8/2 (175) Pandemie - eerder dan verwacht - Melanie
De Moeder Gods Maria verschijnt aan de zieneres Melanie met een witte sluier in haar donkere haar, een wit gewaad en een blauwe riem om haar middel.
Aandachtig en bedrukt kijkt ze naar beneden en straalt tegelijkertijd iets heel warms en teder uit. Ze ziet er verdrietig uit en haar Hart voelt zwaar.
De zieneres voelt plotseling een vreemd gevoel in haar keel. Ze heeft het gevoel alsof ze een brok in haar keel heeft, ze hoest en heeft het benauwende gevoel dat ze niet kan ademen. Maria zegt daarop:
Wees voorzichtig! Het begint binnenkort.
Het is een aankondiging van Maria, niet alleen een waarschuwing.
De zieneres verbindt dit met een pandemie, met een virus dat via de lucht wordt overgedragen. De zieneres moet steeds opnieuw hoesten en voelt hoe de ziekte zal aanvoelen. Maria waarschuwt dringend: Er zal grote angste zijn, er zal grote kwelling zijn. Er komt groot leed en verdriet onder de mensen. Mensen zullen weer maskers moeten dragen.
Kortademigheid en druk op de bronchiën en de borstkas kunnen gepaard gaan met een benauwd gevoel. Deze ziekte tast de luchtwegen ernstig aan en veroorzaakt grote angst bij mensen. Deze ziekte zal veel gevaarlijker en erger zijn dan de pandemie van een paar jaar geleden.
Maria vertelt ons dat deze ziekte kunstmatig wordt gecreëerd en dat er kwade bedoelingen achter zitten.
Het is afschuwelijk. Het gevaar en de impact van deze ziekte zijn precies zoals bedoeld. Veel mensen zullen hieraan sterven.
De situatie zal zeer bedreigend zijn. Maria wil ons hierop voorbereiden en vraagt de zieneres om dit mee te delen.
Maria corrigeert de tijdsperiode die de zieneres had meegekregen in de laatste boodschap over de pandemie die de luchtwegen zal aantasten (zie Boodschap 138 van 25 juli 2024). De zieneres veronderstelde ten onrechte dat het om de jaren 2026 - 2028 ging. Maria zet de puntjes op de i en waarschuwt: Het zal eerder beginnen dan verwacht. Maria geeft de zieneres het gevoel dat deze ziekte reeds dit jaar – 2025 – zal uitbreken.
Nu verschijnt er een ander tafereel: koeien. Het gaat dus om voedsel en voedseltekorten in Duitsland. Soms is er niets anders dan brood om te eten. De bevolking moet zich voorbereiden, bijvoorbeeld om brood te kunnen bakken.
De ziekte zal wereldwijd voorkomen, maar de waarschuwing geldt (ook) voor Duitsland. Maria zegt: Het komt eerder dan verwacht. Het zal een grote kwelling zijn, een grote gesel. Het voelt als een straf. Maria zegt dat het een soort straf is voor het Duitse volk vanwege hun manier van leven. Men moet zijn waarden en zijn oorlogszuchtige beleid heroverwegen.
De zieneres ziet voor zich een tafereel van een rechter met een grote hamer – als een uitspraak van een rechtbank. Het gaat erom dat Gods oordeel als een hamer op Duitsland neerkomt, waarschuwt Maria. Het dient een zuiverend doel en is een rechtvaardig oordeel en ook een rechtvaardige straf.
Maar ze wil toch waarschuwen, zodat iedereen zich kan voorbereiden. Het wordt al erg genoeg. De straf en het rechtvaardige oordeel zullen al erg genoeg zijn. Het degenen treffen, die zich schuldig gemaakt hebben. Het zal, om zo te zeggen, “de juiste mensen” treffen.
Hier eindigt de verschijning.
|