Verschijning van Maria, Moeder van Hoop, in Pontmain
Met Maria Moeder van Hoop te Pontmain wordt de verschijning van Maria aangeduid die de twee broertjes Eugene en Joseph Barbedette (die allebei later priester van het bisdom Laval werden) en Françoise Richer en haar nichtje Jeanne Marie LeBosse in Pontmain op 17/1/1871 zagen.
Het verhaal
Frankrijk is betrokken in de Pruisische Oorlog met Duitsland. Duitse troepen zijn bij Laval, nabij Pontmain. De broertjes Eugene (12) en Joseph Barbedette (10) zijn hun vader César aan het helpen in de schuur van de ouderlijke boerderij.
De verschijning
Het is avond en het is al donker als Eugene eventjes naar buiten gaat, om te zien hoe laat het is op de kerkklok. Het schijnt halfzes te zijn. Hij kijkt ook even naar de sterrenhemel en bemerkt dat een heel stuk vrij is van sterren. Plots ziet hij boven het dak van het huis van Guidecoq een verschijning van een prachtige vrouwe oftewel 'une grande belle dame' die teder naar hem glimlacht.
Ze is omringd door een drietal sterren. Hij roept z’n broer en vader die onmiddellijk naar buiten komen. Vader ziet echter niets behalve de drie sterren, maar Joseph ziet meteen wat Eugene bedoeld. De buurman komt ook kijken maar ziet niets. De Dame is gekleed in een lang blauw gewaad dat bezaaid is met sterren, ze draagt ook een zwarte sluier en daarop een kroon van goud met rode bies. Ook draagt ze blauw schoeisel en heeft ze de handen iets zijwaarts gespreid. Victoire, de moeder van de twee jongens komt naar buiten maar ziet ook niets. Ze gelooft haar kinderen echter en denkt dat het de H. Maagd is.
Gebed
Ze knielen allen op de grond en bidden 5 Onze Vaders en 5 Weesgegroeten. De verschijning blijft tot negen uur stilzwijgend naar de jongens glimlachen, op dat moment zijn ook andere dorpelingen waaronder Pr Michel Guérin op de verschijningsplaats aangekomen. De negenjarige Jeanne-Marie Lebosse en haar elf jaar oude nichtje Françoise Richer zien de verschijning ook maar de andere volwassen parochianen kunnen niets ontwaren.
Op het moment dat de Priester arriveert verschijnt er een rood kruisje links boven op de jurk ter hoogte van haar hart en er werd een mandala, een ovale krans, om de Vrouwe heen zichtbaar. Er zijn vier kaarsjes aan de binnenzijde bevestigd. Pr Guérin begint met de parochianen de Rozenkrans te bidden. Men kon aan het gezicht van de Vrouwe zien hoeveel ze dat waardeerde.
Boodschappen
Onder Haar voeten ontrolt zich een verlichte banderol. Op dat ogenblik wordt de verschijning groter en het aantal sterren lijkt toe te nemen. Bij het zingen van het Magnificat, verschijnen er letters op de banderol en roepen de kinderen de woorden letter-voor-letter die worden gevormd in de lucht: ‘Mais priez, mes enfants’ (‘Bidt toch, mijn kinderen’). Daarop draagt de Priester de aanwezigen op om de litanie van de H. Maagd te bidden en te vragen om haar wil bekend te maken.
Nu verschijnen op dezelfde wijze de letters met de woorden: ‘God zal u spoedig verhoren.’ De aanwezigen blijven bidden en zingen, waaronder het 'Inviolata' en daarna het 'Salve Regina‘. De kinderen ontwaren de tekst ‘Mon fils se laisse toucher’ hoog in de lucht oftewel: ‘Mijn Zoon staat voor u open’. Men bidt nog een zesde gebed ‘Moeder van de Hoop’ een plaatselijk gebed dat gezongen wordt met overtuiging: ‘Moeder van Hoop, deze naam zo lieflijk, bescherm ons Frankrijk. Bidt, bidt voor ons’. Hierop wordt de glimlach van de H. Maagd nog stralender. Ze heft haar armen op en wijst even op het kleine rode kruisje, dat ze op haar hart draagt.
Men bidt het zevende gebed ‘Mijn zoete Jezus’ en op dat moment als men met het 'Parce Domine' begint waarop aan de berouwvolle harten vergiffenis wordt geschonken, komt er een intens droeve uitdrukking op het gelaat van Maria. De kinderen zien een groot rood kruis en Jezus, naast de Maagd. Ze zien OLVrouw het crucifix in haar hand nemen en het aanbieden aan hen. Boven op het kruisbeeld is een kleine witte balk, waarop met letters van bloed: ‘Jezus Christus’. De droefheid strekt zich ook uit over de aanwezigen, een ster schijnt zich los te maken van het firmament en begint de vier kaarsjes aan te steken, die zich rondom de Heilige Maagd bevinden.
Ze kijkt naar het Kruisbeeld en de Priester zet het ‘Avé Maris Stella’ (‘Wees gegroet, Sterre der Zee’) in met de menigte, daarop verdwijnt het bloedige kruisbeeld en neemt Maria weer de houding aan zoals in het begin. De Vrouwe spreid haar armen en de glimlach kwam terug. Op hetzelfde moment zag je twee kleine, witte kruisjes ontstaan op haar schouders. De Priester nodigt de mensen uit om het avondgebed te bidden. Langzaam trekt een witte sluier op en verdwijnt ook de verschijning van de H. Maagd.
De Duitse troepen rondom Pontmain trekken zich 20 km terug. Op 20 januari volgt de definitieve terugtrekking. Op 28 januari 1871 capituleert Frankrijk en wordt een aanvang gemaakt met de vredesonderhandelingen en op 10 mei 1871 wordt de vrede getekend in Frankfurt.
Inviolata
Inviolata, integra, et casta es Maria,
quae es effecta fulgida caeli porta.
O Mater alma Christi carissima,
suscipe pia laudum praeconia.
Nostra ut pura pectora sint et corpora,
quae nunc flagitant devota corda et ora.
Tua per precata dulcisona,
nobis concedas veniam per saecula.
O benigna, o regina, o Maria,
quae sola inviolata permansisti.
Ongeschonden, onbevlekt en zuiver zijt gij, O Maria,
die de schijnende poort van de Hemel bent geworden.
O Moeder van Christus,
zo vriendelijk en zeer dierbaar,
ontvang onze toegewijde lofzangen:
dat onze geesten en lichamen altijd kuis mogen zijn,
met vurig hart en tong smeken wij u nu.
Verkrijg voor ons,
door uw zoet klinkende gebed,
vergiffenis voor altijd.
O Maria, o gij tedere Koningin,
die als enige (onder de vrouwen) ongeschonden bent.
Parce Domine, populo tuo, ne in aeternum irascaris nobis. -
O Heer, spaar Uw volk, en wees niet kwaad op ons voor altijd
1. Flectamus iram vindicem, Ploremus ante Judicem; Clamemus ore supplici, Dicamus omnes cernui:
1. Laten wij Zijn toorn stillen,
Smeken om genade van onze Rechter;
Roep tot Hem in smeekbede,
Laten wij allen neerknielen en zeggen:
2. Nostris malis offendimus Tuam Deus clementiam Effunde nobis desuper Remissor indulgentiam.
2. Door onze zonden hebben wij beledigd
tegen uw genade, o God
Schenk van boven uit
O vergevende, uw vergeving
3. Dans tempus acceptabile, Da lacrimarum rivulis Lavare cordis victimam, Quam laeta adurat caritas.
3. Geef ons deze aanvaardbare tijd,
geef dat in het water van onze tranen
wij ons hart mogen zuiveren en dat het
een vreugdevol offer mag worden dat uit liefde wordt gebracht.
4. Audi, benigne Conditor, Nostras preces cum fletibus In hoc sacro jejunio, Fusas quadragenario.
4. O Barmhartige Schepper, hoor
onze gebeden met ons geween
in deze heilige tijd van
veertig dagen vasten.
|