H. Maximiliaan Kolbe en de boodschap van OLVrouw van Lourdes
De H. Maximiliaan Kolbe legde uit wat er echt belangrijk is aan de boodschap van OLVrouw van Lourdes. Hij merkt op dat Maria zichzelf in Lourdes identificeert als "de Onbevlekte Ontvangenis", maar hij merkt ook haar centrale boodschap op: "Boete! Boete! Boete!"
1. Deze twee feiten wijzen op de centrale betekenis van dit feest voor ons: we zijn niet bedoeld om zondaars te zijn. Zonde is niet bedoeld om deel uit te maken van onze natuur. We zijn niet menselijk omdat we zondigen; we zijn minder menselijk omdat we zondigen. Maria, de "Onbevlekte Ontvangenis", laat ons zien hoe een echt mens had moeten zijn en wat mogelijk is met Gods genade.
2. Maria's boodschap in Lourdes geen "nieuwe" boodschap. In feite is het de centrale boodschap van het Evangelie: de oproep tot bekering. De allereerste woorden die Jezus spreekt in het Evangelie van Marcus, dat door sommigen als het oudste Evangelie wordt beschouwd, is "Bekeer je!" Jezus' openbare bediening begint met zijn associatie met Johannes de Doper, die een boodschap van bekering predikt. Maria vertelt ons dus wat haar Zoon deed.
3. Maria’s boodschap verduidelijkt die oproep. Het is niet alleen “berouw tonen”, maar “boete”. Ja, het is waar dat het leeuwendeel van de genezing van zonde Gods werk is, maar de mens moet reageren. De Russisch-orthodoxe schrijver Theofaan de Kluizenaar verwoordde het goed: God is als een wekker. De wekker gaat, maar jij moet uit je bed komen.
“Boete! Boete! Boete!” Het is niet alleen een moment in de tijd en een woord dat we zeggen (hoewel dat in een noodgeval voor de eeuwigheid misschien moet volstaan). Het is gewoonlijk een manier van leven die we willen omarmen en ons eigen willen maken, “samen met de genade van God onze redding bewerken”.
4. Kolbe geeft ons het alternatief. “‘Plezier! Genot! Hartstochten!’ roept de wereld.” Plezier, niet boete, is wat mensen willen. Brood en spelen! Bedenk dat een groot deel van het westerse denken — inclusief seculier ethisch denken — diepgaand beïnvloed is door het utilitarisme van Bentham en Mill. Bentham vond dat we moesten kiezen op basis van wat meer plezier/minder pijn oplevert, terwijl Mill strenger was en suggereerde dat we moesten kiezen op basis van een berekening van wat meer goed dan kwaad opleverde (alsof een eindig mens dat ooit zou kunnen weten). In principe zag Bentham mensen als Pavlov-honden, die kwijlen van genot en terugdeinzen voor pijn. Wat maximaliseert dus het eerste en minimaliseert het laatste? Daar heb je het "slechte" en "goede". Moraliteit wordt gereduceerd van een daad van rede en wil tot daden van gevoelens, zintuiglijk genot en emotie: "Ik voel dat dit juist is!" "Hoe kan het zo verkeerd zijn als het aanvoelt als juist?" vroeg Barbara Mandrell (en de duivel lang voor haar).
5. Er is een verband tussen zonde, lijden en dood, hoewel Kolbe dit niet noemt. Het inzicht van Genesis is dat lijden en dood geen “natuurlijke” onderdelen van het menselijk leven zijn, maar gevolgen van de wanorde die de mens in zichzelf, zijn wereld en zijn relaties met zijn medemens en God door zonde heeft geïntroduceerd. “God heeft de dood niet gemaakt,” herinnert de schrijver van het Boek Wijsheid ons eraan. Zonde en lijden komen voort uit “plezier , genot, hartstochten” gescheiden van “waarheid, goedheid en schoonheid.” En wanneer de mens zichzelf afsnijdt van de laatste drie, wat kan hij dan anders verwachten dan ziekte, lijden en — uiteindelijk — de dood?
|