27/3 De tijd is kort - Great Miracles Avenue
Joel Kabila: Ik zag de derde wereldoorlog aankomen. Ik zag de twee landen waarvan ik geloof dat ze het begin van de derde wereldoorlog zullen zijn. Ik was niet langer in mijn kamer, ik stond op een groot stuk land vol met bloemen in alle kleuren, rood, geel, paars en wit. De bloemen strekten zich uit zover mijn ogen konden zien. De hele plek voelde vredig, bijna hemels. Alles zag er prachtig en glorieus uit. Terwijl ik daar stond, nam ik de schoonheid in me op. Er gebeurde iets vreemds. Uit het niets verscheen een vlam. Het begon klein, maar werd snel groter en verspreidde zich over het veld. Het verteerde alles. Wat me schokte, was dat het geen droog seizoen was. Er waren geen tekenen van droogte of hitte.
Toch verbrandden de bloemen gemakkelijk. Mijn hart brak toen ik zag hoe de prachtige tuin voor mijn ogen verdween in de droom. Ik kreeg tranen in mijn ogen en viel op mijn knieën en huilde onbedaarlijk. Ik weet niet waarom ik zo emotioneel werd over wat er was gebeurd. Ik huilde om de schoonheid die verloren was gegaan, om de vrede die verdwenen was. Terwijl ik huilde, hoorde ik een stem, die zei: "Dit is de realiteit van wat je ziet." Voordat ik kon begrijpen wat het betekende, veranderde het tafereel.
Ik stond weer in een uitgestrekt land. Het land strekte zich ver en breed uit met slechts een paar bomen verspreid in de verte. Het land voelde stil en leeg aan, maar toen ik beter keek, realiseerde ik me dat het geen land was, maar een stad. De straten waren leeg en de gebouwen stonden stil, alsof er lange tijd niemand was geweest. Toen ik door de rustige straten liep, zag ik iets op de grond. Twee vlaggen, de ene was de Amerikaanse vlag en de andere was de Russische vlag.
Ze waren allebei gerafeld en bevlekt met bloed. Mijn hart was geschokt. Ik keek om me heen, maar niemand leek er iets om te geven. Mensen liepen langs de vlaggen alsof ze ze niet konden zien. Ik voelde me alleen. Het leek alsof ik de enige was die zag wat er gebeurde. Ik boog me voorover om de vlaggen op te pakken, maar zodra ik mijn hand uitstak, veranderde alles weer. Plotseling stond ik in een grote hal. De kamer was groot en licht met hoge pilaren en een hoog plafond. Veel leiders uit verschillende landen zaten rond lange tafels. Sommigen droegen pakken, terwijl anderen kleren droegen uit hun land.
In het midden van de hal stonden Donald Trump en Vladimir Poetin tegenover elkaar. Trumps gezicht zag er ernstig uit. Hij balde zijn handen tot vuisten. Puting stond ook recht met een harde uitdrukking op zijn gezicht. Ze begonnen te praten, maar hun stemmen werden luider. Ik wist niet waar ze het over hadden, maar het voelde heel belangrijk. De andere leiders hielden ze nauwlettend in de gaten. Sommigen fluisterden tegen elkaar, terwijl anderen stil bleven. Naarmate de ruzie erger werd, gebeurde er iets vreemds.
Eén voor één verdwenen de andere leiders. Het was alsof ze in de lucht verdwenen en alleen Trump en Poetin bleven achter. Nu stonden ze alleen in de grote hal. Ze wezen naar elkaar en waren beiden vol woede. Ik weet niet waarom, maar op dat moment klopte mijn hart sneller. Ik kon voelen dat er iets ergs ging gebeuren. Toen liep Poetin rechtstreeks naar een wereldbol die op tafel stond. Toen pakte hij een scherp, puntig voorwerp dat op een pen leek. Hij sloeg met de pen op het deel van de wereldbol waar Amerika zich bevond. Plotseling veranderde het tafereel. Ik zag iets angstaanjagends. Amerika en Rusland maakten zich klaar voor oorlog.
Soldaten marcheerden in rijen, hun gezichten waren ernstig. Ik zag tanks over de grond rollen met een luid, zwaar geluid. Straaljagers vlogen door de lucht en lieten rooksporen achter. Ik zag ook enorme raketten klaarstaan om te lanceren. Toen werd ik uit het niets achtervolgd. Ik liep door de straten. Angst greep mijn hart vast. Bommen ontploften, geweervuur weerklonk en gebouwen stortten in. Mensen schreeuwden, liepen voor hun veiligheid maar er was geen plaats om zich te verstoppen.
Rook vulde de lucht en de grond schudde onder mij. Terwijl ik liep zag ik soldaten, de ene uit Amerika en de andere uit Rusland. Hun uniformen waren vuil en gescheurd. Ze waren ernstig gewond en ik zag ze elkaar omhelzen. Ik weet niet waarom ze elkaar omhelsden want ze waren vijanden van elkaar. Om hen heen was de grond bedekt met lichamen. Mensen schreeuwden het uit van de pijn en mijn hart brak. Tranen stroomden over mijn gezicht terwijl ik op mijn knieën viel. Ik was niet in staat om de verschrikking om me heen te stoppen. Toen werd ik wakker.
|