10/4 (191) Rozen voor de doden in Iran - Melanie
Tijdens de nachtelijke gebeden verschijnt de Moeder Gods aan zieneres Melanie en openbaart haar innerlijke beelden.
Ze laat haar een uitgestrekt land zien met een woestijnachtig landschap op de voorgrond. Het gebied oogt erg droog en er is weinig groen te zien. In plaats daarvan overheersen zand en rotsen.
Opeens verschijnt er opnieuw een explosie voor het innerlijke oog van de zieneres. Het zou een tafereel uit Iran kunnen zijn. Er verschijnen parachutisten die blaaspijpen gebruiken – een symbool dat de zieneres interpreteert als een verwijzing naar gif, vermoedelijk chemische wapens. Tijdens de verschijning ervaart de zieneres de gevolgen ervan voor een kort moment: haar luchtwegen raken geïrriteerd, ze begint te hoesten en heeft het gevoel dat ze stikt.
In deze benarde situatie legt Maria haar handen rond Melanie's gezicht en raakt ze Melanie's voorhoofd aan met haar handen. Dit is een intiem gebaar dat een diep vertrouwen en een hechte band tussen de twee uitdrukt en Melanie verbondenheid laat voelen.
Dan volgt opnieuw de krachtige explosie: een verblindende flits, gevolgd door een drukgolf, die zich explosief in alle richtingen verspreidt als een rooklaag. Maria legt uit dat deze enorme detonatie (ofwel de aanval) een reële bedreiging vormt.
Een vliegtuig – vermoedelijk een militair vliegtuig – laat een bom vallen. De piloot is te zien aan de zijkant van de cockpit, evenals een deel van het vliegtuig, dat groter lijkt dan een normale straaljager. Het is duidelijk geen standaard gevechtsvliegtuig.
Vervolgens begint Maria honderden rozen in delicate tinten roze, oranje en wit te leggen. Hierdoor ontstaat een enorme stapel rozen, die bijna op een muur lijkt. Tot slot overhandigt ze Melanie een witte roos met een zwart lint, een symbool voor de doden. De rozen worden neergelegd ter nagedachtenis aan de slachtoffers van deze gebeurtenis, mocht het gebeuren zoals Maria waarschuwde. Op de achtergrond rijden tanks diagonaal door de afbeelding, van linksboven naar rechtsonder.
Hier eindigt de verschijning.
|