Rozenkrans van de H. Jozef (Aleteia)
Op de crucifix: O Heer, om Sint-Jozef te eren zoals hij verdient, hebt U hem met lichaam en ziel naar de hemel gebracht om hem met glorie te kronen, waarmee U aan de wereld, zowel zichtbaar als onzichtbaar, laat zien dat U Jozef tot Uw pleegvader hebt gemaakt, de opperste rentmeester van al Uw bezittingen.
Grote kralen: Wij smeken U, O Heer, dat wij hulp mogen vinden in de verdiensten van de Bruidegom van Uw Allerheiligste Moeder, zodat wat wij niet zelf kunnen verkrijgen ons door Zijn voorspraak mag worden gegeven, die leeft en heerst met God de Vader in de eenheid van de Heilige Geest, één God voor eeuwig en altijd. Amen.
Kleine kralen: 10 x Wees gegroet Jozef, Zoon van David, u wiens heiligheid die van alle Engelen en Heiligen overtreft, gezegend bent u onder de mensen, u die werd uitgekozen om de Bruidegom te zijn van de H. Maagd Maria waaruit Jezus werd geboren. Glorierijke H. Jozef, nu regerend met lichaam en ziel in de Hemel, beschermer van de Universele Kerk, bid voor ons arme zondaars nu en in het uur van onze dood. Amen.
Na elk tientje: Glorie zij
Overweging bij de tientjes:
1 Verloving met Maria (Mt 1:18): Toen zijn moeder Maria al was uitgehuwelijkt aan Jozef maar nog niet bij hem woonde, bleek ze zwanger te zijn door de heilige Geest.
2 Aankondiging aan Jozef (Mt 1:19-21): Haar man Jozef, die een rechtschapen mens was, wilde haar niet in opspraak brengen en dacht erover haar in het geheim te verstoten. Toen hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een engel van de Heer. De engel zei: ‘Jozef, zoon van David, wees niet bang je vrouw Maria bij je te nemen, want het kind dat ze draagt is verwekt door de heilige Geest. Ze zal een zoon baren. Geef hem de naam Jezus, want hij zal zijn volk bevrijden van hun zonden.’
3 Geboorte en naamgeving van Jezus (Mt 1:22-25): Dit alles is gebeurd opdat in vervulling zou gaan wat bij monde van de profeet door de Heer is gezegd: ‘De maagd zal zwanger zijn en een zoon baren, en men zal hem de naam Immanuel geven,’ wat in onze taal betekent ‘God met ons’. Jozef werd wakker en deed wat de engel van de Heer hem had opgedragen: hij nam haar bij zich als zijn vrouw, maar hij had geen gemeenschap met haar voordat ze haar zoon gebaard had. En hij gaf hem de naam Jezus.
4 Vlucht naar Egypte (Mt 2:13-15): Kort nadat zij op die manier de wijk genomen hadden, verscheen er aan Jozef in een droom een engel van de Heer. Hij zei: ‘Sta op en vlucht met het kind en zijn moeder naar Egypte. Blijf daar tot ik je weer roep, want Herodes is naar het kind op zoek en wil het ombrengen.’ Jozef stond op en week nog diezelfde nacht met het kind en zijn moeder uit naar Egypte. Daar bleef hij tot de dood van Herodes, en zo ging in vervulling wat bij monde van de profeet door de Heer is gezegd: ‘Uit Egypte heb ik mijn zoon geroepen.’
5 Verborgen leven in Nazareth (Mt 2:23; Lc 2:51-52): Hij ging wonen in de stad Nazaret, en zo ging in vervulling wat gezegd is door de profeten: ‘Hij zal Nazoreeër genoemd worden.’
Hij reisde met hen terug naar Nazaret en was hun voortaan gehoorzaam. Zijn moeder sloot alles wat er met hem gebeurd was in haar hart. Jezus groeide verder op en zijn wijsheid nam nog toe. Hij kwam steeds meer in de gunst bij God en de mensen.
Andere mysteries die in de plaats kunnen komen van deze mysteries zijn de "Terugvinding van Jezus in de Tempel", de "Dood van de H. Jozef" en de "Kroning van de H. Jozef in de Hemel".
|