26/12 Een Katholiek Priester legt uit - Armor of God: Spiritual Warfare
De praktijk om wijwater te sprenkelen
Wanneer we wijwater op de grond sprenkelen voor de zielen in het vagevuur, is dit een vrome traditionele praktijk van veel Katholieken en Christenen. Ze steken hun hand in het wijwater als ze de kerk binnenkomen, zegenen zichzelf en sprenkelen een beetje op de grond. Het Vagevuur kan worden beïnvloed door immateriële dingen of materiële dingen. Materieel wijwater kan een immateriële ziel in het Vagevuur beïnvloeden of een immateriële zegen van een Priester of een exorcisme kan een fysiek lichaam beïnvloeden dat bezeten is.
Op dezelfde manier heeft de ziel het vermogen, ook al is het immaterieel, om de materiële orde te bevatten. God heeft in het begin vóór de erfzonde, geen scheiding tussen de twee gecreëerd. De scheiding kwam na de erfzonde, dat is de scheiding tussen materieel en immaterieel of fysiek en metafysisch. Ze waren in het begin samengevoegd, ze waren één. Ja, ze waren verschillend, maar ze waren niet gescheiden. Ze waren verschillend zonder gescheiden te zijn, net als de Drie-eenheid. Drie verschillende personen, maar ze zijn onafscheidelijk, net als het lichaam en bloed van Christus. Ze zijn verschillend maar toch zijn ze onafscheidelijk.
Waarom God de duivel en zijn demonen toestaat om over de aarde te zwerven
Vaak raken we met onszelf gefrustreerd, verliezen we vertrouwen en soms zelfs de hoop in onszelf. Het goede dat we ons hadden voorgenomen, de taken die ons werden gegeven, hebben we niet bereikt op de manier waarop we ons hadden voorgenomen. We hebben het verknald, we hebben het moreel verknald, we hebben het professioneel verknald. Maar hoewel we het verknallen, doet de Heer dat niet. Wat Hij voor ons heeft aangewezen om te doen of om te bereiken voor het welzijn van Zijn koninkrijk zal onfeilbaar worden gedaan en dit geldt zelfs voor het geval van de gevallen engelen, de demonen. Zij willen precies het tegenovergestelde van wat God wil, maar God heeft hiermee reeds rekening gehouden.
God laat echter de demonen toe om over de aarde te zwerven, om Zijn geliefde schepping te blijven kwellen, waarvoor God zelf Zijn leven gaf. Maar dit laat Hij toe omdat hun aanwezigheid hier een groter goed zal bereiken dan wanneer hun aanwezigheid hier niet zou zijn. Niets is nutteloos.
God schiep de engelen, en ook de gevallen engelen om deel uit te maken van Zijn koninkrijk, niet om deel uit te maken van Zijn koninkrijk als gevallen engelen, maar als engelen. Maar de gevallen engelen kozen ervoor om te vallen. God verandert Zijn plannen niet en God verandert de manier waarop hij functioneert niet. Omdat iemand er een puinhoop van maakt zal God toch het koninkrijk van God tot stand brengen op een mysterievolle manier, op een manier die we ons niet eens kunnen voorstellen.
Maar waarom hij de gevallen engelen om Zich heen houdt, is omdat ze instrumenten zullen zijn en zijn om Zijn Wil tot stand te brengen. Dit is wat Satan en zijn volgelingen tot in het oneindige moet frustreren, het feit dat ze aan het einde van de dag onfeilbaar Gods wil kunnen volbrengen. En ze proberen nochtans zo hard ze kunnen om Zijn plannen te dwarsbomen, om te kwaad teweeg te brengen, om precies het tegenovergestelde teweeg te brengen van wat God wil. Maar God gebruikt ze om een groter goed teweeg te brengen. Niemand kan het plan van God dwarsbomen.
Dit moet ons aanmoedigen en ons hoop geven om ons nederig te maken, om ons klein te maken voor God. We zijn slechts instrumenten en ook al verknoeien we het, ook al zijn we zondig, ook al doen we niet de goede dingen die we van plan waren te doen. Het kwaad dat we niet van plan waren te doen, doen we vaak wel. Maar God gebruikt het om Zijn koninkrijk tot stand te brengen. Stel daarom niet je hoop op jezelf, maar op God. Als je het verknald, kan je de wil van God en Gods plannen niet dwarsbomen om een groter goed te bereiken.
Dat wil niet zeggen om werkeloos toe te kijken en de Heer alles te laten doen. Deze kennis moet dienen om een diepere en grotere liefde tussen jou en God op te bouwen, om een grotere nederigheid in jezelf teweeg te brengen en een dankbaarheid en een houding van aanbidding voor de Heer.
Hoe meer ik een spiritueel hoogtepunt voel, hoe meer ik God aangenaam ben. En als ik het gevoel heb dat God er niet is, dan moet ik Hem wel onaangenaam zijn. Klopt dit?
Nee, het tegenovergestelde is waar: Mijn wegen zijn niet jouw wegen. God zegt: als we lijden, of het nu innerlijk of uiterlijk is, rust God in ons. We troosten Hem. Als we ons spiritueel hoogtepunt voelen, is er geen lijden, geen verstoring. Dan lijdt God en rusten we. Dit is de spirituele wisselwerking die plaatsvindt met alle mystici. Als God moet rusten en getroost worden, laat Hij ons delen in Zijn lijden. Als we rust en troost nodig hebben, lijdt God en laat Hij ons rusten. Onthoud dat, want dit is een lering die te vinden is in de geschriften van alle mystici. En dit is verder bewijs dat de Heilige Geest in ons werkt. Als we deze wisselwerking tussen troost en troosteloosheid niet zouden voelen, zou de Heilige Geest niet in ons handelen.
Er zou iets mis zijn. We moeten dus deze periodes van hoogtepunten en dieptepunten van troost en troosteloosheid verwachten, maar ze brengen ons niet uit Gods liefde. Vandaar het belang van gelijkmatigheid en onveranderlijkheid: wat er ook gebeurt, de hoogtepunten en dieptepunten, de troost, de verwoestingen die zullen komen, zijn goed want de ziel raakt niet verdrongen van God en leidt een heilig leven.
Uitdrijven van demonen
De H. Catharina van Siena dreef demonen uit, maar deed dit niet uit eigen inspanning. Ze deed dit in de naam van Jezus, we kunnen dat doen door hetzelfde Michaëlgebed en met het Onze Vader, de laatste woorden zijn Verlos ons van het kwaad, maar we vragen God om het voor ons te doen. We vragen de H. Aartsengel Michaël om het voor ons te doen. We gaan niet één op één tegen Satan vechten, we laten God ons voorgaan. We vragen Hem altijd, er zijn altijd drie stappen als het gaat om het uitdrijven van demonen:
1. Je aanroept de naam van Jezus
2. Je beveelt ze in Zijn naam om te vertrekken
3. Je moet ze ergens heen sturen. vb. aan de voet van het Kruis
|