23/1 Het moment van het Lijden van de Kerk! - OLVrouw aan Gisella Cardia
Mijn dochter, bedankt dat je mijn boodschapper bent.
Dit is het moment van het lijden van de Kerk! Jullie moeten de wereld waarschuwen om niet bang te zijn voor aanvallen tegen degenen die het Woord van mijn Zoon en Zijn leringen volgen, zoals gebeurde met de eerste discipelen.
Driekwart van de Kerk zal mijn Zoon verloochenen! En wanneer zij de ene-wereldreligie goedkeuren, zullen de kastijdingen nog sterker op de mensheid neerkomen.
Je hoeft niet bang te zijn, want er zal hulp en troost komen.
De Kerk en Israël* zullen de eerste doelstellingen van de Antichrist en zijn volgelingen zijn, die alles willen vernietigen dat nauw aan het hart van mijn Jezus ligt. Dit is vooral een religieuze oorlog.
Onderscheidingsvermogen zal belangrijk zijn. Laat jullie niet misleiden door wat er uit de mond komt van sommige priesters die de Leer en het Woord van God willen veranderen.
Weet en wees er zeker van dat het Woord Eén is... en dat is voor altijd!
Mijn kinderen, blijf het Evangelie lezen: de Waarheid zal jullie bevrijden! Jezus is de Weg, de Waarheid en het Leven.
Ik verzeker mijn bescherming aan hen die de geboden onderhouden en aan hen die zich bekeren als ze met hun zonden worden geconfronteerd.
Veel van mijn kinderen begrijpen niet dat dit allemaal de schuld is van de mensheid, die het pad van het kwaad heeft gekozen – waar euthanasie een demonische praktijk is; abortus werkelijk een echte uitroeiing is; seksualiteit buiten de context van liefde, maar in die van verdorvenheid is en dit is een zeer ernstige zonde.
Kinderen, doe niet alsof er niets gebeurt... maar wees wakker en waakzaam! Mijn komst is alleen omdat ik je wil redden voordat het ergste komt. Bekeer u alstublieft en doe boete! De tijd is gekomen.
Ik zegen jullie in de naam van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest.
*Merk op dat ‘Israël’ hier niet moet worden beschouwd als een politieke of geografische entiteit, alsof Gods zorg in deze apocalyptische tijden vooral gericht is op een bepaald land in West-Azië. Hoewel wat daar nu gebeurt uiterst profetisch significant is, zou het juiste begrip van “Israël” hier verwijzen naar een rest van getrouwen.
Tegenwoordig zou deze Rest in grote lijnen bestaan uit degenen die binnen het Heilig Hart van Jezus zijn gebleven, zelfs nu de wereld om hen heen – om nog maar te zwijgen van zovelen in de Kerk – bezwijkt voor de Grote Geloofsafval. Het kan ook verwijzen naar een Rest van de hedendaagse Joden die zich spoedig zullen bekeren en Christus zullen aanvaarden.
Romeinen 11:1-5: Dan is nu mijn vraag: heeft God zijn volk soms verstoten? Beslist niet. Ik ben immers zelf een Israëliet, een nakomeling van Abraham, afkomstig uit de stam Benjamin. God heeft zijn volk, dat hij al van tevoren uitgekozen heeft, niet verstoten. Of weet u niet wat de Schrift over Elia zegt, hoe hij Israël bij God aanklaagt? ‚Heer, uw profeten hebben ze gedood, uw altaren verwoest. Ik ben als enige overgebleven, en nu hebben ze het ook op mijn leven voorzien.‘ Maar hoe luidt het antwoord van God aan hem? ‚Ik heb 7000 mensen voor mijzelf in leven gelaten; die hebben niet voor Baal geknield.‘ Zo is het ook nu een klein deel over dat God uit genade uitgekozen heeft.
|