21/3 Onder het ijs - droom van Dana Coverstone
Ik keek naar de aarde, alsof ik mij in de ruimte bevond. En ik zag een dikke laag ijs rond de hele aarde. Het leven op aarde ging door alsof niemand merkte dat er ijs boven hen was. Niemand leek het op te merken behalve degenen in Europa, het Midden-Oosten, de VS, Rusland en China. Ik zag geen andere landen die opmerkten wat er gaande was. Sommigen keken naar de atmosfeer en waren hun handen aan het wringen, en waren aan het zweten. Dan zag ik kerken vol mensen die vurig aan het bidden waren. Ik kon niet horen wat ze aan het bidden waren, maar het was vurig. Ze waren geknield.
Toen ze aan het bidden waren was de ijslaag boven de hoofdsteden van deze landen aan het smelten en het drupte. Ik zag dat de ijslaag dunner aan het worden was. Er waren mannen in hun maatpak en das, vrouwen in jurken en ze keken rond of anderen ook zagen dat de ijslaag aan het smelten was. En dit gebeurde in elk geografisch gebied. Elk van deze mensen droegen twee lege metalen emmers in hun handen en een GSM aan hun oor. Ze waren zeer ongerust en ze hielden hun emmers bijna schuddend vast.
Ze waren luid aan het praten. Het leek op een Wall Street omgeving. En deze mensen bleven naar de ijslaag kijken en waren erop gefocust. Ze panikeerden steeds meer, terwijl degenen die aan het bidden waren steeds vuriger werden in hun gebed. Het bleef steeds meer regenen. Het werd een hevige regenval. Het water rond de mensen die aan het kijken waren, steeg tot ze tot aan hun enkels in het water stonden. En de vloer waar de mensen aan het bidden waren, stond in brand.
Het deerde hen niet, het was het vuur van hun ijver en vurigheid. De mensen die aan het kijken waren, stopten met bellen, en zetten een emmer op de grond en namen de andere om het water rond hen op te scheppen. Dat werd door alle mensen die keken, gedaan in alle gebieden dat ik zag. En als het water in hun emmers was, dan gooiden ze het water omhoog in een poging de ijslaag te bereiken en deze dikker te maken. Ze deden dit met al hun energie en inspanning die ze hadden.
En bij elke gooi van water in de lucht, vroegen ze aan anderen of ze het ijs reeds zagen dikker worden. Maar het antwoord was NEE. Ze schreeuwden en ze gooiden zich in het water. Ze waren boos en spartelden zoals een vis uit het water van woede. Het ijs bleef dunner worden en het was nu voortdurend aan het regenen. Degenen met de emmers bedekten hun gezichten met maskers en ze veranderden hun kleren alsof ze zich wilden vermommen. Sommigen zetten eerst de emmers op hun hoofd, maar toen lieten ze hun emmers staan en ze liepen om zich in de kelders van de omliggende gebouwen te verbergen.
Zelfs al waren deze kelders aan het onderlopen en het water aan het binnenstromen was. Daarna kwamen ze terug naar boven, deden hun schoenen uit en wrongen hun kousen uit. Maar nu stond het water reeds aan hun middel en ze wilden naar hoger gelegen gebieden lopen, maar ze vonden er geen. Dan zag ik zelfs geen gebouwen meer, het was een open gebied. En het water werd dieper.
Toen zag ik velden met omheiningen errond. In deze velden stonden wolven en geiten. Beide soorten dieren waren kwaad op elkaar en vielen elkaar aan. De dieren liepen er vrij rond en ze waren elkaar aan het bijten. Ze waren erg agressief tegen elkaar. De geiten waren niet bang van de wolven en de wolven waren niet bang van de geiten. Ze vechten om elkaar pijn te doen. Het was zelfs zo dat de geiten even agressief waren als de wolven. En het water was ook daar rond de dieren.
De man die ik altijd zie (Jezus) kwam naar mij. Bij elke stap scheidde het water zich. Hij stapte vlug op het veld met de vechtende dieren af. De man keek naar boven en het was nu een voortdurende lichte regen. Hij sprak met een vaste stem. Hij zei: het doek werd teruggetrokken, maar niemand zal het bemerken of erom geven. Ze zullen spoedig een munt opgooien om de schuld of onschuld van een persoon te bepalen en gerechtigheid zal verwateren, en lelijker worden dan het is, en niemand zal het opmerken of erom geven.
Ze zullen geloven dat de winden (stormen) groter zijn dan ze zijn en ze zullen hun hoop stellen in compromissen en niets minder verwachten. Ik heb jullie gewaarschuwd je schrap te zetten. Maar velen die eens dit eens deden, staan niet langer in de waarheid. En in de Kerk zijn er velen die het niet bemerken of er niet om geven. Word wakker en zie de realiteit.
Koop zalf voor je ogen, anders zul je blind worden. Misschien zul je het niet bemerken of erom geven. Het is een oorlog en je bent erin. Grijp je zwaard goed vast en doe mee (in het gevecht) Het gevecht in het veld werd heviger. De geiten gingen op individuele wolven af en ze beten tot de wolven bloedden. Geen enkele van de partijen werd rustiger. Het landschap was verwoest, en met doden.
Uitleg
Gebed is belangrijk. Maar we moeten zoals Daniel leven in een Babylon wereld.
Cherie Goff:
dikke laag ijs: Matt 24:10-13:Velen zullen dan ten val komen, ze zullen elkaar verraden en elkaar haten. Er zullen talrijke valse profeten komen die velen zullen misleiden. En doordat de wetteloosheid toeneemt, zal bij velen de liefde bekoelen. Maar wie standhoudt tot het einde, zal worden gered.
Het is dus een spirituele koude tussen ons en God. De mensen met de emmers zijn wereldspelers. De landen Europa, het Midden-Oosten, de VS, Rusland en China zijn de landen die oorlog voeren of zullen voeren. Zij zijn degenen die zien dat het niet is zoals het zou moeten. Zij kijken naar het atmosferische plafond. Het zijn dus niet de gelovigen die bezorgd zijn.
Dana zag verschillende kerken in deze landen. In Europa waren het kathedralen en priesters, in het Midden-Oosten waren mensen met tulband, in de VS gewone mensen, Grieks Orthodoxen in Rusland en dan ook gelovigen in armoedige situaties in China. Maar iedereen was vurig aan het bidden. Elk van deze landen hadden hun religie, maar er was een Rest die vurig aan het bidden was. Zij zijn degenen die de strijd leveren. Het vuur op de grond was het vuur van de H. Geest dat hen steunde. Het ijs dat aan het smelten was in deze landen werd bereikt door gebed. Gebed verandert dus zaken. De ware Kerk is dus aan het bidden voor een open hemel met God. Dat we dingen zien veranderen in onze naties.
Degenen die naar boven keken behoorden niet tot de biddende mensen. Dit waren regeringsfunctionarissen, zakenluid, wereldleiders. Het is interessant dat ze de dingen die in de Hemel gebeuren opmerken. Maar ze staan aan de verkeerde kant. Deze mensen hebben 2 lege emmers en een GSM bij. Ze zijn zeer bezorgd over wat er gebeurt in het spirituele rijk. Ze voelen aan dat het in de atmosfeer is. De laag ijs was ongeveer een halve mijl boven de aarde. Wolken zijn ongeveer 3000 - 4000 ft.
Ze weten wat er gaande is, maar ze kunnen niet kijken in het Hemelse rijk waar God is. Ze zien enkel de atmosfeer boven hun land. Dana kijkt vanuit Hemels perspectief, deze mensen zien enkel vanop aarde. Zij zien een lager rijk. Deze mensen panikeren omdat ze zien dat dingen niet verlopen zoals ze zouden willen. Het heeft economische gevolgen, omdat er een Wall Street omgeving is. Het water stijgt en daarom nemen ze maatregelen.
Twee is onderscheidingsvermogen. Ze onderscheiden en ze bereiden zich voor, maar op een wereldse manier.
1 Tessalonicenzen 2:16: omdat ze ons beletten andere volken bekend te maken hoe ze kunnen worden gered. De maat van hun zonden raakt nu vol, en Gods veroordeling is ten volle over hen gekomen.
De emmers vullen zich met hun zonden. Ze vullen hun emmers met water en ze proberen het in de lucht te gooien om het ijs dikker te maken. Ze willen niets te maken hebben met Gods waarheid, of Gods gerechtigheid. Ze willen de situatie terug zoals ze het ervoor hadden. Maar Gods toorn valt op hen. Ze willen zich zelfs verbergen voor Gods toorn. God is degene die gerechtigheid laat regenen, Hij wil een open hemel brengen. Daarom zullen degenen die tegen God zijn, dit vreselijk vinden.
Romeinen 1:18-25: En vanuit de hemel openbaart Gods toorn zich over al het kwaad en onrecht van hen die met hun onrechtvaardigheid de waarheid geweld aandoen.Want wat een mens over God kan weten is hun bekend omdat God het aan hen kenbaar heeft gemaakt. Zijn onzichtbare eigenschappen zijn vanaf de schepping van de wereld zichtbaar in zijn werken, zijn eeuwige kracht en goddelijkheid zijn voor het verstand waarneembaar. Er is niets waardoor zij te verontschuldigen zijn, want hoewel ze God kennen, hebben ze hem niet de eer en de dank gebracht die hem toekomen.
Hun overpeinzingen zijn volkomen zinloos en hun onverstandig hart is verduisterd.Terwijl ze beweren wijs te zijn, zijn ze dwaas en hebben ze de majesteit van de onvergankelijke God ingewisseld voor beelden van vergankelijke mensen, vogels, lopende en kruipende dieren. Daarom heeft God hen in hun lage begeerten uitgeleverd aan zedeloosheid, waarmee ze hun lichaam onteren. Ze hebben de waarheid over God ingewisseld voor de leugen; ze vereren en aanbidden het geschapene in plaats van de schepper, die moet worden geprezen tot in eeuwigheid. Amen.
Ze proberen te vluchten naar gebouwen. Dit zijn wereldse structuren. Hetgeen waarop ze vertrouwden. Maar ze vinden niets omdat ze hun vertrouwen niet in God stellen. Er is geen plaats waar je heen kunt als je God niet kent. Wij, als Christenen, hebben de versterkte toren waar we kunnen schuilen. Maar ongelovigen hebben dit niet.
De velden met omheiningen, zijn zoals landen met grenzen. In deze velden zijn wolven en geiten. Geiten zijn degenen die in God geloven, maar die niet doen wat God aan hen vraagt. Ze blokkeren Gods werking, hoewel ze geloven dat ze Christenen zijn. Wolven zijn degenen die bedrog in de Kerk hebben gebracht. Zij hebben zich vermomd om te verscheuren. Dat is de vijand. Zij zijn degenen die de correcte leer van Christus willen neerhalen. Je vindt in deze droom geen schapen.
Maar de geiten zijn eigenlijk alleen aan het bijten, ze doen niets. We zien nu in de Kerk dat er degenen zijn die vurig Gods waarheid verdedigen, maar dit doen ze niet op een goddelijke manier. Dit is niet zoals God wil dat we handelen. Er is een tijd om valse leerstellingen aan te vallen, maar we moeten deze uit de Kerk halen, en niet voortdurend vechten . Dat is niet wat God aan ons vraagt. We hebben de missie om discipelen te maken, mensen te bekeren. Deze hebben hun focus verloren.
Matteus 25:1-12: Dan zal het met het koninkrijk van de hemel zijn als met tien meisjes die hun olielampen hadden gepakt en eropuit trokken, de bruidegom tegemoet. Vijf van hen waren dwaas, de andere vijf waren wijs. De dwaze meisjes hadden wel hun lampen gepakt, maar geen extra olie. De wijze meisjes hadden behalve hun lampen ook olie in kruiken bij zich.
Omdat de bruidegom op zich liet wachten, werden ze allemaal slaperig en dommelden ze in. Midden in de nacht klonk er luid geroep: “Daar is de bruidegom! Kom, ga hem tegemoet.” Dat wekte de meisjes en ze brachten hun olielampen in orde. De dwaze meisjes zeiden tegen de wijze: “Geef ons wat van jullie olie, want onze lampen gaan al uit.” De wijze meisjes antwoordden: “Nee, straks is er nog te weinig voor ons en jullie samen. Zoek liever een verkoper en koop zelf olie.”
Terwijl zij op olie uit waren, arriveerde de bruidegom, en zij die klaarstonden gingen met hem naar binnen voor het bruiloftsfeest, waarna de deur gesloten werd. Enige tijd later kwamen ook de andere meisjes. Ze riepen: “Heer, heer, laat ons binnen!” Maar hij antwoordde: “Ik ken jullie werkelijk niet.” Wees dus waakzaam, want jullie weten niet op welke dag en op welk tijdstip hij komt.
Deze meisjes waren allen gelovigen. Maar niet allen zijn ijverig.
Matt 25:14-30: Of het zal zijn als met een man die op reis ging, zijn dienaren bij zich riep en het geld dat hij bezat aan hen in beheer gaf. Aan de een gaf hij vijf talent, aan een ander twee, en aan nog een ander één, ieder naar wat hij aankon. Toen vertrok hij. Meteen ging de man die vijf talent ontvangen had op weg om er handel mee te drijven, en zo verdiende hij er vijf talent bij. Op dezelfde wijze verdiende de man die er twee had gekregen er twee bij. Degene die één talent ontvangen had, besloot het geld van zijn heer te verstoppen: hij begroef het.
Na lange tijd keerde de heer van die dienaren terug en vroeg hun rekenschap. Degene die vijf talent ontvangen had, kwam naar hem toe en overhandigde hem nog vijf talent erbij met de woorden: “Heer, u hebt mij vijf talent in beheer gegeven, alstublieft, ik heb er vijf talent bij verdiend.” Zijn heer zei tegen hem: “Voortreffelijk, je bent een goede en betrouwbare dienaar. Omdat je betrouwbaar bent gebleken in het beheer van een klein bedrag, zal ik je over veel meer aanstellen.
Wees welkom bij het feestmaal van je heer.” Ook degene die twee talent ontvangen had, kwam naar hem toe en zei: “Heer, u hebt mij twee talent in beheer gegeven, alstublieft, ik heb er twee talent bij verdiend.” Zijn heer zei tegen hem: “Voortreffelijk, je bent een goede en betrouwbare dienaar. Omdat je betrouwbaar was in het beheer van een klein bedrag, zal ik je over veel meer aanstellen. Wees welkom bij het feestmaal van je heer.” Nu kwam ook degene die één talent ontvangen had naar hem toe, hij zei: “Heer, ik wist van u dat u streng bent, dat u maait waar u niet hebt gezaaid en oogst waar u niet hebt geplant, en uit angst besloot ik uw talent te begraven; alstublieft, hier hebt u het terug.”
Zijn heer antwoordde hem: “Je bent een slechte, laffe dienaar. Je wist dus dat ik maai waar ik niet heb gezaaid en oogst waar ik niet heb geplant? Had mijn geld dan bij de bank in bewaring gegeven, dan zou ik bij terugkomst mijn kapitaal met rente hebben terugontvangen. Pak hem dat talent maar af en geef het aan degene die er tien heeft. Want wie heeft zal nog meer krijgen, en wel in overvloed, maar wie niets heeft, hem zal zelfs wat hij heeft nog worden ontnomen. En die nutteloze dienaar, gooi die eruit, in de uiterste duisternis, waar men jammert en knarsetandt.”
Deze waren allen dienaren van de Heer. Elk heeft talenten gekregen, maar niet allen gebruiken ze. En degene die ze niet gebruikt gaat naar de Hel.
Matt 25:31-46: Wanneer de Mensenzoon komt, omstraald door luister en in gezelschap van alle engelen, zal hij plaatsnemen op zijn glorierijke troon. Dan zullen alle volken voor hem worden samengebracht en zal hij de mensen van elkaar scheiden zoals een herder de schapen van de bokken scheidt; de schapen zal hij rechts van zich plaatsen, de bokken links. Dan zal de koning tegen de groep rechts van zich zeggen: “Jullie zijn door mijn Vader gezegend, kom en neem deel aan het koninkrijk dat al sinds de grondvesting van de wereld voor jullie bestemd is.
Want ik had honger en jullie gaven mij te eten, ik had dorst en jullie gaven mij te drinken. Ik was een vreemdeling, en jullie namen mij op, ik was naakt, en jullie kleedden mij. Ik was ziek en jullie bezochten mij, ik zat gevangen en jullie kwamen naar mij toe.” Dan zullen de rechtvaardigen hem antwoorden: “Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien en te eten gegeven, of dorstig en u te drinken gegeven? Wanneer hebben wij u als vreemdeling gezien en opgenomen, u naakt gezien en gekleed?
Wanneer hebben wij gezien dat u ziek was of in de gevangenis zat en zijn we naar u toe gekomen?” En de koning zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie gedaan hebben voor een van de onaanzienlijksten van mijn broeders of zusters, dat hebben jullie voor mij gedaan.” Daarop zal hij ook de groep aan zijn linkerzijde toespreken: “Jullie zijn vervloekt, verdwijn uit mijn ogen naar het eeuwige vuur dat bestemd is voor de duivel en zijn engelen. Want ik had honger en jullie gaven mij niet te eten, ik had dorst en jullie gaven me niet te drinken.
Ik was een vreemdeling en jullie namen mij niet op, ik was naakt en jullie kleedden mij niet. Ik was ziek en zat in de gevangenis en jullie bezochten mij niet.” Dan zullen ook zij antwoorden: “Heer, wanneer hebben wij u hongerig gezien of dorstig, als vreemdeling of naakt, ziek of in de gevangenis, en hebben wij niet voor u gezorgd?” En hij zal hun antwoorden: “Ik verzeker jullie: alles wat jullie voor een van deze onaanzienlijken niet gedaan hebben, hebben jullie ook voor mij niet gedaan.” Hun staat een eeuwige bestraffing te wachten, de rechtvaardigen daarentegen het eeuwige leven.’
Hier gaat het over het scheiden van de bokken en de schapen. En de Heer vertelt hen waarom. De bokken zijn niet bezig met mensen te helpen. Of met mensen te bekeren.
De mensen in de Kerk waren aan het vechten maar met gebed en ze vroegen God om te handelen.
Over de Jezus figuur: De man die ik altijd zie (Jezus) kwam naar mij. Bij elke stap scheidde het water zich.
Hier is het zoals in de tijd van Noach, toen alle slechte mensen omkwamen door het stijgende water. Maar de rechtvaardigen werden gered. Met het water hier, hindert het de slechten, maar niet de goeden. En de Heer stapt erdoor. De Heer kijkt naar boven en bevestigt wat er gaande is.
Hij stapte vlug op het veld met de vechtende dieren af. De man keek naar boven en het was nu een voortdurende lichte regen. Hij sprak met een vaste stem. Hij zei: het doek werd teruggetrokken,
Voor ons is dit een goede zaak, zodat we de Hemel zien. Degenen die bidden en het vuur onder zich hebben, hebben een open Hemel. Maar de wereldse mensen en de slechten die geven er niet om.
maar niemand zal het bemerken of erom geven. Ze zullen spoedig een munt opgooien om de schuld of onschuld van een persoon te bepalen en gerechtigheid zal verwateren, en lelijker worden dan het is,
In de Bijbel staat dat we gerechtigheid moeten liefhebben en nederig zijn voor de Heer. Iemand die in gerechtigheid wandelt met de Heer zal gerechtigheid liefhebben. We kunnen dus geen excuses maken voor zonde.
en niemand zal het opmerken of erom geven. Ze zullen geloven dat de winden (stormen) groter zijn dan ze zijn en ze zullen hun hoop stellen in compromissen en niets minder verwachten.
In de Kerk zullen ze compromissen sluiten, in plaats van het Woord van God. We moeten rekenschap afleggen voor de Heer. En we moeten zien dat we geen valse leer volgen, ook niet als deze van de Kerk uitgaat.
Ik heb jullie gewaarschuwd je schrap te zetten. Maar velen die dit eens deden, staan niet langer in de waarheid.
Er zijn er velen die geloof hadden, maar ze zijn afvallig geworden. Ze keren zich af van hun geloof en gaan het wereldse op. En in de Kerk zijn ze er niet mee bezig.
En in de Kerk zijn er velen die het niet bemerken of er niet om geven.
De Heer spreekt tot de geiten. Degenen die in het wereldse zitten of die terugvallen naar het wereldse. Maar de Heer veroordeelt hen niet. Hij vraagt gewoon dat ze knielen in berouw en zich bekeren, dat ze tot Hem komen en niet meer zondigen.
Word wakker en zie de realiteit. Koop zalf voor je ogen, anders zul je blind worden. Openbaring 3:18: Daarom raad ik u aan: koop van mij goud dat in het vuur gelouterd is, en u zult rijk zijn; witte kleren om u te kleden en uw naaktheid te bedekken, zodat u zich niet meer hoeft te schamen; zalf voor uw ogen, zodat u weer kunt zien.
We kunnen deze zalf van de Heer krijgen. Hoe krijgen we iets van de Heer? In onderwerping aan de Heer en in gebed, in gehoorzaamheid aan Zijn Woord. We doen dit door tegen wereldheid in te gaan.
Misschien zul je het niet bemerken of erom geven. Het is een oorlog en je bent erin.
De wereld is tegen de Kerk aan het ingaan, tegen je hart. Het is een dagelijks gevecht. En als je voelt dat je geloof, je toewijding, je gebed verslapt moet je God om hulp vragen. We mogen er niet vanuit gaan dat we dit zelf kunnen oplossen. Het is niet omdat je reeds lang bekeerd bent, dat je kunt achterover leunen en zeggen dat je geen hulp nodig hebt. We kunnen niets zelf, we moeten alles aan God geven.
Grijp je zwaard goed vast en doe NU mee (in het gevecht) . Je moet nu vechten om zeker niet te vallen. Het zwaard is het Woord van God. Als je jezelf voelt verkoelen, moet je je in het Woord van God verdiepen en het je elke dag laten vervullen. Het is belangrijk dat je nu meewerkt aan de spirituele strijd. Het is belangrijk volgens het Woord te leven, en het niet alleen te lezen.
Er is nu veel apathie in de wereld, in de Christenen, en God probeert de Kerk wakker te schudden. Het is belangrijk dat je NU aan jezelf werkt. En God wil dat we voor Hem leven, ongeacht hoe moeilijk het wordt. We moeten onze blik op Hem gericht houden en ons kruis dragen.
De munt die de Heer gebruikt is de munt van gerechtigheid. Het is ofwel goed ofwel slecht. En dat geldt ook voor Gods Woord. Mensen mogen Gods Woord niet verdraaien omdat het hen goed uitkomt.
Het is ook God die de munt vasthoudt op Zijn Hand. Niemand kan die munt afpakken of de uitkomst veranderen.
En het eindtafereel met de veldslag tussen de wolven en de geiten, zal gewoon erger worden. En de doden, wie zijn zij? Wolven, geiten, mensen? En Dana zei: alle drie. Het gaat van symbolisch tot een letterlijke spirituele dood. Het hangt niet ervan af of we lichamelijk sterven, maar of dat we bij de Heer geraken in Zijn eeuwig Koninkrijk.
Als we vechten, dan is het in onderwerping aan God, in gebed tot Hem en laten we Hem de strijd voeren. Hij voert de strijd. Ons gevecht is geknield te bidden. Dit is de echte strijd voor ieder van ons.
Efeziërs 6:10-18: Ten slotte, zoek uw kracht in de Heer, in de kracht van zijn macht. Trek de wapenrusting van God aan om stand te kunnen houden tegen de listen van de duivel. Onze strijd is niet gericht tegen mensen maar tegen hemelse vorsten, de heersers en de machthebbers van de duisternis, tegen de kwade geesten in de hemelsferen. Neem daarom de wapens van God op om weerstand te kunnen bieden op de dag van het kwaad, om goed voorbereid stand te kunnen houden.
Houd stand, met de waarheid als gordel om uw heupen, de gerechtigheid als harnas om uw borst, de inzet voor het evangelie van de vrede als sandalen aan uw voeten, en draag bovenal het geloof als schild waarmee u alle brandende pijlen van hem die het Laat u bij het bidden leiden door de Geest, iedere keer dat u bidt; blijf waakzaam en bid voortdurend voor alle heiligen.
We hebben iets om naar uit te kijken na dit leven, te leven in glorie met de Heer. We vechten om daar te geraken en zoveel mogelijk mensen met ons mee te nemen. Deze aarde is niet ons doel. Mensen willen een Evangelie dat gemakkelijk is. Maar zo werkt het niet, we worden uitgedaagd, en we worden voorbereid door beproevingen. Ons geloof wordt op de proef gesteld. Degenen die in Jezus Christus leven zullen vervolging kennen. Als we tegengesteld leven aan de wereld, zal de wereld tegen ons ingaan. EN ER WAREN BIJ DE DODEN OP HET SLAGVELD IN DE DROOM GEEN SCHAPEN TE ZIEN, HET WAREN ALLEEN WOLVEN, GEITEN EN MENSEN.
|