed en de betekenis daarvan. En dat ziet er niet goed uit.
Want zo staat op de site van de Joodse onderzoeker Henry Makow onder andere het volgende over de Talmoed.
VOORBEELDEN VAN TALMOEDISCHE "WET" EN VAN DE "HEILIGE" LERINGEN VAN DE TALMOED
Joden moeten zich overgeven aan elke verleiding om kwaad te doen, en moeten kwaad doen, vooral als vreemdeling of vermomd: Moed Kattan 17a: “Als een Jood in de verleiding komt om kwaad te doen, moet hij naar een stad gaan waar hij niet bekend is en daar het kwaad doen”.
Joden moeten hun rabbijnen gehoorzamen, want als ze dat niet doen, zullen ze in hete uitwerpselen in de hel gekookt worden: Erubin 21b: “Wie de rabbijnen ongehoorzaam is, verdient de dood en zal gestraft worden door gekookt te worden in hete uitwerpselen in de hel”.
Joden MOETEN alle niet-Joden, in het bijzonder christenen, uitroeien: Coschen Hamischpat 425 Hagah 425: "Het is de wet om iedereen te doden die de Torah ontkent. De christenen behoren tot de loochenaars van de Torah".
Joden MOETEN alle niet-Joden vermoorden, of genocide plegen: Abodah Zara 26b: “Zelfs de beste van de niet-Joden moet gedood worden”.
Alleen Joden zijn menselijk, alle niet-Joden zijn “dieren”: Baba Necia 114, 6: "De Joden zijn mensen, maar de volkeren van de wereld [de Goyim] zijn geen mensen, maar beesten".
Niet-Joden zijn tweebenige “dieren” in menselijke vorm wiens enige doel of functie het is om de Joden te dienen: Midrasch Talpioth: "Jehovah schiep de niet-jood in menselijke vorm, zodat de Jood niet door beesten gediend zou hoeven worden. De niet-jood is dus een dier in menselijke vorm en veroordeeld om de jood dag en nacht te dienen".
Niet-Joden zijn “beesten”: Yebamoth 98a: “Alle niet-Joodse kinderen zijn beesten”.
Niet-Joodse meisjes zijn vanaf hun geboorte smerig en onfatsoenlijk: Abodah Zarah 36b: “Niet-Joodse meisjes zijn vanaf hun geboorte in een staat van niddah (vuiligheid)”.
Joden mogen niet-Joden ongestraft doden: Tosefta Avodah Zarah B,5: “ Als een Goy een Goy of een Jood doodt, is hij verantwoordelijk; maar als een Jood een Goy doodt, is hij NIET verantwoordelijk”. Sefer Ikkariem III c 25: “Het is toegestaan om het lichaam en het leven van een niet-Jood te nemen”.
Joden moeten niet-Joden offeren omdat dit in feite gelijk is aan “dieren”-offers: Talmoed: Bammidber Raba c 21 en Jalkut 772: “Elke Jood die het bloed van de goddeloze [niet-Joden] vergiet, doet hetzelfde als een offer brengen aan God”.
Joden mogen ongestraft niet-Joden vermoorden; Joden mogen ongestraft het eigendom van niet-Joden roven: Sanhedrin 57a: "Wanneer een Jood een niet-Jood vermoordt [‘Cuthean’], staat daar geen doodstraf op. Wat een Jood van een niet-Jood steelt, mag hij houden".
Joden moeten elke niet-Jood doden die ook maar iets doet als een Jood slaan: Sanhedrin 58b: “Als een heiden [niet-Jood] een Jood slaat, moet de niet-Jood gedood worden”. Joden moeten zich genadeloos gedragen tegenover niet-Joden: Hikkoth Akum XI: "Betoon geen genade aan de Goyim".
Joden mogen geen niet-Joden redden: Hikkoth Akum XI: "Red geen Goyim die in doodsgevaar verkeren".
Joden moeten een hond meer eren dan niet-Joden: Baba Mezia, 114b: "De Joden zijn mensen, maar de volkeren van de wereld [d.w.z. de heidenen] zijn geen mensen maar beesten".
Joden mogen zonder scrupules de bezittingen van alle volkeren stelen, en Joden mogen geen scrupules hebben: Schulchan Aruch, Choschen Hammiszpat 348: "Alle bezittingen van andere volkeren behoren toe aan het Joodse volk, dat daarom het recht heeft zich er zonder scrupules van meester te maken".
Joden mogen stelen van niet-Joden: Tosefta Abda Zara VIII, 5: "Hoe het woord 'roof' te interpreteren: Een goj mag niet stelen, beroven, slavinnen nemen, enz. van een goj of van een Jood. Maar een Jood mag dit alles niet doen bij een goj."
Joden mogen de bezittingen van alle volken stelen en moeten hun heidense bevolking controleren of bezitten [alsof het "vee" is]: Seph Jp 92,1: "God heeft de Joden macht gegeven over de bezittingen en het bloed van alle volken."
Joden mogen stelen van niet-Joden door het loon dat aan niet-Joden toekomt niet te betalen: Sanhedrin 57a: "Een Jood hoeft een heiden ['Cuthean'] het loon dat hem verschuldigd is voor zijn werk niet te betalen."
Joden mogen van niet-Joden stelen door verloren voorwerpen niet aan hen terug te geven: Baba Mezia 24a: "Als een Jood een voorwerp vindt dat door een heiden [heiden] verloren is, hoeft het niet teruggegeven te worden" [ook bevestigd in Baba Kamma 113b].
God zal Joden straffen wier dochters met oude mannen trouwen, of die een baby ruilen voor een vrouw, of die het bezit van een niet-Jood teruggeven [wat betekent dat Joden van niet-Joden MOETEN stelen]: Sanhedrin 76a: "God zal een Jood niet sparen die zijn dochter uithuwelijkt aan een oude man, of een vrouw neemt voor zijn zoontje, of een verloren voorwerp teruggeeft aan een Cutheaan [heiden]..."
Joden mogen niet-Joden bedriegen en bestelen: Schulchan Aruch, Choschen Hammiszpat 156: "Wanneer een Jood een heiden in zijn greep heeft, mag een andere Jood naar dezelfde heiden gaan, hem geld lenen en hem op zijn beurt bedriegen, zodat de heiden geruïneerd wordt. Want het bezit van een heiden behoort volgens onze wet aan niemand toe, en de eerste Jood die voorbijkomt, heeft het volste recht om het in beslag te nemen."
Joden die Joods geld aan niet-Joden geven, moeten vermoord worden: Choschen Hammiszpat 388, 15: "Als bewezen kan worden dat iemand het geld van de Israëlieten aan de Goyim heeft gegeven, moet er na zorgvuldige overweging een manier gevonden worden om hem van de aardbodem weg te vagen."
Joden mogen ongestraft valse getuigenissen afleggen, liegen of bedriegen: Schabouth Hag 6d: "Joden mogen vals zweren door middel van listige bewoordingen."
Joden mogen ongestraft valse getuigenissen afleggen, liegen of bedriegen tegen niet-Joden: Baba Kamma 113a: "Joden mogen listige bedriegerijen gebruiken om een heiden te omzeilen."
Joden mogen contractbreuk plegen: Nedarim 23b: "Wie wil dat geen van zijn geloften die hij gedurende het jaar heeft gedaan, geldig is, moet zich aan het begin van het jaar opmaken en verklaren: 'Elke gelofte die ik in de toekomst doe, zal nietig zijn.' Zijn geloften zijn dan ongeldig."
Joden mogen ongestraft niet-Joodse meisjes verkrachten: Gad Shas 2:2: "Een Jood mag een heidens meisje verkrachten, maar niet met haar trouwen."
Joden mogen ongestraft kinderverkrachting en kindermisbruik van niet-Joodse meisjes plegen: Aboda Sarah 37a: "Een heidens meisje van drie jaar mag verkracht worden." Kethuboth 11b: "Wanneer een volwassen man gemeenschap heeft met een klein meisje, is dat niets."
Joden mogen straffeloos kinderverkrachting en kindermisbruik plegen van elk kind jonger dan negen jaar: Sanhedrin 54b: "Een Jood mag geslachtsgemeenschap hebben met een kind zolang het kind jonger is dan negen jaar."
Joodse vrouwen mogen bestialiteit plegen of seks hebben met demonen, en mogen desalniettemin later met een rabbijn trouwen: Jebamoth 59b: "Een vrouw die gemeenschap heeft gehad met een beest, mag met een Joodse priester trouwen. Een vrouw die gemeenschap heeft gehad met een demon, mag ook met een Joodse priester trouwen."
Jezus is in de hel en wordt gekookt in hete uitwerpselen: Gittin 57a: "Jezus is in de hel en wordt gekookt in hete uitwerpselen."
Maria was een prostituee: Sanhedrin, 106a,b: "Maria, de moeder van Jezus, was een prostituee en speelde hoer met timmerlieden."
Jezus was een tovenaar die Joden overhaalde het Jodendom te verlaten: Sanhedrin 43a: "Jezus pleegde tovenarij en verleidde Israël tot afvalligheid".
Joden moeten de Christelijke Bijbel verbranden (en dus boeken verbranden): Sjabbat 116a: "Joden moeten de boeken van de Christenen vernietigen [d.w.z. het Nieuwe Testament]".
Niet-Joden plegen bestialiteit: Abodah Zarah 22a-22b: "Niet-Joden geven de voorkeur aan seks met koeien".
Zelfs boerderijdieren van Joden hebben meer rechten dan boerderijdieren van niet-Joden: Baba Kamma 37b. "Als een os van een Israëliet een os van een Kanaäniet [heiden] stoot, is er geen aansprakelijkheid; maar als een os van een Kanaäniet [heiden] een os van een Israëliet stoot ... moet de volledige betaling worden gedaan".
Tot zover wat er bij Henry Makow staat over de Talmoed.
Wij kunnen niet beoordelen of hetgeen er bij Makow staat klopt, maar ook al is er maar een gedeelte van waar, dan lijkt het toch een boek waar je niet mee geassocieerd wil worden als Europa.
Misschien dat Ursula nog een keer precies kan uitleggen wat ze nu eigenlijk bedoelde?
Wij denken dat we het ergste achter de rug hebben met de beruchte ‘covid-19’ vaccinaties. Maar, er zijn twee dingen die het voor ons nog veel erger zullen maken. Ze hebben nu eenmaal gekozen voor de route waarbij het levensgevaarlijke mRNA ‘vaccin’ de norm zal gaan worden.
Dat betekent in de praktijk dat steeds vaker ‘vaccinaties’ in deze vorm zullen worden gegeven en dat niet alleen tijdens een pandemie, maar ook voor reguliere ‘vaccinaties’ zoals de griepprik.
We weten nu zo’n beetje hoe die prikken werken. Het is een vorm van genetische manipulatie waarbij het menselijk lichaam onder andere het spike eiwit van het niet bestaande virus gaat aanmaken.
Dit spike eiwit blijft veel langer in het lichaam dan men eerst dacht en richt allerlei schade aan, vooral in de bloedvaten, maar ook aan het immuunsysteem.
Er is nu opnieuw een onderzoek gepubliceerd waaruit blijkt dat bij jonge mensen zeker een jaar na de laatste injectie het lichaam nog spike eiwitten aanmaakt.
In werkelijkheid zal die periode waarschijnlijk veel langer zijn dan een jaar en dat is nog maar bij de ‘gewone mRNA vaccinatie'.
In de praktijk zullen we straks te maken krijgen met zelf replicerende mRNA ‘vaccinaties’.
Nu is er een nieuw soort mRNA-vaccin ontwikkeld dat nog efficiënter werkt. Zo’n self-amplifying mRNA (SAM)-vaccin bevat niet alleen de bouwtekening van een virusdeeltje dat het immuunsysteem activeert, maar bevat ook de blauwdruk voor de machinerie die de virusdeeltjes maakt. Het idee hierachter is dat deze nieuwe klasse mRNA-vaccins daardoor het immuunsysteem efficiënter kan stimuleren.
Als de originele mRNA ‘vaccins’er al voor zorgen dat de levensgevaarlijke spike eiwitten jarenlang na de injectie nog worden geproduceerd, hoe zal het dan zijn met de complete mRNA fabrieken die straks bij mensen worden ingespoten?
Dit nieuwe ‘vaccin’ wordt door de Wageningen universiteit als volgt omschreven:
In een mRNA-vaccin zit een stukje genetische informatie (RNA). Die informatie zorgt ervoor dat het lichaam een kenmerkend eiwit van het virus aanmaakt: het spike-eiwit. Stukjes van dit eiwit worden herkend door de afweercellen in het lichaam. Hierdoor komen de afweercellen in actie bij een daadwerkelijke infectie.
“Wij denken dat er een bouwsteen aan deze mRNA-vaccins moet worden toegevoegd”, zegt de WUR-onderzoeker. “Een kopieermachine die ervoor zorgt dat het afgeleverde RNA zich in het lichaam vermenigvuldigt.
Ondertussen is deze kopieermachine goedgekeurd voor gebruik binnen de EU.
Het COVID-19-vaccin Kostaive van Arcturus Therapeutics en CSL is goedgekeurd voor verkoop in de EU en is het eerste vaccin op basis van zelfreplicerend mRNA (sa-mRNA) dat deze drempel heeft overschreden.
Ook in Amerika is Minister Kennedy druk bezig om een versie van dit ‘vaccin’ goedgekeurd te krijgen voor vogelgriep.
Hoe gevaarlijk deze nieuwe techniek wordt voor ons mensen wordt in de volgende video uitgelegd door Dr. Pierre Capel. (voormalig hoogleraar Besmettingsleer, in het bijzonder de experimentele immunologie).
Hij noemt deze nieuwe techniek een ramp voor de mensheid en levensgevaarlijk.
Dan mag er een protocol zijn om die spike eiwitten uit je lichaam te verwijderen, maar met een kopieermachine in je lichaam wordt dat ook vechten tegen de bierkaai.
De mensen die nu het mRNA ‘vaccin’ hebben genomen hebben dat probleem in ieder geval niet en kunnen die spike eiwitten kwijt raken, maar mensen die straks de ‘nieuwe prikken’ zullen krijgen hebben een immens probleem.
16/4 Ik zag een lijst van Christelijke namen - Great Miracles Avenue
16/4 Ik zag een lijst van Christelijke namen - Great Miracles Avenue
Een vrouw die een glimp van het Boek des Levens zag en in haar visioen kreeg ze 144.000 namen van mensen die zullen worden opgenomen naar de Hemel met Onze Heer Jezus Christus. Het trieste aan dit hele verhaal is dat deze specifieke zuster haar naam niet kon vinden op de lijst. Ik weet dat veel mensen zich afvragen waarom zo’n namen aan iemand worden getoond, en ik bedoel iemand die haar naam niet eens op de lijst heeft staan van mensen die naar de Hemel zullen worden opgenomen.
Dit is wat ik wil dat jij en ik te weten komen uit de openbaring die aan deze zuster is gegeven. Het is behoorlijk schokkend en dit is een waarschuwing voor vooraanstaande Christenen. Kijk naar het aantal mensen op de wereld en het zijn er maar 144.000 die tot nu toe hun naam in het Boek des levens hebben staan. Dit staat in de Bijbel en het is slechts een bevestiging die aan onze zuster werd gegeven.
Deze vrouw: Ik heb verschillende ervaringen die zijn vastgelegd in mijn dagboek. Zoals God mij opdraagt, zal ik ze blijven delen. Dagen geleden voelde ik deze sterke drang om deze specifieke ervaring te delen. Ik ben er echt van overtuigd dat God het aantal mensen wil openbaren die Hij zal opnemen wanneer Hij terugkeert. Het is een schokkend tafereel om deze aantallen te zien, maar ik bid dat God ons helpt om erbij te zijn. Ik had deze ervaring op 2 april 2025. ’s Nacht viel ik niet in slaap zoals ik normaal doe.
Het voelde alsof iets me uit mijn lichaam haalde. Het was echt. Het voelde alsof ik omhoog zweefde. Ik zag het dak of de lucht niet. Ik voelde me gewoon alsof ik ergens heen werd getrokken, veel verder dan elke plaats die ik kende. Toen ik mijn ogen opendeed, wist ik dat ik niet meer op aarde was. Er was overal licht, maar het was niet zoals zonlicht. Het scheen niet in één richting en wierp geen schaduwen. Het was zacht, en het deed geen pijn aan mijn ogen. Er was geen angst in mij, geen verwarring. Ik hoorde geen stemmen, en zag geen mensen, alleen het licht.
Terwijl ik verder liep kwam ik bij een rivier, niet breed maar helderder dan welk water dan ook dat ik ooit heb gezien. Het stroomde zachtjes, bijna geluidloos, maar het voelde niet als gewoon water. Het kwam ergens verderop vandaan en ik wist gewoon in mijn geest dat het stroomde vanuit de troon van God. Niemand had me dat verteld, maar dat hoefde me niet verteld te worden. Toen hoorde ik iets, niet luid maar gestaag. Een geluid dat aanvoelde alsof het geen begin en geen einde had. Ik keek omhoog en zag wezens die ik nog nooit eerder had gezien. Ze hadden meer dan twee vleugels. Hun vormen waren moeilijk te beschrijven, maar ze waren niet eng. Ze waren prachtig op een manier die woorden niet kunnen uitleggen.
Ze vlogen in een langzame cirkel. Ze rustten niet, ze werden niet moe. Hun stemmen klonken als één woord, steeds maar weer: Heilig. Elke keer dat ze het zeiden, klonk het niet herhaald. Het klonk fris, alsof ze iets nieuws over God zagen, elke keer dat ze keken. En elke keer dat ze Heilig zeiden, was er iets diep in mij dat het met hen eens was. En ook al zongen ze niet voor me, hun lofprijzing maakte me op de juiste manier kleiner voelen. Het herinnerde me eraan dat God groter is dan alles wat ik me ooit had kunnen voorstellen.
En Hij is het echt allemaal waard. Als ik stond bij de rivier, mijn ogen werden getrokken naar iets ver voor me. Toen ik dichterbij kwam, kon ik het duidelijker zien. Het leek op een paleis, maar niet zoals die op aarde gebouwd waren. Er waren geen stenen, geen hout. Ik kon niet zien waar het van gemaakt was, maar het zag er levend uit. Het was niet versierd met juwelen of houtsnijwerk, maar het had een schoonheid zo diep dat het me deed stilstaan. Toen ik de ingang naderde, merkte ik iemand naast me op. Hij was niet komen aanlopen. Hij was gewoon een engel geworden. Hij zei niets, maar zijn
aanwezigheid kalmeerde me. Hij keek me niet aan als een vreemde. Hij keek me aan als iemand die al die tijd op me had gewacht. Het was alsof hij mijn naam reeds kende. Zijn gezicht was anders dan alles wat ik ooit had gezien. Het gloeide niet van vuur. Het schitterde niet van kracht. Het was gewoon zuiver. Alsof er nooit woede overheen was gegaan. Alsof er nooit een leugen overheen was gegaan. Er waren geen sporen van tijd. Geen tekenen van verdriet, alleen kalme kracht. Zijn ogen droegen tegelijkertijd vrede en waarheid.
Naast hem zijn maakte dat ik rein wilde zijn. Het maakte dat ik nooit meer wilde zondigen. Ik kon voelen dat hij dingen had gezien die ik nog niet had gezien, dingen die te heilig zijn voor de aarde. En toch stond hij naast me als een broeder, niet als een rechter. Hij ging naar het paleis en ik volgde. Het paleis ging niet open met een deur of een geluid. Het leidde ons gewoon naar binnen. Zeven engelen stonden in een wijde cirkel rond wat leek op een standaard of altaar in het midden van de zaal. Op die standaard zag ik een enorm boek. Ze keken niet naar mij. Ze keken naar het Boek.
Elke engel droeg een wit gewaad, maar over hun borsten waren sjerpen van diepgouden kleur Niet glanzend, maar vol stille kracht. Op de sjerpen stonden markeringen die ik niet kon lezen, maar ik voelde dat ze oud waren, misschien namen of rangen of plichten. Toen ik naar voren stapte, werd het boek duidelijker. Het rustte op de standaard. De kaft was anders dan elk boek dat ik ooit had gezien. Het was niet stijf. Het was alsof de kaft was gemaakt van iets organisch, iets levends dat zijn vorm behield.
Ik durfde het Boek niet aan te raken. Het Boek zag er niet oud uit, ook al wist ik dat het er reeds veel langer was dan wat ik ook kon begrijpe. Het zag er niet versleten uit, zoals iets dat door velen was geopend en gelezen. Het zag er nieuw en fris uit. Ik kon niet te dicht bij het Boek komen. Het was goed beschermd. Ik realiseerde me iets verbazingwekkends. De pagina's erin waren niet gevuld met inkt of geschreven zoals we op aarde schrijven.
De namen, elke naam was geschreven in licht. Elke naam die ik zag gloeide. Het was niet alleen licht zoals wij dat kennen. Terwijl ik naar de pagina's keek, merkte ik nog iets op. De namen waren niet zomaar willekeurig opgeschreven. Elke naam had zijn plaats en elke regel was genummerd. Ik kon de pagina's zien omslaan. En toen de pagina's voor me begonnen te bewegen, zag ik nog iets. De namen gingen niet zomaar voor altijd door. Er was een nummer, een laatste nummer 144.000 op de allerlaatste pagina.
Terwijl ik daar in stilte stond, sprak de engel aan mijn zijde eindelijk. Hij liet me weten dat dit de namen zijn die geschreven staan in het Boek des levens. Dit zijn degenen die zijn uitgekozen voor de grote opname. Ik keek opnieuw naar het Boek, nu gesloten, en herinnerde me het nummer 144.000. Dit waren degenen die waren geteld, degenen die in de opname zouden worden opgenomen. De engel had de waarheid reeds gesproken, maar iets in mij verlangde wanhopig naar het antwoord om mijn naam te zien tussen de 144.000. Ik kon de gedachte niet verdragen dat mijn naam er niet bij was.
Maar ik mocht niet in de buurt van het Boek komen Ik kon niet controleren of mijn naam erin stond. In het visioen had ik een sterk gevoel dat mijn naam er niet bij hoorde. Ik weet niet waarom, maar dat is wat ik nu nog steeds voel. Ik heb erover gebeden Toen vervaagde het plotseling allemaal: het licht, de engelen, het Boek. Alles verdween in een oogwenk Als het einde van een droom die wegglijdt voordat je het kunt bevatten Ik werd wakker met een schok, happend naar adem.
Mijn hart klopte alsof ik net had gelopen. Aan elke Christen die mijn verhaal hoort, smeek ik je te luisteren: De hemellichamen en engelen maken zich klaar voor een grote schudding die over de wereld komt. Dit zal in onze tijd gebeuren. Ik weet het en ik geloof het zeker. Leef niet in lauwheid en ga er niet van uit dat je plaats gegarandeerd is omdat je ooit geloofde of ooit gered bent. Dit is een wandel die dagelijks met je hart moet worden beleefd. Het betekent een volledige overgave aan God.
We zijn niet alleen geroepen om te geloven, we zijn geroepen om te overwinnen, om te volharden om Christus in gehoorzaamheid te volgen, zelfs als het moeilijk is, zelfs als het ons iets kost. Er zijn velen die sterk beginnen, maar halverwege stoppen. Sommigen vallen en keren terug naar het wereldse. Anderen worden moe en verliezen hun focus. Maar ik zeg je, na wat ik heb gezien, is het het niet waard. Niets in dit leven is het waard om je naam in dat Boek te verliezen.
Noot Claudia: Dit is vanuit het perspectief van een Protestant geschreven. Maar hier gaat het over de eerstelingen uit het Mariale leger. Dit werd uitgelegd aan Lorena. De eerstelingen zijn degenen die tegen de Antichrist moeten strijden en anderen moeten helpen. Dit zijn degenen die uiteindelijk allen omkomen in de Verdrukking en daarna in de Hemel worden opgenomen. Deze eerstelingen worden opgenomen in de Waarschuwing om hun missie te krijgen in de Hemel, en worden uitgestuurd om hun missie te beginnen. Er zijn natuurlijk veel meer mensen die in de Hemel komen dan deze 144.000 en er zijn ook meerder opnames. Jezus had het over 2 grote opnames aan het einde van de Verdrukking van 3.5 jaar.
13/4 Brief van Pilatus' vrouw - Following Christ - 2
Het moment was voor Claudia ondraaglijk en onvergetelijk. Ze had nog nooit zo'n vrede gezien, in het licht van zo'n wreedheid. Zijn kalmte verbrijzelde alles wat ze dacht te weten over rechtvaardigheid, macht en kracht. Het beeld van Jezus, die daar stond, veroordeeld, maar onwankelbaar was in haar geheugen gegrift. Toen ze hoorde dat Hij naar Goltha werd geleid, stortte haar geest in van wanhoop. Ze kon Hem niet volgen, maar in gedachten liep ze elke stap naast Hem. Ze stelde zich het gewicht van het Kruis voor, de zweepslagen nog vers op zijn rug, de spottende menigte, de pijn van de nagels en door dit alles heen zag ze Zijn gekneusd gezicht. Gekneusd maar kalm. Het was vol van iets heiligs.
De afstand deed er niet toe, ze voelde Zijn doodsangst alsof het haar eigen was. Het nieuws bereikte het paleis. Elk woord zwaarder dan het vorige. Hij was aan het Kruis genageld, boven de menigte opgeheven, bespot, bloedend, hijgend onder de brandende hemel. Claudia kon nauwelijks ademen. Hoe kon dezelfde man die ooit in vrede en macht stond, nu gebroken hangen, gemarteld door dezelfde wereld, die Hij kwam redden. Ze probeerde te bidden. Ze fluisterde tot de Romeinse goden om duidelijkheid, om troost voor alles. Maar haar gebeden vielen in stilte alsof de hemelen zelf zich hadden afgekeerd. Ze voelde zich verlaten en verpletterd onder de last van schuld die ze niet langer kon negeren.
Ze was er niet in geslaagd het te stoppen en nu kon ze alleen maar toekijken hoe de laatste adem van een onschuldige man werd gestolen door haat. Toen begon de lucht te verduisteren en de aarde begon te trillen. Claudia wist dat dit geen gewone dood was en dat dit geen gewone man was. Claudia keek toe hoe de lucht donkerder werd. Ze voelde de aarde onder haar voeten trillen. Het was alsof de natuur zelf schreeuwde, weigerend om stil te blijven in het licht van wat er zojuist was gebeurd.
Ze wist dat dit geen gewone dood was, dit was het begin van een tijdperk. De kruisiging van Jezus was niet zomaar een straf, het was een moment dat de geschiedenis in tweeën scheurde. Voor Claudia was Golgtha niet zomaar een heuvel, het was heilige grond, de plaats waar iets in haar brak en iets diepers begon te ontwaken. In de dagen die volgden trok ze zich terug in stilte. Geen woorden konden beschrijven wat ze had gezien. Ze was niet meer dezelfde en ze wist dat ze nooit meer dezelfde zou zijn. Maar toen begonnen de geruchten, gefluister verspreidde zich door de straten van Jeruzalem. Hij was opgestaan, Jezus was levend opgestaan.
In eerste instantie geloofde Claudia het niet. Hoe kon ze het? De wederopstanding tartte alle logica. Het verbrijzelde de rede. Ze nam aan dat het niets meer was dan wanhopige hoop van diepbedroefde volgelingen. Maar het verhaal wilde niet verdwijnen. De stemmen werden luider. Er kwamen getuigenissen, niet alleen van Zijn discipelen, maar ook van soldaten en zelfs van degenen binnen het Romeinse hof. Het graf was verzegeld en bewaakt, en toch was Zijn lichaam weg. Hoe meer ze hoorde, hoe meer haar hart trilde. Niet van angst, maar van ontzag. De droom, de stilte. Zijn blik, Zijn vrede in het licht van de dood.
Het kwam allemaal bij haar terug als een vervulde profetie. En op dat moment zag Claudia het duidelijk. Dit was niet zomaar een man, dit was het goddelijke, levend, overwinnend, onstuitbaar. Als Jezus echt was opgestaan, was elk woord dat Hij sprak waarheid. Elke daad van liefde, elke boodschap van vrede, elke belofte van hoop. Ze voelde zich alsof er een sluier van haar ogen was weggenomen. Alles zag er nu anders uit. Haar geloof, ooit gevormd door een rijk en ritueel, was verbrijzeld en herbouwd op iets diepers.
Een waarheid die niet kon worden ontkend. Een wonder dat ze voor altijd met zich mee zou dragen. Op dat moment leefde Claudia Procula met de onwrikbare wetenschap dat zij getuige was geweest van de meest heilige gebeurtenis in de geschiedenis: de wederopstanding van Jezus Christus. Deze gebeurtenis had de wereld en haar leven veranderd.
In de geschriften van Anna Katharina Emmerich:
Pilatus ging tot zijn vrouw, die Claudia Procla heet. Ze was zeer ontsteld en ontroerd. Haar gesprek met Pilatus duurde lang. Ze smeekte hem bij al wat haar dierbaar en heilig was, Jezus, de Heilige der Heiligen, toch geen onrecht aan te doen en zij vertelde hem enige taferelen uit har wonderbare dromen die zij deze nacht over Jezus had gehad. Zij zag de hoofdgebeurtenissen uit Jezus’ leven, zoals de boodschap van de Engel aan Maria, de geboorte van Christus, de aanbidding van de herders en de koningen, de voorzegging van Simeon en Hanna, de vlucht naar Egypte, de moordaanslag op de onnozele kinderen, de bekoring in de woestijn enz. Zij zag algemene beelden uit Zijn leven als heilige Leraar en Heiland. In haar visioenen en in al die taferelen zag zij Jezus steeds door een helder licht omstraald.
De boosheid, listen en hinderlagen van Zijn vijanden aanschouwde zij in schrikwekkende beelden. Zij zal de heiligheid en de smarten van Zijn Moeder, de heiligheid van Zijn eigen eindeloze pijnen, die Hij met zo’n een standvastige liefde en geduld doorstond. Zij leed daarbi een onbeschrijfelijke angst en droefheid, want al wat die beelden haar te zien gaven, was nieuw voor haar: ze waren onweerstaanbaar, overweldigend, overtuigend. Zo had ze de hele nacht veel geleden, vele wonderen gezien en waarheden vernomen. ’s Morgens werd ze wakker door het geraas en getier van de volksmenigte die met Jezus naar Pilatus kwam.
Toen ze later een blik naar buiten wierp herkende zij de Zaligmaker, Hemzelf die zij als hoofdpersoon in haar visioenen deze nacht had gezien. Juist op dit ogenblik werd Hij, gruwelijk gehavend en mishandeld, door Zijn vijanden over het forum naar Herodes gesleurd. Onmiddellijk ontbood zij in der haast Pilatus en zij vertelde hem vol angst en schrik vele taferelen uit haar visioen. Pilatus was zeer verwonderd, zelfs ontsteld door hetgeen zijn vrouw hem vertelde. Dit maakte hem onzeker, onrustig, maar weldra in het voorstel van zijn vrouw de goede oplossing zag, antwoordde hij haar dat hij reeds verklaard had dat hij geen schuld in Jezus vond en Hem niet zou veroordelen, omdat hij de hele boosheid van de Joden had doorschouwd.
Hij stelde zijn vrouw gerust door haar een onderpand te geven ten teken dat hij Hem niet zou veroordelen. Hij gaf haar een ring of zegel om haar gerust te stellen. Pilatus was een zeer verwarde, zelfzuchtige, veranderlijke mens, een mengsel van trots en laagheid, die zonder enige hogere vrees voor God, niet terugdeinsde voor de schandelijkste werken, wanneer het in zijn voordeel was, en die tegelijk op de onwaardigste en lafhartigste wijze bijgelovig tot alle afgodische praktijken en tot uitleg van tekenen zijn toevlucht nam, wanneer hij zich in verlegenheid bevond. Zo was hij nu in zijn netelige verwarring zijn goden te voet gevallen.
In een verborgen kamer, waar hij ze vereerde, wierookte hij voor hun beelden met de bedoeling allerlei tekenen van hen te bekomen. Hij was besluiteloos en onzeker in zijn gedachten. Satan blies hem nu deze, dan die gedachte in. Nuw as hij van oordeel dat Jezus als onschuldig in vrijheid gesteld diende te worden. Een ogenblik later was hij bang voor de wraak van zijn goden, wanneer hij deze Jezus, die er zo’n vreemde, ongehoorde opvattingen op nahield en zich zo wonderbaar over zichzelf uitliet als was Hij een soort afgod, in vrijheid stelde en Hem zodoende de mogelijkheid bood om zijn goden grote schade te berokkenen.
Toen Jezus terug voor Pilatus werd gebracht, nadat Herodes Hij van Herodus kwam, had een bode van zijn vrouw het onderpand laten zien aan Pilatus, dat hij haar had gegeven en hij zei hem: “Hierdoor laat Claudia Procla u zich iets herinneren!“ Pilatus begreep de wens van zijn vrouw. Maar de wankelmoedige Pilatus stelde Barabbas in vrijheid na het geschreeuw van het hele volk over het hele forum, en veroordeelde Jezus tot de geselstraf. Toen Jezus na de geseling aan de voet van de kolom neergezonken was, zond Claudia Procla een pak grote doeken naar Maria, Zijn Moeder om het bloed bij de geselkolom op te nemen.
Gedurende de geseling sprak Pilatus het volk nog verschillende keren toe, maar de menigte schreeuwde: Weg met Hem! Hij moet weg, ook al zouden wij allen ten gevolge daarvan moeten omkomen! Na de geseling, de doornenkroning en de bespotting van Jezus als koning, werd hij terug bij Pilatus gebracht. Pilatus toonde Hem aan het volk en sprak: Daar hebt U de mens, bezie Hem maar! Maar de Hogepriesters en gerechtsdienaren werden woedend bij het zien van de verscheurde Jezus, in wie zij als in een spiegel de lelijkheid van hun geweten beschouwden en zij schreeuwden: Weg met Hem, kruisig Hem!
Pilatus ondervroeg Jezus nog eens. En Claudia was in grote onrust en zond, wegens de wankelende houding van haar man, nog eens een bode tot Pilatus, om hem door het tonen van zijn pand, aan zijn belofte te herinneren, maar hij stuurde haar slechts een verward en bijgelovig antwoord terug. Hij verliet zich op zijn goden. Pilatus wilde Jezus nog een keer ondervragen met de hoop Hem een antwoord te ontlokken, dat hem uit zijn pijnlijke, verwarde situatie kon redden. Door zijn eigen verwarde gedachten, en door de schrik aanjaging van zijn vrouw en meer nog door de ernstige, dreigende woorden van Jezus, voelde hij zich volkomen besluiteloos. Hij keerde daarom naar Jezus terug in de gerechtskamer, waar hij onder vier ogen met Hem alleen was.
Hij wiep op de arme, van bloed druipende Jezus, een vorsende blik en tevens vreesachtige blik en dacht twijfelend: Zou deze dan toch niet een god kunnen zijn? Jezus zei hem verschrikkelijk ernstige waarheden. Hij toonde hem duidelijk aan, welk een koning Hij was en over wat voor Rijk Zijn heerschappij zich uitstrekete. Hij toonde hem wat de waarheid was, want Hij zei hem de waarheid. Hij openbaarde aan Pilatus al de verborgen misdaden die hem bezwaarden, de toestand van zijn geweten en voorspelde hem het lot, de ballingschap die hem te wachten stond, zijn afschrikwekkend levenseinde en tenslotte, dat Hij Jezus, eens zou komen om een rechtvaardig vonnis over hem uit te spreken.
Pilatus, half verschrikt en half verbitterd door die scherpe woorden van Jezus, riep nogmaals tot het volk dat hij Jezus in vrijheid wilde stellen, maar ze schreeuwden terug: Indien u deze loslaat, ben je geen vriende meer van de keizer, want al wie zich als koning opwerpt, is een vijand van de keizer! Pilatus begreep dat er met die razenden niet te onderhandelen viel. Hij vreesde voor een gewelddadige opstand. Nu liet Pilatus zich water brengen, dat een van zijn dienaren hem ten aanschouwe van heel het volk uit een schaal over de handen good en hij riep: Ik ben onschuldig aan het bloed van deze rechtvaardige. U mag het verantwoorden! Maar het verzamelde volk schreeuwde: Zijn bloed kome over ons en onze kinderen!
Pilatus, die niet de waarheid, maar een uitweg zocht, was meer dan ooit besluiteloos. Zijn geweten zei: Jezus is onschuldig! Zijn vrouw liet hem weten: Jezus is heilig! Zijn bijgeloof fluisterde hem in: Hij is een tegenstander van uw goden en zijn lafheid bedreigde hem: Hij is zelf een god en zal zich wreken! Angstig en toch gewichtig doende ondervroeg hij Jezus nogmaals en Jezus openbaarde hem zijn geheimste misdaden, zijn toekomstige ellendig lot en einde, en dat de nu voor hem staande beschuldigde op de jongste dag zou weerkeren, gezeten op de wolken de shemels om een rechtvaardig vonnis over hem uit te spreken.
Pilatus was verbitterd zichzelf zo door Jezus, die hij niet kon doorgronden, in de gehele naaktheid van zijn zielelaagheid doorschouwd te zien en een ellendige dood voorspeld te krijgen van iemand die hij zopas had laten gesleen en die hij tot de kruisdood kon veroordelen. Hij was vooral woedend omdat Jezus, die men nooit van leugentaal had beschuldig en die geen enkel woorde tot eigen rechtvaardiging had gesproken, zijn rechter op zo’n kritisch moment, in deze uiterste nood voor zijn rechterstoel durfde dagen op de jongste dag. Dit alles verontwaardigde zijn hoogmoed, maar omdat in die dwaze, wankelmoedige mens geen bepaald gevoel de bovenhand had, liet hij zich dan weer beheersen door de schrik van de Jezus’ bedreiging.
Hij wendde een laatste poging aan om Jezus vrij te laten. Maar op de bedreiging van de Joden hem bij de keizer aan te klagen, indien hij Jezus in vrijheid stelde, overweldigde hem een ander lafhartig gevoel: de vrees voor de aardse keizer zegevierde over zijn vrees die hij heimelijk voelde voor deze koning, wiens rijk niet van deze wereld is. Bang voor het dreigen van de Joden hem bij de keizer aan te klagen, voldeed Pilatus aan hun eisen tegen de belofte in, die hij zijn vrouw had gedaan, tegen alle recht en billijkheid, tegen zijn eigen overtuiging en geweten.
Pilatus nam plaats op zijn rechterstoel, en zei: Moet ik dan uwkoning kruisigen? En de Hogepriesters riepen: Wij hebben geen koning buiten de keizer! Pilatus begon dan de uitspraak van de veroordeling. Pilatus sprak met laffe en geveinsde verontwaardiging het doodvonnis tegen Jezus uit. Terwijl Pilatus het onrechtvaardig vonnis uitsprak, zond Claudia Procla hem het onderpand terug en zich van hem gescheiden verklaarde. Reeds diezelfde avond vluchtte ze weg uit het paleis naar de vrienden van Jezus en kreeg een schulplaats in het huis van Lazarus te Jeruzalem. Als Christene zocht ze later de apostel Paulus op en werd bijzonder bevriend met hem.
Een vergeten stem uit de geschiedenis spreekt en zou alles kunnen veranderen wat we dachten te weten over Jezus. Wat ooit werd afgedaan als gewoon weer een oude boekrol is opgedoken en de inhoud ervan is ronduit schokkend. Claudia Procula, de vrouw van Pontius Pilatus, liet een getuigenis achter dat zeldzaam gedetailleerd is en diep verontrustend. Ze was niet zomaar een toeschouwer. Ze was daar in het Romeinse paleis. Ze maakte het proces mee dat de wereld schokte. Terwijl de menigte schreeuwde om de Kruisiging zag Claudia iets wat anderen niet zagen. Iets wat ze nooit zou vergeten. Maar met wie was ze getrouwd? De Romeinse gouverneur van Judea.
Claudia was elegant, stil en oplettend. Terwijl Pilatus door de politieke chaos navigeerde, bewoog ze zich stil achter de schermen. Ze hoorde gefluister. Ze las gezichten. Ze voelde de spanning toenemen in Jeruzalem. En toen kwam Jezus. In tegenstelling tot anderen in haar kring die Hem bespotten, kon Claudia het niet meer negeren. Hoe meer ze hoorde over zijn wonderen, Zijn woorden, Zijn ogen, hoe meer iets in haar rusteloosheid, verwondering en angst opriep. Ze wist het nog niet, maar ze werd meegezogen in een goddelijk verhaal. Een verhaal dat haar voor altijd zou veranderen.
Claudia Procula leefde in een stil conflict, verscheurd tussen de trots van haar Romeinse erfgoed en het mysterie rond de man uit Nazareth. Elke dag, terwijl geruchten de ronde deden en de spanning toenam, voelde ze het diep in haar ziel. Haar man Pontius Pilatus zou binnenkort een moment tegemoet gaan dat de geschiedenis zou veranderen. Hoe kon iemand die liefde onderwees, zieken genas en vrede predikte, behandeld worden als een crimineel? De gedachte bleef haar achtervolgen. Hoewel ze in luxe leefde, was Claudia geen onbekende met schrijnende toestanden.
Als vrouw van Pilatus was ze getuige van de wreedheid die werd gebruikt om de orde in Judea te handhaven. Ze zag de onrust, het bloed in de straten, de kreten van de onderdrukten. Hoe meer ze observeerde, hoe duidelijker het werd. Rome onderdrukte niet alleen de opstand, ze probeerde iets heiligs het zwijgen op te leggen, iets eeuwigs. En Jezus stond centraal. Terwijl Pilatus bang was de controle te verliezen, vreesde Claudia iets diepers: ze stonden op het punt iemand te vernietigen die door God was gezonden. Haar ongerustheid veranderde in angst. Toen had ze op een nacht een levendige droom.
Ze zag Jezus, badend in een licht dat niet van deze wereld was. Hij liep kalm, zijn ogen vooruit gericht alsof Hij zich volledig bewust was van de pijn die voor Hem lag. Toch verzette Hij zich niet. Hij had iets goddelijks over zich. Claudia werd wakker van angst. Haar hart bonsde, haar geest was geschokt. Ze wist niet Ze was nog steeds achtervolgd door het beeld van Jezus in haar droom. Zijn ogen hadden haar ziel doorboord en ze kon het gevoel niet loslaten dat er iets catastrofaals nabij was. Normaal gesproken verwierp ze haar dromen maar deze keer was het anders. Het voelde als een waarschuwing van de Hemel.
Overweldigd door angst snelde Claudia naar Pilatus. Haar stem trilde en in haar ogen stond angst te lezen. Ze smeekte hem, pleitte om niets te maken te hebben met de veroordeling van Jezus. Dit was niet alleen politiek, dit was geen religie, het was iets veel groters, iets heiligs. Ze vertelde hem alles: het licht, de stilte, het verdriet geëtst op Jezus' gezicht. Ze beschreef de angst die zich als een storm om haar geest had gewikkeld, maar Pilatus, altijd de pragmaticus, wuifde het weg. Hij zag het als niets meer dan een verontrustende droom, een toeval, de verbeelding van een vrouw. Hij bood haar weinig troost.
Maar Claudia wist dat als Jezus veroordeeld werd, er iets onomkeerbaars in gang zou worden gezet en dat het hen voor altijd zou achtervolgen. Ondanks dat ze wist dat ze haar positie, haar invloed en zelfs het vertrouwen van haar man op het spel zette, kon ze niet zwijgen. De angst om onrecht voor haar ogen te zien gebeuren was groter dan de angst om alles te verliezen. Daarom confronteerde ze Pilatus nogmaals met een rustige maar vastberaden stem: "Deze man is onschuldig."
Ze fluisterde: "Er staat meer op het spel dan je beseft, wees alsjeblieft niet degene die dit moet doen“. Maar diep van binnen wist ze reeds dat de beslissing was genomen en dat de nachtmerrie nog maar net was begonnen. Claudia smeekte Pilatus nog een laatste keer: "Laat het rijk niet de smet dragen van het veroordelen van iemand zo zuiver," smeekte ze. "Deze man is anders dan iedereen die ooit in ons land heeft rondgelopen." Maar Pilatus bleef onbewogen, koud en berekenend tegenover haar.
Claudia's angsten waren geworteld in bijgeloof, emoties vertroebelden de rede. Hij kon zich zo'n zachtheid niet veroorloven. De gouverneur van Judea moest sterk en vastberaden overkomen, vooral nu de religieuze leiders bloed eisten en het volk op de rand van een opstand stond. Claudia zag het in zijn ogen, de ijzeren vastberadenheid die hij als een pantser moest dragen. Toch probeerde ze het nog eens, nog één keer nadenkend, fluisterde ze hem dit, voordat het te laat was. Maar haar woorden ketsten af op de muur van plicht die hem nu omringde. En toen kwam de dag. Een zware schaduw viel over Jeruzalem. Claudia voelde het reeds voordat ze haar ogen opendeed.
Een gevoel van angst zo heftig, dat het haar adem verstikte. Buiten het paleis was er beroering in de straten. Met chaotische kreten, een storm van stemmen die gerechtigheid of wraak eisen. Vanaf haar plaats op de achtergrond keek Claudia toe hoe het tafereel zich ontvouwde. Haar hart bonsde toen ze haar man naar het hof zag lopen. Zijn gezicht was bleek en vertrokken, gebukt onder de druk van een beslissing, die geen enkele man zou moeten nemen. Buiten brulde de menigte. Binnen klonken beschuldigingen als hamers op steen. Wonderen, godslastering, opstand. Claudia luisterde fragmentarisch, maar elk woord was als een dolk. Ze veroordeelden Jezus niet zomaar, ze bezegelden het lot van iets heiligs, iets eeuwigs.
Ze wist dat Pilatus niet wilde toegeven, maar ze wist ook dat hij zich geen rel kon veroorloven. De stemmen van de Hogepriesters, de eisen van het volk, ze waren luider dan de waarheid. Even hoopte ze dat hij genade zou kiezen, maar toen ze de kreten weer hoorde opkomen: "Kruisig Hem!", verbrijzelde haar hoop. Het vonnis was niet langer van Pilatus, het behoorde toe aan de menigte en daarom stond Claudia in stilte toe te kijken hoe de geschiedenis instortte onder het gewicht van angst en trots. Claudia stond bevroren door het gewicht van de realiteit. Verzonken in haar wanhopige smeekbede van de vorige nacht was er niets veranderd.
Pilatus zat gevangen tussen de ijzeren greep van Rome en het gebrul van het volk en nu glipte het proces aan zijn controle voorbij. Ze kon het niet meer aanzien hoe het eruit zag. Elk woord van beschuldiging, elke kreet om veroordeling voelde als een dolk die zich dieper in haar ziel wrong. Niet in staat de verschrikkingen te verdragen die zich voor haar ontvouwden, trok Claudia zich terug. Haar hart was zwaar van de zekerheid dat de tragedie, die ze had gevreesd, nu onvermijdelijk was.
Toch voelde ze zelfs van een afstand de sfeer veranderen. De stemmen buiten klonken luider en hectischer. De rechtszaal trilde van spanning, terwijl de eisen om de dood de lucht vulden. Claudia keek Pilatus aandachtig aan. De man die zich ooit kalm had gedragen, keek nu vermoeid. Hij was in conflict. Zijn gezicht geëtst van twijfel. Zijn ogen verraadden een kwelling die hij niet kon verbergen.
Hij probeerde de menigte tot rede te brengen om een alternatief te bieden, maar zijn woorden werden overstemd door woede. De Hogepriesters drongen onverbiddelijk harder aan op de executie van Jezus. Achter Pilatus' masker van autoriteit zag Claudia iets rauws: een man die bezweek onder het gewicht van een beslissing, die hij niet wilde nemen. Er zou vandaag geen gerechtigheid zijn, de menigte zou geen uitstel accepteren, geen compromis aanvaarden. Genade had geen stem op die plaats en Claudia ooit stoutmoedig, ooit uitdagend, voelde nu haar eigen stem tot zwijgen gebracht, begraven onder het lawaai van de menigte. Toen kwam het moment en Pilatus nam een kom.
Hij dompelde zijn handen langzaam in water. Hij waste ze schoon voor het volk. Claudia voelde een rilling door haar hele lichaam gaan. Dat simpele gebaar sprak luider dan woorden. Hij gaf zich over, alleen aan de wil van de menigte, maar aan iets duisterders: angst zelfbehoud en stilte. En hoewel zijn handen nu schoon waren, wist Claudia dat zijn ziel dat niet was, omdat diep van binnen Pilatus net als zij begreep dat wat er zojuist was gebeurd nooit ongedaan kon worden gemaakt. Terwijl het vonnis door de gangen galmde voelde Claudia de tijd stilstaan. Dit was het moment waarvoor ze had gevreesd. De laatste kans om het ongedaan te maken was verdwenen. Nu was er alleen nog stilte en het gewicht van spijt.
Ze keerde terug naar haar vertrekken, maar het paleis voelde niet langer als thuis. Ooit was het groots en vol waardigheid. Het voelde nu levenloos aan, als een graf. De lucht was dik van iets dat ze niet kon beschrijven. Een spookachtige stilte, alsof Jeruzalem zelf zijn adem inhield. Verzwolgen door een verdriet dat te diep was voor woorden. Ze keek toe hoe Pilatus zich in zichzelf terugtrok. Zwijgend stoïcijns. Hoewel hij gebroken was, had hij zijn handen gewassen voor de menigte. Claudia wist dat het gebaar niets betekende. Zijn ziel was nog steeds bevlekt door het besluit waaraan hij niet kon ontsnappen. En in zijn ogen zag ze wat hij niet hardop wilde zeggen. Twijfel, schuld en de verpletterende wetenschap dat geen water ooit kon zuiveren wat er was gedaan. De leegte was nog dieper.
Het beeld van Jezus, sereen, stil, waardig, zou haar geest niet verlaten. Zijn kalmte in confrontatie van haat. Zijn stille kracht onder druk. Het achtervolgde haar. De nachtmerrie die ze ooit had verworpen, leek nu een profetie en het enige wat ze kon doen was wachten en toekijken. Het paleis was onnatuurlijk stil geworden. De stemmen van de menigte die om kruisiging schreeuwde, galmden nog steeds na in haar geest. Elk geluid, elke herinnering gegrift was in haar geest gegrift. Ze realiseerde zich dat noch zij, noch Pilatus, ooit zouden ontsnappen. Deze dag hadden ze een grens overschreden en er was geen weg terug. Toen klonk het gefluister. Jezus werd weggevoerd om gemarteld te worden.
De woorden troffen haar als een mes. Ze had Hem maar één keer gezien maar Zijn aanwezigheid was onvergetelijk. Nu was diezelfde man in handen van brute soldaten, bespot, vernederd, gekroond met doornen. Ze behandelden Hem als een crimineel, maar het enige waar Hij ooit over had gesproken was liefde, vrede, vergeving. Claudia kon het niet begrijpen hoe de wereld zo blind kon zijn voor de waarheid.
Hoe kon macht zuiverheid zo gemakkelijk verpletteren en hoewel ze machteloos was om het te stoppen voelde ze elke zweepslag, elke belediging, elke doorn, alsof het lijden van die man door haar eigen ziel drong. Claudia kon nauwelijks begrijpen hoe een man die niets anders dan waarheid en liefde had gesproken met zulke wreedheid kon worden behandeld.
Bij elk nieuws kreeg ze een nieuwe klap. Een nieuwe belediging voelde als een steen die zwaarder op haar borst drukte. Er wikkelde zich een schuldgevoel om haar heen als een lijkwade en met elk voorbijgaand uur leek de wereld om haar heen dieper af te dalen in een meedogenloze duisternis. Haar droom, haar intuïtie, zelfs de angst in haar ziel, waren allen waarschuwingen. Iets ver buiten de menselijke controle ontvouwde zich. Ze voelde afkeer voor wat er gebeurde, maar onder de gruwel was er een vreemde aantrekkingskracht. Het dwong haar om meer te weten.
Het was alsof Zijn lijden deel uitmaakte van een goddelijk mysterie, een doel te groot voor woorden. Claudia begon haar plaats in dit alles te begrijpen. Ze was geen beschermer, geen beïnvloeder van het lot. Ze was een getuige, machteloos tussen de brute kracht van Rome en de stille kracht van Jezus en toen gebeurde het in een kort en onverwacht moment. Haar ogen ontmoetten de Zijne. Die blik, stil, helder, eeuwig doorboorde haar. Jezus keek haar aan met een sereniteit die de logica tartte, met een diepte die voorbij alles zag. In die paar seconden voelde Claudia iets dat ze nog nooit eerder had gekend: een overweldigend mededogen, een stille kracht en een kennis die geen woorden nodig had.
Hij keek niet naar haar als een gevangene, niet als een man die wacht op de dood. Hij keek haar aan alsof hij haar ziel kende en haar reeds had vergeven. Het moment ging snel voorbij, maar het liet een spoor achter, dat ze niet kon verklaren. Die blik volgde haar door de gangen, door de stilte, door het gebed. Waar ze zich ook wendde, het bleef bij haar als een licht dat scheen te midden van haar schaamte. Claudia had nog nooit zulke vrede gezien, vooral niet bij iemand die de dood recht in het gezicht staarde.
Het verontrustte haar diep en toch gaf het haar ook hoop. Voor het eerst zag ze iets dat verder reikte dan Rome, voorbij de rede, voorbij haarzelf. Ze wenste wanhopig dat Pilatus had geluisterd, dat hij het allemaal had gestopt, maar het was te laat. Alles wat ze nog had, was de herinnering aan dat moment. Een blik die alles veranderde, een herinnering die ze niet zou meedragen als een teken van schuld, maar als het begin van iets heiligs in haar. Toen de dag van de Kruisiging aanbrak stond Claudia Procula op de rand van wanhoop. Vanaf het eerste ochtendlicht greep een diepe en verstikkende angst haar borst.
Het voelde alsof haar ziel werd verscheurd door iets veel groters dan verdriet. Ze had de zin gehoord "Jezus moet zijn eigen Kruis naar Golgota dragen." En met elk nieuws werd haar angst groter. Ze kon zichzelf er niet toe brengen de processie te volgen, maar haar gedachten lieten haar niet los. Het was alsof ze elk moment van Zijn lijden voelde, elke struikeling over de stenen van de Via dolorosa, elke zweepslag, elk gejoel van de menigte. Claudia voelde het allemaal in haar botten. Ze wist dat dit het einde was. Een onschuldige man liep naar zijn dood en ze kon niets doen om het te stoppen. Ze trok zich terug in een rustig hoekje van het paleis. Claudia probeerde zich te beheersen, te bidden, te ademen om de storm in haar te stillen, maar de beelden overspoelden haar geest.
Jezus genageld aan een kruis, hangend boven de aarde. Hij leed niet alleen door de pijn, maar ook door de wreedheid van een wereld die Hem had afgewezen. Sommigen zouden Hem met minachting aankijken, anderen misschien met verdriet, maar niemand zou het echt begrijpen, zelfs zij niet. En toch huilde ze toen ze hoorde dat Jezus aan het Kruis was verheven. Ze voelde alsof een mes door haar geest was gegaan. Ze had nooit helemaal begrepen wie Hij was, maar ze wist diep van binnen dat deze man een Heilige last droeg en nu was Hij alleen, blootgesteld, bloedend, onder een zon die teveel had gezien.
Claudia realiseerde zich toen, dat ze nooit meer dezelfde zou zijn. Dit was niet zomaar de dood van een onschuldige. Het voelde als het uitdoven van iets Goddelijks. De Hoop gekruisigd. Die dag zou haar nooit verlaten, niet in haar dromen, niet in haar stilte, niet in de jaren die zouden komen. Toen ze zich Jezus herinnerde was het beeld levendig, niet majestueus op de manier waarop de Romeinen macht vereerden, maar opvallend op een stille, uitdagende manier. Hij had een donkere huid verweerd door de zon en de tijd. Het gezicht van een man die tussen de mensen liep, niet boven hen.
Zijn aanwezigheid tartte elke verwachting die ze had gehad. Hij was geen figuur uit een legende of mythe, maar van de waarheid, levend, ademend, lijdend en nu stervend. Claudia zou het gewicht van dat beeld de rest van haar leven met zich meedragen. Niet zomaar van een gekruisigde man, maar van een licht dat de wereld niet had erkend voordat het te laat was. Hoewel Hij tussen de mensen liep, met gemak opgaand in de menigte, droeg Jezus een aanwezigheid uit die allesbehalve gewoon was.
Claudia zag het op het moment dat ze Hem echt aankeek. Zijn gelaatstrekken waren ruig, door de zon getekend door arbeid, eenvoud en het leven onder het gewone volk. Hij had geen koninklijke uitstraling, geen tekenen van rijkdom of macht, zijn haar was donker, licht golvend, onverzorgd door de wind in het stof van de straten. Het omlijstte Zijn gezicht op een zachte manier. Hij had een stille waardigheid, die Hij moeiteloos leek uit te dragen en dan waren er Zijn ogen die bruin, diep en onverzettelijk waren toen Claudia erin keek.
Het voelde alsof ze in een zee van onuitgesproken waarheid viel. Er was een mededogen daar, doordringend en diepgaand. Het was alsof Hij alles zag en nog steeds hield van wat Hij zag. In die blik voelde ze haar twijfels ontrafelen, haar overtuigingen wankelen. Zijn ogen hielden een stuk vast dat haar deed twijfelen aan de hele wereld, waar ze vandaan kwam. Zijn baard, bijgeknipt maar niet gestyled, gaf hem een vastberaden blik: zacht maar sterk. Er was geen pretentie, geen ijdelheid, alleen rauwe menselijkheid gedragen als een mantel van nederigheid. In tegenstelling tot de strenge, autoritaire gezichten van Romeinse leiders was Zijn uitdrukking open, verwelkomend, standvastig.
Claudia realiseerde het zich toen dat Zijn schoonheid niet in vorm te vinden was maar in aanwezigheid. Hij straalde iets onzichtbaars, maar onmiskenbaars uit, een heilige kracht, een stille macht. Het was niet Zijn uiterlijk dat haar veranderde, het was Zijn essentie voor de wereld. Hij leek een gewone man, maar voor Claudia vertegenwoordigde Hij nu iets eeuwigs. Toen het proces begon, stond Claudia gespannen, haar adem oppervlakkig, haar handen gebald. Het tafereel was zowel plechtig als chaotisch. Jezus stond stil, beschuldigd door de Hogepriesters en leiders die hem met giftige passie van godslastering en rebellie beschuldigden, maar te midden van hun geschreeuw en theatrale gebaren zei Hij niets.
Hij verdedigde zichzelf niet, dat hoefde Hij niet. Claudia kon het niet begrijpen, maar ze kon het voelen. Zijn stilte was geen zwakte, het was kracht. Hij stond daar alsof Hij de afloop al wist. Alsof dit alles, elke belediging, elke leugen, onderdeel was van een plan dat veel groter was dan ze allen konden bevatten. Ze richtte haar blik op Pilatus. Hij zag er bleek en gespannen uit, in tegenstelling tot haar. Claudia had hem met helderheid en controle zien regeren, maar nu was er iets veranderd. Elk woord dat hij sprak, elke blik op Jezus, elke poging om de storm om hem heen te kalmeren, openbaarde een man die langzaam uit elkaar viel.
Claudia wist dat haar man op dit moment niet alleen met politieke druk te maken had, maar met iets spiritueels, iets eeuwigs, en hij wist niet wat hij ermee aan moest. Pilatus stond voor de menigte, zichtbaar gebroken, zijn stem was onzeker toen hij vroeg: "Wat moet ik doen met deze man die Jezus heet?" Het antwoord kwam als de donder: "Kruisig Hem!" Het woord trof Claudia als een mes. Ze had dit moment gevreesd en bad dat het niet zou komen maar nu was het daar en er was niets wat ze kon doen om het te stoppen.
Haar hart deed pijn met een pijn die fysiek aanvoelde alsof haar ziel werd verpletterd onder het gewicht van onrecht. En toch bleef Jezus stil. Hij protesteerde niet, Hij smeekte niet, Hij stond daar stil en Zijn stilte sprak luider dan welke verdediging ook. Hij had een serene blik en Hij leek standvastig te accepteren wat voor Hem lag niet, met nederlaag maar met een doel. Het was alsof Hij reeds vrede had gesloten met zijn lot.
2/4 Ik wil dat mijn verzoek om gebed en boete door al mijn kinderen wordt verhoord - Marcos Tadeu Teixeira
Maria: Lieve kinderen, vandaag nodig ik jullie opnieuw uit tot boete en gebed.
Boete! Boete voor de bekering van zondaars, zoals ik altijd heb gevraagd in Heroldsbach en La Codosera.
Ik wil dat mijn verzoek om gebed en boete door al mijn kinderen wordt verhoord.
Ik wil dat jullie drie medailles van het Barmhartige Hart van mijn zoon Jezus geven aan drie kinderen die er geen hebben.
Dat ze vier keer de gemediteerde Rozenkrans nr. 61 bidden voor de vrede in de wereld. Alleen de Rozenkrans kan de vrede redden. (...)
Ik wil dat deze Rozenkrans aan al Mijn kinderen bekend wordt gemaakt. Ik zal een grote beloning in de hemel geven aan hen die deze door jullie gemediteerde Rozenkrans verspreiden. Zo zal Mijn Onbevlekt Hart zegevieren en de werken van Mijn vijand neerslaan.
Blijf Mijn Rozenkrans elke dag bidden, mediteer meer over Mijn boodschappen, vooral die welke Ik hier in januari van dit jaar heb gegeven. Zo zal Mijn Onbevlekt Hart meer in jullie werken en zal Mijn Liefdesvlam wonderen verrichten.
Ik zegen jullie allen met liefde: vanuit La Codosera, vanuit Pontmain en vanuit Jacareí.
Maria: Kinderen, alle mensen, doe het goede en het juiste: zoek elkaar. Besluit jezelf te zoeken, maar wees eerst nederig, leg alle franjes af en vergeet niet dat je de blik van Christus zult ontmoeten en als je niet oprecht bent, zul je niet oprecht zijn met Jezus.
Kom op, mijn kinderen, kijk eens naar wat er om je heen gebeurt, wat kan moeilijker te begrijpen zijn dan bommen die op je vallen? Niets! Doe het dan voor je gezin, doe het dan altijd met liefde. Je denkt er niet meer over na maar het gezin heeft de Hemelse Vader als hoofd.
Je wilt niet luisteren naar deze Moeder die je reeds lang zegt dat je verenigd moet zijn, want verenigd ben je sterker.
Als je afstandelijk bent, ben je een gemakkelijke prooi voor Satan. Doe wat ik je zeg, want dit is iets waar onze Hemelse Vader eeuwig op heeft gewacht. Wanneer die dag komt en jullie verenigd zijn, zul je de vreugde van onze Hemelse Vader zelfs op aarde voelen. Terwijl jullie verdergaan, zullen jullie je tocht zo voortzetten en zullen jullie begrijpen dat niets meer hetzelfde is als voorheen. Er zal veel meer begrip en liefde tussen jullie zijn, omdat de kwelling voorbij is.
PRIJS DE VADER, DE ZOON EN DE HEILIGE GEEST.
Kinderen, Moeder Maria heeft jullie allen gezien en heeft jullie allen lief vanuit de diepte van haar Hart.
9/4 De H. Harten van Jezus en Maria zullen verschijnen - Myriam Corsini, IT
9/4 De H. Harten van Jezus en Maria zullen verschijnen - Myriam Corsini, IT
H. Maagd Maria: In de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest zegen ik jullie.
Mijn kinderen, ik neem jullie bij de hand en leid jullie met mij langs de paden die naar de Hemel leiden, naar jullie Vader, degene die jullie geschapen heeft en wacht om jullie weer bij zich te nemen.
Wees volgzaam aan de wil van jullie Vader, gehoorzaam mij: ... Ik zal jullie leiden volgens het ontvangen mandaat, als Koningin van de Engelen en de Heiligen, naar de eeuwige glorie! Mijn kinderen, jullie zullen overwinnen in Christus de Heer.
Ik omhels jullie, geliefde kinderen, dit zijn de laatste tijden die jullie op aarde zullen beleven: ... moeilijke tijden voor velen, maar vreugde voor anderen.
Zie, de Hemelen openen zich, de Heer God zal spoedig over Zijn volk komen, Hij zal zich in Zijn grootheid manifesteren: ... Zijn vurige verlangen is jullie allen bij zich te nemen, jullie helemaal tot de Zijne te maken, jullie uit de klauwen van Satan te rukken. Ga door, mijn kinderen, wees trouw aan de heilige leer van de Kerk, wandel volgens Gods heilige wil, onderhoud zijn geboden en wees lief voor elkaar.
Spoedig zullen jullie de aarde hevig voelen beven, jullie zullen de roep horen van zoveel zielen die om hulp vragen. Bid!
O, jullie die hier zijn, zoals altijd, jullie die de wil van jullie Hemelse Vader respecteren, jullie die ervoor gekozen hebben om bij God te zijn, zie, er zullen vreugdevolle tijden voor jullie aanbreken.
Geliefde kinderen, jullie zullen spoedig in het bezit zijn van deze Heuvel! Hier zal God Zijn glorie openbaren! Twee harten verenigd! ... De Heilige Harten van Jezus en Maria zullen verschijnen, ze zullen boven de Grot blijven hangen, het zal een ongrijpbaar en eeuwig teken zijn.
Mijn kinderen, jullie zijn het Nieuwe Tijdperk binnengegaan, jullie zetten reeds je voeten op een Heilig Land, jullie gaan het nieuwe leven binnen in het geluk dat de levende God jullie biedt.
Ik omhels jullie, ik neem jullie mee, ik zegen deze plek, ik zegen deze Grot! Ik zegen ieder van jullie! ...Binnenkort zal geen van Mijn kinderen meer hoeven te lijden. Ik, Allerheiligste Maria, genees hen door de handen van God. Amen.
Laten we verder gaan. Ik voeg Mijn handen bij de jouwe, samen smeken we om de verwachte wederkomst van Jezus, we staan in liefde met Hem.
Tweede Locutie
Duisternis zal over de aarde neerdalen.
Jullie hoeven niets te vrezen, want de engelen zullen aan je zijde staan en je beschermen.
Ik ben hier in je midden en Ik omhels jullie, houd jullie vast aan Mijn Onbevlekt Hart en smeed jullie tot nieuw leven volgens Gods wil.
Ik ben Moeder van God en jullie Moeder, Ik ben vanuit de Hemel gezonden om jullie te leiden, nooit zal Ik jullie verlaten, nooit, Mijn kinderen, nooit!
Binnenkort zal de hemel donker worden, de sterren zullen niet meer schijnen, de zon en de maan zullen doven, alles in de hemel zal doven, duisternis zal op aarde neerdalen en duisternis zal verwoestend zijn voor de harten van mensen ver van God.
O jullie, geliefde kinderen, jullie gelovigen, hoeven niets te vrezen, want de engelen zullen aan jullie zijde staan en jullie beschermen. God heeft al in Zijn plan voorzien dat al Zijn kinderen beschermd zullen worden door Zijn engelen, jullie huizen zullen bewaakt worden, jullie kinderen zullen zich snel bekeren omdat ze zich jullie woorden en leringen zullen herinneren, ze zullen volgens Goddelijke suggestie begrijpen dat de tijd voorbij is.
Op aarde zal het donker worden, het leven zal niet meer hetzelfde zijn!
De vreselijke profetie is vervuld, de wereld zal in handen vallen van de helse vijand, maar de Heer God zal ingrijpen om te zeggen: "Het is genoeg."
Zorg, Mijn kinderen, voor een kleine voedselvoorraad in jullie huizen, en sacramentaliën.
Geliefde kinderen, jullie hoeven niets te vrezen, Ik zal aan jullie zijde staan.
Nog een klein beetje, maar heel weinig, Mijn kinderen! De tijd is voorbij, God heeft de tijd van Zijn barmhartigheid afgesloten, nu breekt de tijd van grote verdrukking in Zijn gerechtigheid aan.
Bereid jullie voor, help elkaar, bereid de schuilplaatsen voor die klaar moeten staan wanneer de Heer roept. Ga je gang, laten we bidden, laten we bidden, laten we bidden, laten we bidden, laten we bidden, Mijn kinderen, laten we bidden.
4/4 Spoedig zal Ik een haltepunt aanwijzen - Christine, FR
4/4 Spoedig zal Ik een Haltepunt aanwijzen - Christine, FR
DE HEER- Mijn kinderen, wanneer de sterren van de hemel vallen, zal de grote verdrukking aanbreken die is voorspeld. Omdat jullie niet naar Mijn Woord van Leven hebben geluisterd, omdat jullie Mijn geboden van liefde hebben verloochend en vertrapt, omdat jullie ervoor hebben gekozen om naar jullie eigen wil te leven en omdat jullie door jullie onzuivere en smerige wetten in decadentie zijn afgedaald, zal de Hemel die jullie hebben verwaarloosd zich tegen jullie keren.
Kinderen, jullie zijn kinderen met een stijve nek en jullie weten niet hoe jullie je knieën moeten buigen. Jullie zijn vol vertrouwen en trots en vergeten dat de Hemel alle macht over jullie heeft. Door te kiezen voor het Beest en zijn volgelingen, door ervoor te kiezen ver van Mij te leven, zullen jullie de voorspelde verdrukkingen ervaren en zal de Aarde van jullie voorouders, die jullie niet langer respecteren, zich tegen jullie keren.
De aarde was jullie moeder aarde, die Ik jullie gaf zodat jullie konden bloeien en vermenigvuldigen, maar jullie hebben haar vernederd en verontreinigd. Jullie hebben haar niet liefgehad en jullie hebben haar niet bedankt voor haar weldaden. Jullie hebben haar niet gerespecteerd, daarom zal ze in opstand komen tegen jullie die haar niet hebben gevoed met Mijn geboden van liefde.
Zo weinigen, zo weinigen danken voor de gave van de Hemel, voor de gave van de zegeningen van de aarde, dat de aarde zelf, als levende planeet, reageert en in opstand zal komen tegen jullie herhaalde agressies. Jullie weten niet hoe lief te hebben of te danken, daarom zal ze geen goede vrucht meer dragen en de hongersnood die zal komen, zal jullie verantwoordelijkheid zijn, want liefde vraagt om liefde en onverschilligheid leidt tot decadentie, tot vergetelheid.
Nu is alles wat bestaat van geest en jullie ontkennen de Geest, en omdat jullie de Geest ontkennen en de geest in alles is wat leeft, mensen, zullen alle elementen zich tegen jullie keren. Jullie hebben de liefde die in het universum heerst mishandeld en genegeerd en zijn jullie paden blijven volgen in totale onwetendheid over de gave die elk levend deeltje jullie vrijelijk heeft gegeven.
Jullie hebben de liefde veracht met jullie onwetendheid, jullie brutaliteit, jullie trots. En jullie, die leven van jullie moderniteit en jullie geavanceerde robottechnologieën, zullen worden opgeslokt door jullie eigen kennis en de robotisering van alles zal jullie ondergang zijn. Jullie bewegen je richting Duisternis en verdrijven het Licht uit jullie leven.
Kinderen, ik roep jullie op om tot Mij terug te keren, om al deze geavanceerde technologieën van jullie weg te jagen, die jullie niet verstandig gebruiken, maar die jullie superioriteit vernietigen en veiligstellen, of dat denken jullie tenminste. Bovendien zal Ik niet toestaan dat een klein aantal, gemanipuleerd door Satans trots, vernietigt wat Ik heb bevolen en Ik zal Moeder Natuur het recht geven zich te verdedigen tegen de gevaren die jullie haar aandoen, jullie die haar laten lijden terwijl zij jullie vreugde en troost heeft gegarandeerd.
Maar, zoals alle kinderen van de Duivel, hebben veel van Mijn kinderen, die Mijn kinderen waren, zich van Mijn Aangezicht afgekeerd om de ongebreidelde, hatelijke en trotse Duivel te dienen. Ze hebben zijn beloften van macht en trots gehoord, en ze hebben zich laten meeslepen door de hoogmoed van macht die hen zal vernietigen en die, helaas, ook veel van Mijn trouwe kinderen zal vernietigen, door de dwaze trots van eerstgenoemden. Veel van Mijn onschuldigen zullen omkomen vanwege hun afvalligheid en trots.
Kinderen van de onderwereld, stop met jullie bloedbad en laat jullie trots je ingewanden verwoesten! Ik zal niet toestaan dat jullie doorgaan met jullie afvalligheid die al Mijn geliefden tot decadentie voert. Veel van Mijn kinderen, die hun hart in Mijn Hart hebben, lijden onder jullie afvalligheid en bieden zich in stilte aan voor de redding van de wereld en van zichzelf.
Ik zal spoedig een halteplaats instellen voordat jullie, in een helse slachting, onschuldige mensen vervolgen die naar Mijn geboden luisteren en die in stilte lijden, huilen en smeken. Jullie trots, die niets meer is dan wreedheid, leidt bevolkingen tot decadentie omdat het jullie niets kan schelen. Jullie dienen jullie trots, staatslieden, en niet jullie plicht jegens jullie volk.
Waar zijn de koningen van Frankrijk die, net als Clovis, van hun volk hielden? Wie van jullie zou zijn leven geven om er ook maar één te redden? Niet één! Omdat jullie trots opbouwen en trots in jullie leeft. Jullie staan niet ten dienste van jullie naaste, in de redding van jullie naaste, maar jullie nemen je naaste in gijzeling om jullie trots te beschermen en de top van de berg te beklimmen.
Bovendien zullen jullie vallen, pompeuze, verraderlijke en trotse leiders, en net als Pompeii zullen alle steden bedolven onder trots, hebzucht, macht en plezier verdwijnen, en met hen de kwaadaardige leiders die jullie zijn, die duivelse wetten verdedigen en verkondigen in dienst van het Beest!
Ik kom om Mijn kinderen mee te nemen en hen te verzekeren van Mijn goddelijke bescherming; en jullie die Mijn wetten misbruiken en erom lachen, zullen niet aanwezig zijn bij het Bruiloftsmaal van het Lam, dat Ik ben. En Ik zal jullie zeggen: "Ga weg van Mij, jullie die Mijn kleintjes hebben misbruikt, jullie die eerst jezelf hebben gediend in plaats van te dienen."
Jullie die dachten dat jullie de overwinning zouden behalen, zullen decadentie verkrijgen en alleen eindigen in de afgrond van de Hel. Jullie zullen vergezeld zijn door al die overtollige en overvolle magen, terwijl zovelen van Mijn kinderen sterven en onverschillig lijden! Kinderen, verbeter jullie leven snel voordat de hemel instort!
Kinderen, kom en vul de biechtstoelen en jullie zullen je ziel redden, jullie zullen je leven redden. Ik wacht op jullie met een open Hart, klaar om jullie te vergeven en jullie het nieuwe pad te tonen dat jullie moeten volgen. Ik, die de Redder van het universum ben, Ik, die Liefde en de Rechtvaardige Rechter ben. Ik veroordeel jullie niet om jullie fouten, als jullie ze aan Mij overgeven, maar Ik vergeef jullie, zodat jullie genezen mogen worden van de wonden van Satan. Hij schept er genoegen in Mijn Schepping te vernietigen voor het plezier van het kwaad.
Kinderen, luister niet naar de Boze die jullie van Mij afkeert. Ik ben degene die vergeeft en die jullie de zalving van vreugde, bevrijding en kracht brengt. In Mij, kinderen, zullen jullie leven in overvloed vinden en hebben. Alleen Liefde draagt liefde en alleen de Liefde die Ik ben, bevrijdt jullie uit de valstrikken van de Boze. Kom tot Mij, Ik wacht op jullie en Ik open Mijn armen om jullie te verwelkomen als de terugkerende verloren zoon. Ik wacht om jullie aan Mijn boezem te sluiten en jullie met Mijn liefde te omhelzen. Kom terug, kinderen, en jullie zullen gered worden en jullie zullen Mijn voorhoven binnengaan en leven.
Kinderen, Ik ben Leven en het Zout des Levens. Zonder Mij kunnen jullie niet leven, zonder Mij hebben jullie geen Leven. Jullie hebben het ware Leven in Mij, die jullie Schepper ben. De verloren zoon, degene die terugkeert naar zijn Vader, vindt vreugde en overvloed in zijn hart wordt hem gegeven.
Leef als kinderen van God en alles zal je bovendien gegeven worden. Liefde roept liefde. Ik roep jullie, kinderen! Moge de grote Verdrukking jullie niet gesloten en slapend aantreffen, maar mogen jullie harten geopend worden en jullie geesten ontstoken en jullie zullen leven!
Moge Mijn vrede jullie vrede zijn! Mijn liefde is met jullie, volg het pad! Blijf in gebed en het pad zal voor jullie uitgestippeld worden. Jullie zullen niet bang zijn, Ik zal jullie de engel van vreugde sturen die jullie op de weg zal leiden en jullie zullen niet vallen en jullie zullen niet bezwijken voor de aanvallen van de Boze die jullie op elk moment bespioneert en besluipt. Bid, kinderen, en blijf in Mijn liefde!
Ik kom om Mijn kinderen te zoeken en hen te leiden naar de grenzen van Mijn Hemel van Glorie.
15/4 Russen die buitenaards ruimteschip hebben neergeschoten - Niburu
15/4 Volgens vrijgegeven CIA document hebben Russen buitenaards ruimteschip neergeschoten - Niburu
Soms worden er documenten vrijgegeven met daarin heel bijzondere informatie. Zoals neergeschoten buitenaardsen die wraak namen door Russische soldaten in objecten van kalksteen te veranderen.
Het virale rapport is een samenvatting van een artikel dat gepubliceerd werd door het Canadese Weekly World News en de Oekraïense krant Holos Ukrayiny en werd aanvankelijk vrijgegeven aan het publiek in mei 2000. Het verslag uit eerste hand beschrijft een vergeldingsaanval van buitenaardse wezens nadat Sovjetsoldaten naar verluidt een UFO hadden neergeschoten die over een militaire basis vloog.
De buitenaardse wezens zouden uit het wrak tevoorschijn zijn gekomen, zijn samengesmolten tot één object, in een fel licht zijn uitgebarsten en op twee na alle soldaten in steen hebben veranderd. Er werd geschat dat het incident plaatsvond tussen 1989 en 1990, nadat het voor het eerst was gepubliceerd in 1993.
Het CIA document is hier te zien en het volgende is wat er in het document staat:
Nadat Mikhail Gorbatsjov in 1991 de KGB opdoekte, vond veel materiaal van die afdeling zijn weg naar het buitenland, met name naar de CIA. Zoals gemeld door het gezaghebbende tijdschrift Canadian Weekly World News, verkreeg de Amerikaanse inlichtingendienst een dossier van 250 pagina's over de aanval van een ufo op een militaire eenheid in Siberië.
Het dossier bevat niet alleen veel documentaire foto's en tekeningen, maar ook getuigenissen van daadwerkelijke deelnemers aan de gebeurtenissen. Eén van de vertegenwoordigers van de CIA verwees naar deze zaak als “een gruwelijk beeld van wraak door buitenaardse wezens, een beeld dat je bloed doet bevriezen.”
Volgens het KGB-materiaal verscheen een vrij laag vliegend ruimteschip in de vorm van een schotel boven een militaire eenheid die routinematige trainingsmanoeuvres uitvoerde. Om onbekende redenen lanceerde iemand onverwacht een luchtdoelraket en raakte de ufo. Het viel niet ver weg op aarde en vijf korte humanoïden met “grote hoofden en grote zwarte ogen” kwamen tevoorschijn.
In de getuigenissen van de twee soldaten die in leven bleven, staat dat de buitenaardse wezens, nadat ze zich uit het puin hadden bevrijd, dicht bij elkaar kwamen en toen “samensmolten tot één enkel object dat een bolvorm kreeg”. Dat object begon scherp te zoemen en te sissen en werd toen stralend wit. Binnen een paar seconden werden de bollen veel groter en explodeerden door een extreem fel licht. Op dat moment veranderden 23 soldaten die het fenomeen hadden gadegeslagen in... stenen palen. Slechts twee soldaten die in de schaduw stonden en minder werden blootgesteld aan de lichtgevende explosie, overleefden de gebeurtenis.
Het KGB-rapport zegt verder dat de overblijfselen van de ufo en de “versteende soldaten” werden overgebracht naar een geheim wetenschappelijk onderzoeksinstituut in de buurt van Moskou. Specialisten gaan ervan uit dat een energiebron die nog steeds onbekend is bij aardbewoners, onmiddellijk de structuur van de levende organismen van de soldaten heeft veranderd, en deze heeft getransformeerd in een substantie waarvan de moleculaire samenstelling niet verschilt van die van kalksteen.
Een vertegenwoordiger van de CIA verklaarde: "als het KGB-bestand overeenkomt met de werkelijkheid, dan is dit een extreem bedreigende zaak. De aliens beschikken over wapens en technologie die al onze veronderstellingen te boven gaan. Ze kunnen voor zichzelf opkomen als ze worden aangevallen."
Tot zover het document.
Wat niet duidelijk wordt uit het hele verhaal is wat er uiteindelijk met die buitenaardsen gebeurd zou zijn.
15/4 Mensen zullen gedwongen worden het merkteken te nemen - Great Miracles Avenue
15/4 Ik zag hoe ze spoedig mensen zullen dwingen om het merkteken te nemen - Great Miracles Avenue
Van een vrouw uit Egypte:
1e droom: ik zag mensen in Europa in grote vuilnisbakken zitten, verstopt met hun hoofd in hun benen. Ze waren heel bang en probeerden helemaal geen geluid te maken. Want rond deze containers, die in een grote garage hadden gestaan, liepen transhumanen, zoals robots, en deze leken op hondenrobots met camera's en sensoren. Ze probeerden deze mensen te scannen die het merkteken van het beest niet hadden. Deze leken op een soort humanoïde robots of transhumanen, maar ze zagen eruit als volledige robots.
Ze bestaan nu reeds en we worden er nu reeds mee geconfronteerd. Er zijn veel video's over hen. En de hondenrobots bestaan reeds enige tijd. Nadat ik verschillende dromen van de Opname op YouTube had gezien, vroeg ik God om een opnamedroom. Ik deed eerst mijn gebed om alle kwade geesten te verdrijven en daarna vroeg ik God om mijn dromen te onthouden.
En nadat ik hier een tijdje om had gebeden, kon ik me mijn dromen herinneren. Daarom vroeg ik God om een opnamedroom, omdat ik zeker opgenomen wilde worden en niet zozeer door de verdrukking heen zou moeten. Maar mijn gevoel was dat ik deze keer door de verdrukking heen zou gaan en God gaf me het gevoel dat het niet leuk zou zijn, maar uiteindelijk niet zo pijnlijk.
2e droom: Ik woon reeds heel lang in Egypte en mijn droom speelde zich af in Egypte. Geest liet me dit zien. De droom was kort, omdat ik denk dat God niet wilde dat ik gestrest raakte, want Hij weet dat ik veel aan alles denk en me altijd te veel zorgen maak. Daarom zag ik mezelf in deze droom vanuit de lucht. Ik zag een heel lange rij, een heel lange rij. Er waren ontelbare mensen in de rij in de woestijn, in de duinen en het zand. Er waren kleine bergen, niet groot, zodat ik honderden mensen kon zien.
Er waren eindeloos lange rijen, en op ongeveer elke 10 m stond een soldaat in volledige zwarte kleding met katoenen zwart bedekte gezichten en hoofden volledig zwart met en met een groot geweer. Zij controleerden de rij om te zien dat niemand uit de rij zou stappen en wegrennen Dit waren de mensen die weigerden het merkteken van het beest te nemen in mijn droom omdat het over mij ging. Ik zag mezelf niet rechtstreeks, maar ik wist dat ik het was.
Ik was de eerste in de rij en er was een guillotine en ik werd onthoofd. Het ging erg snel en het was zonder enige pijn. Ik zag het van bovenaf. Er waren twee engelen: één aan de linkerkant en één aan de rechterkant die me rechtstreeks naar de Hemel brachten. En toen werd ik wakker.
15/4 De manier om het Vagevuur te volbrengen, buiten het Vagevuur - Uniquely Mary
15/4 De manier om het Vagevuur te volbrengen, buiten het Vagevuur - Uniquely Mary
Ik heb je verteld dat er zielen zijn die hun vagevuur aan de voet van het altaar houden. Ze zijn daar niet vanwege zonden die ze in de kerk hebben begaan, omdat zonden die Jezus, aanwezig in het tabernakel, rechtstreeks aanvallen in het vagevuur met vreselijke strengheid worden gestraft. De zielen die daar in aanbidding zijn, zijn daar als beloning voor hun eerbiedige gedrag in de Heilige Aanwezigheid.
Ze lijden minder dan wanneer ze in het vagevuur zelf zouden zijn. En Jezus, die ze beschouwen met de ogen van hun ziel en van geloof, verzacht hun pijn door Zijn onzichtbare aanwezigheid. Sinds mijn bekering is de aanbidding van het H. Sacrament iets absoluut verbazingwekkends. Het was gewoon een genade. Ik vond het geweldig. Ik wist dat Jezus daar was en het is ongelooflijk troostend en het blijft een bron van troost en inspiratie in mijn leven. Als je nog nooit gebeden voor het Allerheiligste Sacrament, of voor het tabernakel. Ga het eens doen. Je kunt er bidden voor de zielen in het vagevuur.
Daar zal het je leven veranderen. Het is veel krachtiger dan ergens anders bidden. Het zou je favoriete plek moeten zijn om te bidden. Nu we het toch over deze lezing hebben. Allereerst de waarschuwing: we krijgen deze ongelooflijke waarschuwing dat elke oneerbiedigheid of heiligschennis, of welke vorm van overtreding dan ook tegen het Allerheiligste Sacrament, zwaar zal gestraft worden in het vagevuur. Dit is zeker voor mensen die weten dat het Jezus is in het Allerheiligste Sacrament.
We moeten mensen vertellen dat ze respect moeten hebben voor Jezus in het Allerheiligste Sacrament. We moeten mensen aanmoedigen om eerbied te tonen voor het Allerheiligste Sacrament en vooral tijdens de Mis. Kun je je voorstellen dat je je vagevuur in aanbidding doet? En er is nog iets dat dit impliceert: wanneer we naar de Aanbidding gaan heeft elke Katholieke kerk zielen in het vagevuur en zij behoren tot de heiligste. Er is nog een categorie van de grootste voorsprekers die er in het vagevuur zijn.
Gisteren hadden we het over degenen die van de Heilige Moeder houden, degenen die rechtstreeks door het vagevuur vliegen, maar vandaag hebben we het over degenen die van Jezus hielden in het H. Sacrament. Zij zijn daar om met je te bidden. Je kunt hun gebeden voor je vragen om dezelfde eerbied te hebben en voor hen te bidden. Dat zijn twee dingen tegelijk, samen met het bidden voor alle andere intenties die je hebt. Hoe kunnen we meer eerbied hebben? Er zijn veel verschillende manieren.
Ga allereerst naar Jezus in het H. Sacrament en bid daar om Hem te troosten. Het grootste thema van dit boek is waarschijnlijk hoe vaak Jezus wordt verlaten en alleen gelaten, in het algemeen maar specifiek in tabernakels. Jezus is aanwezig in Zijn Heilige gedaante, en Hij maakt zichzelf aanwezig in de H. Eucharistie en het is alsof niemand erom geeft. Je kunt naar veel Katholieke kerken gaan, maar hoeveel mensen er zijn voor het H. Sacrament. Heel weinig. Jezus wordt erg verlaten in het H. Sacrament, ga Hem troosten. Zeg altijd tegen Jezus: "Ik ben hier, ik hou van je, laat mijn liefde je troosten."
Ook tijdens de mis kunnen we met meer eerbied de Hostie ontvangen. Ontvang de Communie op de tong en vol liefde. Als je kunt knielen, kniel dan. Het helpt ons om meer eerbied te hebben. Je kunt Hem troosten voor de onverschilligheid die Hij van andere mensen ontvangt. Soms ga je naar de mis en het lijkt erop dat mensen gewoon een chip in hun mond stoppen of kauwgom of zoiets. Je kunt zien dat ze niet eens erkennen dat het God is. Het is God, de tweede persoon in de Drie-eenheid die aanwezig is in de Eucharistie.
En als we Hem eerbiedig ontvangen, troosten we niet alleen Jezus, maar slaan we ook voor onszelf de schat op van het vagevuur voor het Allerheiligste Sacrament, zoals de ziel zegt aan de voet van het altaar. We bieden ook eerherstel voor de zonden van de mensen die nog leven en van degenen die zich nu in het vagevuur bevinden.
14/4 Twee krachtige groepen van middelaars in het Vagevuur - Uniquely Mary
14/4 Twee krachtige groepen van middelaars in het Vagevuur - Uniquely Mary
Een ziel in het vagevuur onthult de twee machtigste groepen voorsprekers in het vagevuur. Ik heb er zelfs een gehad die een gebed verhoorde. Het was iets groots waar ik voor bad. Laten we beginnen met de lezingen van vandaag We gaan vandaag eigenlijk twee bronnen gebruiken: het ongepubliceerde manuscript en de visioenen van het vagevuur.
Dit is de eerste groep: Vertel dit alles aan mijn vader, zodat hij van mij kan vertellen hoe deze plaats van lijden eruitziet en het in de toekomst beter bekend kan maken. Hij zal zelf kunnen ontdekken hoe nuttig het is om een grote devotie te hebben voor de heilige zielen in het vagevuur. God schenkt vaak meer genaden door de voorspraak van deze lijdende zielen dan door de gebeden van de heiligen! Laat mijn vader, wanneer hij zeker wil zijn dat hij krijgt wat hij wil, de zielen vragen die OLVrouw het meest hebben liefgehad. Geen verrassing daar: zielen die OLVrouw het meest hebben liefgehad. De eerste groep zijn dus de Mariale zielen in het vagevuur. Ik aanriep ze en ik kreeg wat ik vroeg.
Nu groep nummer twee: Toen liet de engel me nog iets zien. Sommige zielen die van hier beneden komen en het vagevuur ingaan, komen er onmiddellijk uit en stijgen stralend op naar de Hemel. Ik stond hier versteld van en mijn engel legde het vreugdevol uit dat deze heilige zielen die nauwelijks door het vagevuur gaan, bliksemzielen worden genoemd. We hebben net genoeg tijd om ze door het Vagevuur te zien gaan.
Ze storten zichzelf snel in het vuur om zichzelf snel onder te dompelen in de reiniging. Dan gaan ze bijna onmiddellijk het Hemelse Jeruzalem binnen. Deze zielen, als je ze kunt vangen en hun voorspraak kunt vragen, kunnen ook voor je bidden. In de Hemel is de tweede groep het machtigst.
Er zijn dus veel verschillende groepen in het vagevuur: We hebben priesters, nonnen, leken. We hebben grote zondaars, bekeerlingen. We hebben degenen onderaan, in het midden en op de drempel van het vagevuur. We zouden voor hen allen moeten bidden. We krijgen bijzondere gunsten als we bidden voor degenen in de laatste fase, op de drempel. Maar als je iets wilt, als je de grootste en machtigste voorsprekers wilt, zijn dat de Mariazielen en de bliksemzielen.
Wat zijn voorbeelden van bliksemzielen waar we voor kunnen bidden. Het zijn Heiligen zoals de H. Catharina van Sienna, H. Franciscus van Assisi, H. Hudas, H. Therese. Dit zijn allemaal zielen die ongelooflijk beroemde voorsprekers zijn. Ze vlogen door het vagevuur als ze er überhaupt zijn geweest. De H. Scholastica, de zus van de H. Benedictus en waarschijnlijk ook de H. Benedictus zelf. Dit zijn allemaal ongelooflijk krachtige voorsprekers die door het vagevuur vlogen.
Als je ze daarom het vagevuur of in de Hemel zou kunnen vangen, zijn het krachtige voorsprekers omdat ze zichzelf overgaven aan wat Jezus ook zei te doen. Ze wierpen zichzelf erin. Wie zouden voorbeelden zijn van niet-gecanoniseerde bliksemzielen? Iemand zoals de zalige Carlo Acutis. Hij stierf nog niet zo lang geleden. Hij zal heilig worden verklaard.
27/3 Hoezeer heeft Mijn Moeder voor Mij geleden heeft omdat Ik werd afgewezen - Valentina Papagna
Vanmorgen, terwijl ik veel pijn had, verscheen de engel.
Hij zei: Kom met me mee.
De engel leidde me naar een mooie plek met een vrolijke sfeer, waar ik ook een andere engel ontmoette.
Er waren veel mensen aanwezig, allemaal in het wit gekleed. Ze zaten allemaal aan tafels met prachtige witte tafellakens. Ik vond het op een receptie lijken.
Ik zei tegen de engelen: "O, wat een prachtige en vredige bijeenkomst."
Een dame kwam naar ons toe en zei:Kom hier zitten tussen de mensen. Jullie kunnen bestellen wat jullie willen.
Ik dacht bij mezelf: "Wat kan ik bestellen?"
Toen zei ik zonder aarzelen tegen haar: "Ik weet wat ik wil! Ik wil ijs – vanille, drie bolletjes met aardbeientopping – echte aardbeien!"
De dame zei: Maar het is een beetje duur.
Ik zei: "Geeft niet. Ik betaal ervoor."
Ik dacht bij mezelf: 'Maar ik had niets bij me. Hoe moet ik betalen?'
Het witte ijs en de rode aardbeien staan voor het Lichaam en Bloed van onze Heer. De drie bolletjes staan voor de Heilige Drie-eenheid.
Ik zat daar te kijken naar de andere mensen aan mijn tafel. De engelen zaten links van me, en rechts van me zaten een moeder, een vader en een jongetje.
Toen kwam de dame weer en vroeg: Kunnen jullie allemaal naar de andere kant gaan?
Ze wees naar een meer besloten plek aan het einde van de kamer, tegenover waar wij zaten.
Toen de engelen en ik opstonden om naar de andere kant te gaan, deed de familie die naast me zat dat ook – ze gingen ook met ons mee.
We waren nu naar de andere kant gegaan, en terwijl ik daar zat, keek ik naar het jongetje dat op mijn schoot kwam zitten.
Ik zei tegen hem: "Oh, wat ben je schattig!" Hij was ongeveer drie tot vier jaar oud.
Ik keek nog eens naar de mensen die naast me zaten en herkende ze meteen. Tot mijn vreugde zei ik: "O, dat is de Heilige Moeder en de H. Jozef met de kleine Jezus!"
Eerst dacht ik dat het jongetje op mijn schoot gewoon een gewoon kind was, maar later, toen ik de Heilige Familie herkende, besefte ik dat Hij onze Heer Jezus was.
De Heilige Moeder zat naast me, terwijl de H. Jozef aan haar andere kant zat. Ze droeg een bordeauxrode tuniek, die enigszins zichtbaar was onder een lang, zeer witte onderkleed en een prachtige witte mantilla.
De Heilige Moeder zag er zo bedroefd uit, met haar hoofd gebogen, en haar handen zachtjes over haar Hart gevouwen. Ik bleef maar naar haar kijken en dacht: 'Waarom is ze zo verdrietig?'
Het jongetje Jezus zat op mijn schoot toen er plotseling een prachtige bos bloemen voor ons op tafel verscheen. Ze hadden een korte steel en een lichtpaarse kleur in het midden, en de rest van de bloemen was helemaal wit. Het waren bijzondere bloemen die ik hier op aarde nog niet had gezien.
Toen kwam de dame en vroeg: Wilt u nog steeds het ijs met aardbeientopping?
Ik antwoordde: "Ja, ja, en echte aardbeien voor ons allemaal." Kleine Jezus werd erg onrustig en opgewonden. Hij schoof de bloemen op tafel heen en weer, gooide ze omver, plette ze bijna – hij gedroeg zich als een kind.
Ik zei zachtjes tegen Hem: "Nee, doe dat niet met die mooie bloemen. Kijk eens wat U doet."
Hij antwoordde: Ik ben zo verdrietig omdat Mijn Moeder verdrietig is. Mijn Moeder is heel verdrietig.
De Heilige Moeder zat daar nog steeds met haar hoofd gebogen. Ik heb haar nog nooit zo verdrietig zien kijken. Ik maakte me zorgen om haar, en daarom zei ik tegen Kleine Jezus: "Laten we samen een mooi boeket bloemen maken, en U geeft het aan Uw moeder, dan zal dat haar opvrolijken."
Hij zei: Nee, niets kan haar opvrolijken. Ze is te verdrietig. Ze is heel verdrietig.
"Waarom is ze verdrietig?" vroeg ik.
Ze is verdrietig om iedereen. Niemand gelooft in Mij. Ze geloven niet in Mij, Mijn Moeder en de H. Jozef. Ze negeren ons gewoon en zeggen slechte dingen over ons.
De kleine Heer Jezus maakte zich echt zorgen om Zijn Moeder, maar niets kon haar gelukkig maken. Ze hield haar hoofd gebogen en haar handen op haar Onbevlekt Hart. Ze was zo verdrietig.
De H. Jozef was heel dicht bij haar, beschermde en steunde haar, maar hij sprak niet. Hij zat daar gewoon.
Maar de kleine was echt rusteloos.
Hij zei: Bid. Bid voor de mensen, want ze hebben Mijn Moeder heel veel pijn gedaan.
Het ijs dat ik besteld had, kwam niet.
Toen ging ik terug naar mijn kamer. Het zien van de Heilige Moeder in diep verdriet drukte haar pijn in mijn hart.
Ik vroeg haar: "Heilige Moeder, waarom bent u zo verdrietig?"
Ze antwoordde: Kijk eens rond in de wereld en zie hoe mijn Zoon wordt afgewezen. Ze willen Hem niet. Ze leven goddeloos.
De Heilige Moeder is niet verdrietig om zichzelf, maar om haar Zoon. Daarom verscheen Hij als een kleine Jongen. Ze smeekte om Hem als een klein kind, maar Hij is werkelijk God en Schepper. Ik was heel, heel verdrietig dat ik Hem niet kon helpen. Ik zei tegen Hem: "Heer Jezus, we houden van U hier op aarde, en er zijn veel mensen die heel veel van U houden, en ik ken veel mensen die echt van U houden. Misschien ontvangt U daardoor een beetje troost."
6/4 Heer Jezus wordt verworpen in de Hof van Getsemane - Valentina Papagna
Aan het begin van de Heilige Mis, tijdens de preek, voelde ik me plotseling opgetild in de atmosfeer en buiten de kerk, en daar stond de Heilige Moeder op me te wachten. Ze glimlachte en leidde me naar Haar.
Ik zei: "Gezegende Moeder, ik bied u al deze mensen aan. Bescherm ze alstublieft en genees ze. Er is zoveel ziekte in de wereld. Er is zoveel kwaad. Bescherm ons alstublieft."
De Heilige Moeder zei: Kijk, terwijl ik jullie hier opvoed, wil ik jullie ook vertellen hoezeer mijn Zoon op dit moment wordt verworpen in de Hof van Getsemane. Denk aan Zijn Lijden.
Zeg tegen mijn kinderen op aarde dat ze aan Zijn Lijden moeten denken, hoeveel Hij nu lijdt in Getsemane, voor jullie allen, om jullie te verlossen, en hoezeer Hij alleen is en door iedereen in de steek wordt gelaten.
Vandaag de dag verlaat iedereen in de wereld mijn Zoon, en dat maakt me zo verdrietig. Mensen drijven af van de ware God.
Breng offers en zeg tegen mijn kinderen dat ze terug moeten komen, zich moeten bekeren tot de ware God en moeten bidden. Denk aan het lijden van mijn Zoon en hoeveel Hij geleden heeft.
Op dit moment is mijn Zoon daar in Getsemane, alleen smekend, knielend, huilend en bloedend, en Hij wordt door iedereen verlaten.
Het lijden van mijn Zoon in Getsemane herhaalt zich elke dag en elk jaar. Denk aan Zijn lijden.
Wanneer de Heilige Moeder spreekt over haar Zoon, Heer Jezus, die door iedereen in de steek gelaten wordt, denkt ze aan ons allen hier op aarde die Hem in de steek laten.
2/4 Jezus: De Vader en Ik zijn Eén, en Ik volg de Wil van Mijn Vader. Mij is de autoriteit gegeven als Rechter over alle zielen op aarde. Degenen die Mij aanvaarden, aanvaarden ook de Vader, en zij zijn op weg naar de Hemel. Door de kracht van de Vader en Mijn eigen kracht heb Ik jullie verbaasd door het weer te beheersen, over water te lopen, brood en vis voor duizenden te vermenigvuldigen, en Ik heb mensen uit de dood tot leven gewekt.
Op de laatste dag zal Ik de getrouwe zielen met hun verheerlijkte lichamen opwekken om voor eeuwig bij Mij in de Hemel te zijn. Maar de goddeloze zielen zullen worden opgewekt tot verdoemenis, waar hun lichamen zich bij hun zielen zullen voegen, en zij zullen voor eeuwig de vlammen van de Hel ondergaan. Kies daarom nu voor het leven met Mij, zodat je tot de Hemel geoordeeld zult worden.
3/4 Jezus: Mijn apostelen waren met Mij in een boot en ze waren bang door de storm. Ze maakten Mij wakker uit Mijn slaap en Ik riep: 'Wees stil.' Er heerste toen een grote stilte. Ik zei tegen Mijn apostelen dat ze meer vertrouwen moesten hebben dat Ik hen zou beschermen. Daarom zeg Ik vandaag ook tegen Mijn gelovigen dat ze Mijn hulp moeten inroepen in hun beproevingen op aarde. Het menselijk leven kan moeilijk zijn voor de ziel, omdat je moet zorgen voor de fysieke behoeften van het lichaam.
Als je Mij aan je zijde hebt, wie zou je dan kunnen weerstaan? Ik hou van heel Mijn volk, en Ik weet alles wat je in het leven nodig hebt, zelfs voordat je het Mij vraagt. Als je weet hoe je je kinderen goede gaven moet geven, stel je dan eens voor hoeveel te meer Ik bereid ben om in je behoeften te voorzien. Vertrouw er dus op dat Ik je door het leven zal helpen en je ook je zonden zal vergeven. Je kunt bidden voor zieken en mensen die aan kanker lijden als een vastenwerk van barmhartigheid.
Je mensen staan onder constante stress, wat kan leiden tot kanker. Bid voor mensen met kanker en breng een paar bezoeken om de zieken te troosten. Als je erop vertrouwt dat Ik je gezondheidsproblemen kan genezen, zul je genezingen zien plaatsvinden. Blijf bidden voor deze mensen met kanker, zodat ze Mijn genezende genade kunnen ontvangen.
Vasten tussen de maaltijden kan moeilijk zijn als je zin hebt in een snack, vooral 's avonds. Ik dank je dat je vast terwijl je worstelt om de verlangens van je lichaam te beheersen. Daarom kan vasten je helpen in je spirituele leven, zodat je kunt leren je verleidingen tot zonde te weerstaan. Blijf bidden en misvieringen vieren in je vastendevoties.
Zorg ervoor dat je, als je de Goede Week nadert, naar de biecht kunt gaan, zodat je klaar bent voor de Zondag van de Goddelijke Barmhartigheid. Je kunt extra genade ontvangen door je Noveen van de Goddelijke Barmhartigheid en je Rozenkrans van de Goddelijke Barmhartigheid te bidden.
Volg de Noveengebeden van de H. Faustina voor de afbeelding van Mijn Goddelijke Barmhartigheid terwijl je je rozenkransen bidt voor je bijzondere intenties. Je kunt bidden voor de bekering van bepaalde mensen in je familie als je bijzondere intentie.
4/4 Jezus: Je kunt in het Evangelie zien hoe de religieuze leiders Mij wilden doden. Daarom ging Ik in het geheim rond, omdat Mijn tijd nog niet gekomen was. Ik werd door Mijn Hemelse Vader gezonden om Mijzelf als jullie Redder te openbaren, omdat Ik aan het kruis zou sterven om verlossing te brengen aan zondaars die Mij aanvaardden. Verheug je dat Ik zoveel van je houd dat Ik wilde sterven zodat jullie zonden gereinigd zouden worden.
Ik heb je Mijn geboden gegeven, die de beste manier zijn om je te laten zien hoe je Mij moet liefhebben en je naaste moet liefhebben als jezelf. Zo zul je bij je dood geoordeeld worden over hoe je Mij en je naaste hebt liefgehad. Ik heb je ook Mijn sacrament van de biecht gegeven, zodat je bij de Priester kunt biechten om vergeving van je zonden te vragen. Dit zal je ziel in staat stellen om van je zonden gereinigd te worden door de absolutie van de Priester. Een reine ziel behouden en je liefde voor Mij tonen in je daden, zal je op de juiste weg naar de Hemel brengen.
5/4 Jezus: Het volk van Israël heeft de profeten door de jaren heen voortdurend lastiggevallen of vermoord, omdat ze hun woorden, die tegen de slechte wegen van het volk waren, niet wilden horen. Toen Ik predikte over het liefhebben van iedereen, zelfs hun vijanden, was dat voor sommigen te veel om uit te voeren. Ik zei tegen de mensen dat ze de woorden van de Farizeeën moesten volgen, maar niet hun daden, omdat ze niet in praktijk brachten wat ze predikten.
Omdat Ik mensen op sabbat genas en Ik hun vertelde dat Ik de Mensenzoon was, wilden deze religieuze leiders Mij doden wegens godslastering in hun ogen. Jullie naderen Palmzondag over een week, dus wees voorbereid om de diensten van de Goede Week bij te wonen.
6/4 Jezus: In het Evangelie stelden de mensen Mij op de proef om te zien hoe Ik een vrouw zou behandelen die op overspel betrapt werd. Mozes zei tegen hen dat zo'n vrouw gestenigd moest worden. Terwijl deze mensen haar wilden stenigen, schreef Ik de zonden van de mensen in het stof op de grond. Ik zei tegen hen dat degenen die zonder zonde zijn, de eerste steen mochten werpen, maar dat zij allen zondaars waren. Ik ben de enige die de zielen van de mensen kan oordelen.
Eén voor één vertrokken de mensen, zonder dat iemand de vrouw veroordeelde. Daarom zei Ik tegen de overspelige dat ze moest gaan en niet meer moest zondigen. Omdat jullie allen zondaars zijn, moeten jullie regelmatig biechten om vergeving van jullie zonden te krijgen van de Priester. Oordeel dus niet over mensen, maar bid voor arme zondaars.
7/4 Jezus: In het boek Daniël lees je hoe twee oudsten Susanna wilden verkrachten in haar tuin, terwijl ze aan het baden was. De twee oudsten bedreigden Susanna, maar ze schreeuwde in plaats van toe te geven aan hun lustgevoelens. De oudsten logen over Susanna en wilden haar ter dood brengen. Maar Daniël keerde terug naar de rechtbank en een oudste zei dat hij hen onder een mastiekboom had gevonden, maar de andere oudste zei dat hij hen onder een eik had gevonden.
Omdat ze meineed pleegden, werden ze ter dood gebracht. Je ziet veel politieke figuren vele malen liegen en ze worden niet aan het onderzoek naar hun leugens onderworpen. Zelfs als ze niet in het openbaar worden berecht, zullen ze zich bij hun oordeel voor Mij verantwoorden voor al het kwaad dat ze hebben gedaan. Wees dus eerlijk in al je uitspraken, zodat je niet gestraft wordt voor dergelijke leugens.
Deze grote tsunamigolf, die in je visioen was, werd veroorzaakt door een grote aardbeving onder water. Hij verplaatste zich snel over een oceaan en trof het land met veel verwoesting. Ik heb je geen locatie of datum gegeven, maar er kunnen meer berichten komen, aangezien je meer aardbevingen zult zien in de aanloop naar deze grote aardbeving. Bid dat de mensen snel gewaarschuwd kunnen worden, zodat ze hogerop kunnen komen.
8/4 Jezus: In het boek Numeri (21:4-9) klaagden de Hebreeën in de woestijn over het manna dat ze elke dag kregen. Daarom zond de Vader slangen onder het volk en sommigen stierven aan hun slangenbeet. Het volk vroeg Mozes opnieuw om de slangen weg te nemen, omdat ze hun zonde erkenden. Mozes maakte dus een bronzen slang en bevestigde die op een paal, zoals de Vader hem had opgedragen. Toen het volk, dat door de slangen gebeten was, naar de bronzen slang keek, werden ze genezen van hun slangenbeet.
Dit is een voorafbeelding van hoe Ik aan het Kruis werd geheven om te sterven voor de vergeving van al jullie zonden. Ik heb redding gebracht aan alle zondaars die berouw hebben getoond. Jullie kunnen vergeving van jullie zonden zoeken wanneer jullie naar de priester gaan om te biechten. Prijs en dank Mij voor het geven van Mijn sacramenten om jullie zonden te reinigen en Ik schenk genade in jullie zielen.
1 Door het Bloed van Jezus, spreek ik verwarring uit in het kamp van mijn vijanden.
2 Ik verhef het krachtig Bloed van Jezus tegen alle boze geeten die tegen mij vechten.
3 Ik sprenkel het Bloed van Jezus op al mijn bezittingen.
4 Laat het Bloed van Jezus mijn stamboom reinigen van alle vloeken die erop rusten.
5 Laat het Bloed van Jezus alle problemen die voor mij opdoemen oplossen in Jezus’ naam.
6 Laat alle kwaadaardige bezoeker altijd het merkteken van Uw Bloed over mij zien en mij voorbijgaan, in Jezus’naam.
7 Laat elk kwaadaardig merkteken op mij gereinigd worden door het Bloed van Jezus.
De duivel
De duivel zal de tekortkomingen en zwakheden van je partner overdrijven, wantrouwen en jaloezie zaaien, je zelfmedelijden koesteren, volhouden dat je iemand beter verdient en de loze belofte doen dat het met iemand anders beter zou gaan. Maar luister naar Jezus' woorden en onthoud: God kan harten veranderen en alle hardheid wegnemen als we Hem dat toestaan.
Voor alleenstaanden
Lieve Heer, ik leef alleen, blijf aan mijn zijde, wees Mijn gids in al mijn dagelijkse behoeften. Ik bid U, schenk mij een goede gezondheid om mijn werk van dag tot dag voort te zetten. Houd mijn geest, mijn gedachten, al mijn daden zuiver. Laat mij vriendelijk en onzelfzuchtig zijn in de noden van mijn naaste.
Bescherm mij tegen vuur, tegen vloed, tegen kwaadaardige tongen, tegen dieven, tegen angst en tegen het kwaad. Als ziekte of een ongeluk mij overkomt, dan bid ik U, lieve Heer, hoor mijn smeekbede. En als ik me neerslachtig of wanhopig voel, verhef mijn hart dan en help mij in mijn gebed. Ik leef alleen, lieve Heer. Maar wees niet bang, want ik voel Uw aanwezigheid altijd dichtbij. Amen.
Bevrijdingsgebed van Pr Gabriele Amorth
O Jezus onze Redder, mijn Heer en mijn God, mijn God en mijn al, met Uw offer aan het Kruis hebt ons verlost en de macht van Satan verslagen. Ik smeek U om mij te bevrijden van elke kwaadaardige aanwezigheid en elke kwade invloed.
Ik vraag in Uw Naam, ik vraag U omwille van Uw wonden, ik vraag U omwille van Uw Kostbaar Bloed, ik vraag U omwille van Uw Kruis, ik vraag U door de voorspraak van de Onbevlekte Maria, en Moeder van Smarten. Moge het Bloed en Water dat uit Uw zijde vloeide mij bedekken om mij te zuiveren, mij te bevrijden en mij te genezen. Amen.
Gebed voor het H. Gezicht van Jezus
Eeuwige Vader, ik offer U op het aanbiddelijke gewonde Gezicht van Jezus.
Sta op, O Heer. Laat Uw vijanden verstrooid worden en laat al het kwade vluchten voor Uw H. Gezicht, ook ziekte en ander lijden. - 3 x Heilige God, Heilige Almachtige God, Heilige Eeuwige God, heb medelijden met ons. - Glorie zij
Gebed van H. Johannes Vianney
O mijn God, ik hou van U, en mijn enige verlangen is om U lief te hebben tot mijn laatste ademtocht. O mijn oneindig beminnelijke God, ik hou van U, en ik zou liever sterven met U te beminnen, dan te leven zonder U te beminnen. Ik hou van U, Heer, en de enige genade die ik vraag, is om U eeuwig te beminnen. Mijn God, als mijn tong niet op elk moment kan zeggen dat ik van U hou, wil ik dat mijn hart het herhaalt zo vaak als ik adem. Amen.
Gebed voor dagelijkse nalatigheden
Eeuwige Vader, ik offer U op het H. Hart van Jezus met al zijn liefde, al zijn lijden en al zijn verdiensten.
1 Om alle zonden uit te boeten die ik vandaag heb begaan en gedurende heel mijn leven - Glorie zij
2 Om het goede te zuiveren dat ik vandaag en gedurende mijn hele leven maar slecht heb gedaan - Glorie zij
3 Om herstel te bieden voor het goede dat ik had moeten doen, en dat ik vandaag en mijn hele leven heb verwaarloosd - Glorie zij
O Heer Jezus, wiens Heilig leven in Nazareth werd gekenmerkt door gehoorzaamheid en nederigheid, en wiens lijden en dood mijn redding was, verleen dat ik trots overwin en dat ik aards lijden en ellende kom te aanvaarden en omarmen. Want het is enkel door een nederig hart en vreugdevolle liefde voor het kruis dat ik in Uw voetsporen kan treden. Het is enkel door mijn dagelijks kruis te dragen, geduldig in lijden dat ik de Hemel kan bereiken. Jezus Christus van Nazareth. Zegen ons allen, onze gezinnen en woningen.
Nuestro Padre Jesús Nazareno (Filipijns: Mahál na Poóng Jesús Nazareno), officieel en liturgisch bekend als Jesús Nazareno, en in de volksmond bekend als de Zwarte Nazarener (Spaans: El Nazareno Negro; Filippijns: Poóng Itím na Nazareno), is een levensgroot donker beeld van Jezus Christus die het Ware Kruis draagt. Het vereerde beeld bevindt zich in de Basiliek van Jezus Nazareno in Quiapo, Manilla, Filipijnen.
Het beeld zou in de 16e eeuw zijn gesneden door een onbekende Mexicaanse kunstenaar en vervolgens in 1606 naar de Filipijnen zijn gebracht. Het beeldt Jezus af op weg naar Zijn kruisiging.
Vrome gelovigen beweren dat het fysiek aanraken van het beeld wonderen kan verrichten en ziekten kan genezen. Het originele beeld of een replica ervan wordt drie keer per jaar in processie naar buiten gebracht:
9 januari – het feest van de Zwarte Nazarener (officieel en liturgisch het feest van Jesús Nazareno), de octaafdag van het traditionele feest van de Allerheiligste Naam van Jezus, de oorspronkelijke wijding van de kerk van Quiapo. Deze dag is nu uitgeroepen tot nationale liturgische feestdag. “Traslación” is de naam van de processie die de overdracht van het beeld vanuit Intramuros nabootst.
Goede Vrijdag – de herdenking van de voltooiing van het lijden van Jezus.
31 december – Oudejaarsavond, het begin van de noveen. Het wordt ook wel de Dankzeggingswandeling of de Dankzeggingsprocessie genoemd.
Naam
De afbeelding ontleent zijn officiële naam aan "Nazarener", een titel voor Christus die hem identificeert als een inwoner van Nazareth, samen met zijn donkere huidskleur (ongebruikelijk voor afbeeldingen van Jezus, zelfs op de Filipijnen).