mei 2025 DE HEILIGE VERBONDEN – GODS BRUGGEN VAN LICHT (www.maria-domina-animarum.net)
Onderrichting vanwege de H. Maagd Maria aan de zielen via Myriam van Nazareth
De Hemelse Meesteres stelde ooit dat de ziel moet leven zoals maanlicht dat het Licht van de zon (God) in zich opneemt en verspreidt. De maan geeft niet uit zichzelf licht, doch weerspiegelt het licht van de zon. Wanneer wordt gesteld dat het leven van de mensenziel een levend getuigenis moet zijn van de Tegenwoordigheid en werkingen van God, kan dit worden vergeleken met de maan die getuigenis aflegt van de tegenwoordigheid en werkingen van de zon, die de bron van licht is.
De Hemelse Meesteres wijst erop, dat de mensenziel evenals de maan niet uit zichzelf licht kan geven, doch wel het Licht van God kan en moet weerspiegelen. In deze onderrichting toont Zij aan dat deze weerspiegeling in hoge mate moet gebeuren via verbonden die elke mensenziel met God aangaat.
De Hemelse Meesteres wijst erop dat de spirituele vruchtbaarheid van een mensenleven in hoge mate is gebouwd op de wijze waarop de ziel omgaat met diverse heilige verbonden. Elke ziel is een knooppunt in het netwerk van de Schepping als geheel. Vanuit elk knooppunt in dit netwerk vertrekken een aantal kanalen van relaties en communicatie met vele medeschepselen. Bepaalde van die kanalen bestaan slechts korte tijd (soms slechts enkele ogenblikken), andere zijn duurzamer (soms zo goed als levenslang) omdat God daarmee een speciale bedoeling heeft.
De meest duurzame kanalen zijn de heilige verbonden. Tot de bekendste verbonden horen het huwelijk, langdurige en/of levenslange vriendschapsbanden, relaties tussen ouders en kinderen, relaties met huisdieren en andere. De Heilige Maagd laat verder nader hierop ingaan.
Elk heilig verbond is een gelofte waardoor een ziel zich er jegens God toe verbindt om zich op een speciale wijze onvoorwaardelijk in dienst van Zijn Werken en Plannen te stellen. Deze verbonden krijgen hun concrete invulling steeds door de Ware Liefde in al haar uitingen (naastenliefde, dienstbaarheid, zelfverloochening, zorgzaamheid...). De heilige verbonden bestaan aldus uit akten (handelingen + innerlijke gesteldheden, ook woorden, gedachten en gevoelens) van Liefde, en moeten worden beschouwd als bouwwerken tot grondvesting, uitbreiding en versteviging van Gods Rijk op aarde. Gods Rijk op aarde is in wezen het geheel van alle uitingen van Licht dat de bloei van duisternis op aarde bestrijdt, verhindert en helpt ontwortelen.
De Heilige Maagd Maria vermeldde in Haar onderrichtingen via Myriam reeds meermaals het immens grote belang van de verbonden die elke mensenziel met God sluit. Een verbond tussen God en een mensenziel is immers een heilige overeenkomst die vaak stilzwijgend wordt gesloten en waarvan het bestaan derhalve in vele gevallen niet blijkt uit een formeel 'contract' doch uit handelingen die een mensenziel bij herhaling stelt en die samen wijzen op een bepaalde ingesteldheid, een bepaalde overtuiging en houding van deze mensenziel ten aanzien van het leven en ten aanzien van de zin die zij aan haar leven geeft.
Een verbond tussen God en een mensenziel bestaat in wezen hieruit, dat de ziel onvoorwaardelijk aanvaardt dat haar leven totaal in dienst staat van de vervulling van de Goddelijke Wet, en dat God haar in ruil hiervoor onvoorwaardelijke bescherming en begeleiding op haar levensweg waarborgt. Gods bescherming en begeleiding kunnen zich immers slechts in een ziel uitwerken in de mate waarin deze ziel haar hart onbelemmerd voor God openstelt.
Ondanks het feit dat heilige verbonden vaak stilzwijgend worden gesloten, geldt elke overtreding tegen een heilig verbond voor God als een contractbreuk. Op 15/8/2016 inspireerde de Meesteres van alle zielen de volgende, nooit eerder gepubliceerde vergelijking: Zij illustreerde heilige verbonden aan de hand van twee beelden:
1. Een heilig verbond kan worden vergeleken met een lange termijn-overeenkomst met een bank, waardoor een klant aan zijn bank een kapitaal in bewaring geeft, waarmee deze bank gedurende een aantal jaren transacties kan doen (bijvoorbeeld dit kapitaal ter beschikking stellen van bedrijven voor investeringen), met als voorwaarde dat de klant gedurende die hele termijn dat kapitaal niet zal terugvragen.
De Meesteres zegt: "De klant is de ziel, die jegens de bank (bijvoorbeeld de Meesteres van al het geschapene in volmacht voor God) de verbintenis aangaat dat de Meesteres haar kapitaal (= haar hele wezen met al haar doen en laten en alle innerlijke gesteldheden) levenslang maximaal mag laten renderen, terwijl de ziel niets voor zichzelf houdt. Dit beeld geldt in de eerste plaats, doch niet uitsluitend, voor het heilig verbond van totale, onvoorwaardelijke en levenslange toewijding aan Maria;
2. Een heilig verbond kan worden vergeleken met een lange termijn-lening met een bank, waardoor een klant een groot kapitaal te leen krijgt, dat hij in de loop van een aantal jaren moet zien terug te betalen. Hij kan hierdoor die hele tijd lang allerlei dingen in zijn leven bekostigen, doch moet intussen regelmatig een zekere som aan de bank betalen. Dit is de ziel die via Diegene jegens wie zij het verbond heeft gesloten, grote genaden verkrijgt, doch deze regelmatig moet vergoeden door zichzelf in het verbond te blijven investeren door totale zelfgave. Ook in dit beeld wordt in de eerste plaats verwezen naar het heilig verbond van toewijding.
De combinatie van deze beide overeenkomsten is de invulling van elk heilig verbond: een constante uitwisseling van Liefde tussen de Hemel en de ziel via uitingen van zelfgave jegens medeschepselen, teneinde de fundamenten van Gods Rijk uit te bouwen en te helpen verstevigen, tot definitieve uitroeiing van de duisternis op aarde.
Tot zover de beide beelden.
De ziel vervult haar verbonden met God zowel rechtstreeks jegens God Zelf als via dienst aan haar medeschepselen. Deze laatste (als het ware onrechtstreekse) vorm houdt verband met het feit dat God in elk schepsel iets van Zichzelf prent. Dit 'iets' is datgene wat de Meesteres van alle zielen aanduidt als 'de handtekening van God', en dat Zij ooit tevens vergeleek met een 'certificaat van echtheid', als het ware een officieel teken voor het feit dat het schepsel door God is ontworpen en door Hem met Leven is bezield. Niets kan drager zijn van het Leven indien God Zelf het geen Leven heeft ingestort.
Daarom is elk levend wezen een levend bewijs voor zijn oorsprong in het Hart van God Zelf. Om deze reden zegt de Hemelse Meesteres terecht dat elke handeling jegens een medeschepsel in feite wordt gesteld jegens God Zelf, Die immers elke gewaarwording en elke ervaring van elk schepsel tot in elk detail in Zijn eigen Wezen aanvoelt.
Elk detail van lijden, verdriet en vreugde wordt niet slechts door het betrokken wezen doch eveneens door God Zelf haarfijn ervaren: God leeft in elk schepsel, voelt in elk schepsel, lijdt in elk schepsel, en bij het overlijden van een schepsel (mens of dier) draagt dit wezen in zich als het ware een gedetailleerd register van alles wat het in de loop van zijn leven op aarde heeft meegemaakt, met daarin het getuigenis van de oorsprong van elke ervaring (welk medeschepsel leed of vreugde in dit wezen heeft opgewekt, wanneer, hoe vaak, onder welke vorm en in welke mate, en vanuit welke hartsgesteldheid de veroorzaker van dit leed of deze vreugde heeft gehandeld…).
Daarom zei de Hemelse Koningin ooit, dat bijvoorbeeld een dier dat sterft, voor God is als een open boek of als een film met beelden en klanken, waarin getuigenis wordt afgelegd van elk detail van elk contact dat dit dier met mensenzielen heeft gehad en van elke ervaring die het met mensenzielen heeft opgedaan, zodat kan worden gezegd dat elk dier bij zijn dood jegens God zonder woorden voor of tegen bepaalde mensenzielen pleit. Dit is een Mysterie dat bewijs aflegt voor Gods absolute volmaaktheid.
Hoe staat dit alles in verband met verbonden, en welke verbonden werken zich in de Schepping uit?
BASISVERBOND
Het basisverbond waartoe elke mensenziel zich van nature jegens God verbindt, bestaat hieruit, dat elke mensenziel van God haar ene leven op aarde krijgt om met haar hele doen en laten in alle situaties en omstandigheden van haar hele leven en in al haar contacten met al haar medeschepselen haar persoonlijke bijdrage te leveren tot de voltooiing van Gods Heilsplan. Anders uitgedrukt: Elke ziel zonder uitzondering sluit op grond van haar hoedanigheid als mensenziel jegens haar Schepper een heilig verbond om haar enige leven op aarde te leiden als werktuig via hetwelk God Zijn Werken en Plannen van Liefde in de Schepping moet kunnen uitwerken.
Elke mensenziel is dus van nature bedoeld als een wezen in dienst van de vervulling van de bedoelingen die God met Zijn Schepping nastreeft. Een mensenleven heeft derhalve op zich geen zin en geen betekenis, de enige zin en betekenis van het leven ligt in de vruchten die tijdens dit leven kunnen worden voortgebracht als bijdragen tot Gods Werken en Plannen. God werkt in Zijn Schepping via de handen, de mond, het hart, de geest en de vrije wil van elke mensenziel. Hij werkt eveneens via de dieren, doch God heeft de verantwoordelijkheid voor de ontwikkelingen in de Schepping en voor de atmosfeer van het leven in de wereld aan de mensenzielen toevertrouwd. Daarom legt de beklemmende duisternis die in de huidige wereld door zoveel zielen duidelijk wordt aangevoeld, onmiskenbaar getuigenis af van het feit dat veel mensenzielen in hun hartsgesteldheid ver van Gods bedoelingen zijn afgedreven en eerder de duisternis volgen dan het Licht.
Omdat een mensenleven door God is bedoeld als een geheel van situaties, contacten, handelingen en innerlijke gesteldheden (gevoelens, gedachten, verlangens, bestrevingen, punten van voorkeur of afkeur, enzovoort) die samen moeten bijdragen tot de verwezenlijking van Zijn Heilsplan met de hele Schepping, is een leven dat louter wordt geleid met het oog op de bevrediging van eigen vermeende behoeften en belangen, voor God een verloren leven, een leven zonder ware inhoud. In dat geval – aldus de Meesteres van alle zielen – oordeelt God dat deze ziel haar ware levensroeping en levensopdracht niet heeft vervuld.
De bestaansreden voor het basisverbond ligt in het feit dat God voor de ontsluiting van al Zijn Werken, dit wel zeggen voor de zichtbare voltooiing ervan, de vrijwillige en spontane medewerking van mensenzielen nodig wil hebben. Ondanks Zijn onbetwistbare almacht verkiest God, Zijn Werken en Plannen niet aan de wereld op te dringen doch de mensenzielen actief bij de verwezenlijking ervan te betrekken. Hij heeft deze Beschikking getroffen uit grenzeloze Liefde voor de mensenzielen, uit een onwankelbaar verlangen dat elke mensenziel zich goed moge voelen, en uit grenzeloos respect voor Zijn schepselen.
De Meesteres van alle zielen stelt dat dit grenzeloze respect zijn oorsprong vindt in het feit dat God er rekening mee houdt dat Hij in elk schepsel Zijn handtekening heeft gedrukt, en dat zelfs het geringste gebrek aan respect vanwege Hemzelf voor een schepsel zou neerkomen op een gebrek aan respect voor Zijn eigen Goddelijke natuur. God Zelf heeft Zijn Schepping echter gegrondvest op diverse pijlers, waarvan één van de grootste deze is, die vereist dat de schepselen aan hun God en Schepper de grootste eerbied verschuldigd zijn teneinde in de Schepping een feilloze harmonie met de Goddelijke Wet in stand te houden.
Om deze reden beoefent God Zelf een grenzeloos respect voor de Goddelijke natuur in al het geschapene, en verlangt Hij eveneens van de mensenziel als door Hem aangestelde hoedster over de Schepping een onvoorwaardelijk respect voor elk medeschepsel (mens en dier, zonder enige discriminatie op grond van ras, huidskleur en andere uiterlijke kenmerken, geslacht, sociale achtergrond, overtuiging enzovoort).
Gods aandeel in dit heilig basisverbond bestaat hierin, dat Hij de ziel volgens de mate van haar oprechte inzet om het verbond te vervullen, de Eeuwige Gelukzaligheid waarborgt en Zijn genaden over de wereld uitstort met de bedoeling, de wereld te bevrijden van de effecten van alle werken der duisternis.
Het heilig basisverbond tussen God en elke mensenziel is aldus voor de mensenziel een verbond van dienstbaarheid, en voor God een verbond van beloning telkens dit op grond van de Goddelijke Wetten gerechtvaardigd is. De mate waarin Gods loon aan een ziel gerechtvaardigd is, wordt ten volle bepaald door de mate waarin de ziel de Goddelijke Basiswet van de zelfverloochenende Liefde jegens al haar medeschepselen van harte en zonder enige discriminatie in toepassing brengt. De Meesteres van alle zielen stelt zonder meer dat de mensenziel slechts op aarde is om jegens al haar medeschepselen God tegenwoordig te stellen, en dat de ziel dit slechts kan doen door Licht en Liefde om zich heen te verspreiden, aangezien God Licht en Liefde IS.
NIEUW VERBOND
Een ander heilig Verbond dat God jegens de mensheid als geheel heeft gesloten, is het Nieuw Verbond, dat door de Zoon Gods Jezus Christus als Messias en Verlosser is bekrachtigd door Zijn Kruisdood tot Verlossing van elke mensenziel die Hem van harte zou volgen in een levenshouding vervuld van Ware Liefde, zelfverloochenende dienst en onverzettelijk Geloof in de God van Liefde.
Dit contract van Liefde bestaat hieruit, dat Gods Messias Gods Wet van Liefde op aarde kwam prediken, en Zichzelf als de God-Mens kwam prijsgeven aan het grootst mogelijke Lijden in een menselijk lichaam, een menselijke geest en een menselijk hart, in de vorm van vervolging, bespotting, hartenpijn om alle liefdeloosheid en zondigheid tussen schepselen, smart, verdriet, eenzaamheid, koude, honger, dorst, uitputting, slagen, laster, bespuwing, kruisiging, enzovoort.
In ruil daarvoor verwacht God van elke mensenziel een leven in heiligheid (dit wil zeggen: in zo volkomen mogelijke navolging van de Goddelijke Wet) en een onophoudelijke bekering, met andere woorden een onophoudelijk bijsturen van elke handeling, gedachte, gevoel en bestreving die eerder de duisternis dient dan het Licht. Dit betekent dus een voortdurende inzet van de ziel om elk gebrek aan harmonie tussen haar doen en laten en haar innerlijk leven enerzijds, en Gods Hart en Zijn verwachtingen anderzijds, te veranderen in een levenshouding die helemaal binnen Gods Wet past en Zijn Werken en Plannen ten volle kan dienen.
Het Nieuw Verbond wortelt in Gods aloude Beschikking dat lichamelijk en geestelijk leed dat door een ziel in onvoorwaardelijke aanvaarding en met zuivere Liefde aan God wordt opgedragen tegen de achtergrond van een oprecht verlangen dat dit leed daadwerkelijk moge bijdragen tot de verwezenlijking van Gods Plannen, de kracht bij uitstek is om de effecten van de werken der duisternis in de wereld (leed, ellende, ongerechtigheid, chaos en elke vorm van ongeluk) teniet te doen.
Uitsluitend daardoor kon het alomvattende Lijden van de God-Mens Jezus Christus de Verlossing van de mensenziel uit de eeuwigdurende gevolgen van de erfzonde en van alle erna bedreven zonden bereiden, een Verlossing die in elke mensenziel individueel slechts wacht op persoonlijke bijdragen van oprechte Liefde om ontsloten te worden, dit wil zeggen concreet in werking te treden.
VERBOND VAN TOTALE TOEWIJDING AAN MARIA
Een derde verbond dat God alle mensenzielen ter beschikking heeft gesteld, is het verbond van totale, onvoorwaardelijke, levenslange en in de concrete dagelijkse praktijk van het leven met Ware Liefde toegepaste toewijding aan de Heilige Maagd Maria: een hoogheilig verbond door hetwelk de ziel zichzelf, haar hele wezen, al haar gesteldheden en alle details van haar leven op aarde met Vuur en Liefde aan Maria overdraagt in het vaste geloof en vertrouwen dat de Heilige Maagd van God de macht en bevoegdheid heeft ontvangen om al het aan Haar toevertrouwde, bekleed met de vlekkeloze en volmaakte heiligheid van Haar eigen Wezen en van Haar volmaakte Liefde, oneindig aan macht te vergroten en in deze veredelde vorm aan God over te dragen als bijdragen tot de concrete verwezenlijking van Zijn Heilsplan.
'In ruil voor' deze overdracht aan Maria ontvangt de ziel, in de mate waarin zij zich hiervoor op elk ogenblik van haar leven openstelt, de concrete innerlijke begeleiding door de Heilige Maagd, Die de ziel via deze weg op speciale wijze tracht te leiden naar vervolmaking in de heiliging.
Het verbond van totale, onvoorwaardelijke en levenslange toewijding aan de Heilige Maagd Maria ontleent zijn bijzondere heiligheid aan het feit dat het in wezen is ingesteld door Jezus Christus in volle voltrekking van Zijn Verlossingsmysterie aan het Kruis van Golgotha. Met de woorden "Vrouw, ziedaar Uw zoon; zoon, ziedaar Uw Moeder" vertrouwde Hij Zijn Moeder toe aan de hele mensheid, op Golgotha vertegenwoordigd door Zijn apostel Johannes, en vertrouwde Hij via Johannes de hele mensheid toe aan de Moeder Gods. Deze toewijzing van de mensheid aan Maria en omgekeerd, was niets minder dan de instelling van het heilig verbond van totale toewijding.
Het verbond van totale toewijding aan Maria is een 'contract' dat door de ziel met Maria wordt gesloten met de bedoeling dat de Drie-Ene God als enige Begunstigde alle vruchten mag oogsten die onder dit verbond worden voortgebracht. Met deze vruchten bouwt God aan de fundering van Zijn Rijk op aarde en bereidt Hij de definitieve overwinning van de Liefde op de satan en zijn werken van chaos, leed, ellende en onrecht voor, een Rijk dat zal worden aangekondigd door de zichtbare overwinning van de Vrouw, de Meesteres in elk verbond van toewijding, over de satan en de effecten van al zijn werken. De vruchten van dit verbond worden voortgebracht door alle doen en laten en alle innerlijke gesteldheden van de aan Maria toegewijde ziel:
De ziel draagt dit alles vanuit haar hart over aan de Moeder Gods, Die door de ziel onvoorwaardelijk wordt beschouwd en behandeld als de onbetwistbare Hemelse Meesteres van haar hele wezen en haar hele levensweg, waarbij de ziel zich ten volle rekenschap geeft van het feit dat Maria haar Meesteres is in vertegenwoordiging en met volmacht van God Zelf, en dat de ziel derhalve haar relatie tot Maria moet beschouwen als een relatie tot God Zelf, een relatie die Gods volle zegen draagt, door Zijn Voorzienigheid voor de ziel is voorbereid, en slechts wacht op concrete invulling vanwege de ziel zelf. Een vlekkeloze beleving van de totale toewijding van de ziel aan de Heilige Maagd Maria is een dodelijk wapen tegen de effecten van de werken die de duisternis onophoudelijk in deze wereld tracht te voltrekken.
INDIVIDUELE VERBONDEN
Naast het heilig basisverbond, dat van nature werkzaam is tussen elke mensenziel en haar God, het Nieuw Verbond waartoe de zielen via Jezus Christus zijn opgeroepen, en (niet voor alle doch voor een aantal zielen binnen het christendom) het heilig verbond van totale toewijding aan Maria, sluiten de meeste mensenzielen met God nog één of meer andere verbonden.
Al deze individuele verbonden hebben één kenmerk met elkaar gemeen: Zij geven uitdrukking aan de vervulling van een – doorgaans stilzwijgende – belofte vanwege de ziel aan God, dat zij aanvaardt, één of meer medeschepselen onder haar hoede te nemen. Dit betekent dat de ziel de verantwoordelijkheid op zich neemt om voor één of meer medeschepselen te zorgen, deze te helpen beschermen, te ondersteunen, oprecht en op zelfverloochenende wijze lief te hebben, jegens dit medeschepsel of deze medeschepselen God tegenwoordig te stellen zodat deze zich in tegenwoordigheid van deze ziel veilig, geborgen en bemind kunnen voelen als zou God Zelf zichtbaar en hoorbaar met hen bezig zijn, en via deze ziel kunnen groeien en ontwikkelen in de zekerheid dat God Zelf hen liefheeft, ononderbroken bij hen is en met hen bezig is, waardoor zij op grond van de tegenwoordigheid en het gedrag van deze ziel in hun leven een zo hoog mogelijke graad van Geluk en welzijn kunnen ervaren.
Verbonden tussen een mensenziel en God ontstaan niet zomaar, zij ontstaan op grond van werkingen van Gods Voorzienigheid, die mensenzielen en bepaalde medeschepselen – dieren zowel als medemensen – op elkaars levensweg brengt met de bedoeling dat deze op grond van hun zich kruisende levenswegen in staat zouden worden gesteld om elkaar te helpen ontwikkelen, bloeien, hun welzijn wederzijds te helpen vergroten en elkaar te ondersteunen opdat elke betrokken partij haar eigen rol in haar enige leven op aarde ten volle moge kunnen vervullen op een zo vruchtbaar mogelijke wijze.
Verbonden tussen schepselen geven uitdrukking aan Gods grenzeloze Liefde doordat Gods Voorzienigheid schepselen naar elkaar toe tracht te leiden op grond van Zijn verwachting dat bepaalde schepselen elkaar wederzijds kunnen aanvullen en daardoor elkaar kunnen bevorderen in de verwezenlijking van de grootst mogelijke vruchtbaarheid van hun levensweg voor Gods Plannen en Werken.
Vruchtbaarheid van de levensweg moet daarbij worden verstaan als de mate waarin de levensweg van een schepsel een positieve bijdrage kan leveren tot de ontsluiting van Gods Grote Heilsplan voor de hele Schepping. Voor deze ontsluiting heeft God de gouden sleutel van de toepassing van de Ware Liefde voorzien, omdat God Liefde IS en heeft voorzien dat slechts de Ware Liefde tussen alle schepselen de bloei van, en het Geluk binnen, de hele Schepping kan waarborgen en de Schepping in een volkomen harmonie kan houden.
Deze harmonie is wat wij kennen als de Ware Vrede, de toestand van vlekkeloze doorstroming van Licht en Liefde binnen alle onderlinge contacten tussen alle schepselen, in afwezigheid van factoren die deze stroming kunnen belemmeren. Belemmeringen in de stroming van de Liefde zijn alle uitingen van de werken der duisternis in en tussen schepselen, in de vorm van negatieve, schade brengende handelingen, woorden, gedachten, gevoelens en verlangens.
In de diepte is elk heilig verbond een verbond van Liefde dat een mensenziel sluit ten gunste van een medeschepsel: Een mensenziel belooft in haar hart aan God dat zij het leven van één of meer medeschepselen zal helpen vervullen met Liefde, waarbij moet worden beseft dat ware, zelfverloochenende Liefde de brandstof van het Ware Leven en van de ware bloei van elk levend wezen is.
Het verbond als verbond van Liefde wordt vervuld in de vorm van de meest uiteenlopende handelingen, woorden, gedachten, gevoelens en verlangens van dienst aan het medeschepsel, ondersteuning en verlichting in diens lasten, het zorgen voor een sfeer van geborgenheid en veiligheid in diens hart, en bevordering van diens levenskracht, levenslust en vruchtbaarheid in al zijn levensopdrachten. Zo dient elk concreet beleefd verbond de bloei van het hele netwerk van de Schepping als alomvattend bouwwerk van God.
Een verbond kan van lange of van korte duur zijn. Tot de meest voorkomende verbonden die gewoonlijk van langere duur zijn, behoren bijvoorbeeld het huwelijk, een ouder-kind-relatie, een verbond met een huisdier, zelfs bepaalde hechte vriendschappen tussen mensenzielen en tussen bepaalde mensen en bepaalde dieren. Deze laatste soort verbonden kan betrekking hebben op dienst, hulp en zorg aan huisdieren, aan dieren als hulp in landbouwbedrijven, zelfs aan dieren in het wild met dewelke mensen een zekere soort relatie kunnen opbouwen.
Dit laatste is bijvoorbeeld het geval wanneer een mensenziel zich gedreven voelt om vogels in haar tuin of in de wijde natuur geregeld te voorzien van voedsel en/of water. Verbonden met dieren ontstaan ook vaak doordat een mensenziel een noodlijdend of verstoten dier bij zich in huis neemt om het de kans te geven om zijn verdere levensweg met de levensweg van de mensenziel te verbinden in een atmosfeer van wederzijdse Liefde en materiële en/of morele ondersteuning.
Het is kenmerkend voor een waarlijk vruchtbaar verbond, dat de mensenziel alles in het werk stelt om de relatie van dienst, hulp, hoede en verzorging aan haar medeschepsel zo standvastig en duurzaam mogelijk te houden, en dat zij alle handelingen die zij in het kader van het verbond stelt, ten volle grondvest op een onvoorwaardelijke, zelfverloochenende Liefde jegens het schepsel waarover zij de hoede heeft aanvaard. Elke handeling die een mensenziel stelt, elk woord dat zij spreekt (met inbegrip van de toon waarop zij woorden uitspreekt!), elke gedachte die zij koestert en elk gevoel dat in haar opwelt, moet vervuld zijn van oprechte Liefde.
Slechts in de mate waarin dit het geval is, draagt dit alles ware vruchtbaarheid als bijdrage tot de verwezenlijking en ontsluiting van Gods Werken en Plannen. Daarom blijven veel verbonden in wezen onwerkzaam: Veel relaties tussen mensenzielen en medemensen, en van mensenzielen ten aanzien van dieren, worden weinig of niet gedragen door oprechte Liefde jegens de 'verbondspartner'. Dagelijks worden op deze wereld ook miljoenen verbonden geschonden, verloochend of verwoest.
De vervulling van een verbond zou men kunnen vergelijken met het bemesten van een bodem met de bedoeling dat deze rijpere vruchten moge kunnen voortbrengen, waarbij de meststof niets anders is dan ware, zelfverloochenende Liefde. Om deze reden geldt een verbond als een uitgelezen middel tot een grotere bloei van de hele Schepping en een sterkere stroming van de Ware Liefde tot voltooiing van Gods Werken in de wereld.
Elk verbond tussen mensenzielen, en van mensenzielen jegens dieren, dat ten volle wordt vervuld in overeenstemming met de Goddelijke Wet, kan door God worden ingezet als een machtig vernietigingswapen tegen de werken der duisternis in de wereld. Onder 'bloei van de Schepping' moet immers worden verstaan: de mate waarin de wereld merkbaar en voelbaar uitdrukking geeft aan de Ware Liefde als het enige leidende principe voor alle relaties tussen schepselen, en daardoor een spiegelbeeld wordt van het Hart van de Schepper Zelf.
Om diezelfde reden zet de duisternis alles in het werk om veel verbonden onwerkzaam te maken of helemaal te verwoesten door deze te veranderen in generatoren van duisternis, door hen te maken tot bronnen en kanalen van leed, ongeluk, kwelling en teleurstelling. Dit is het geval in elk verbond dat wordt verminkt en verwoest door gebrek aan Liefde vanwege een ziel die tot het verbond behoort, en door het toebrengen van leed aan het medeschepsel dat God aan de hoede van deze ziel heeft toevertrouwd.
Grote en vaak voorkomende voorbeelden hiervoor zijn geweldpleging binnen huwelijksrelaties, misbruik en verwaarlozing van kinderen door één of beide ouders, kwelling en verwaarlozing van dieren door mensenzielen (in de eerste plaats de zielen die dieren bij zich hebben opgenomen doch deze niet behandelen met de Liefde en zorgzaamheid die jegens deze dieren Gods Tegenwoordigheid voelbaar maken), corruptie vanwege mensen die een speciale politieke of economische positie misbruiken voor zelfverrijking en daardoor hun belofte van dienst aan bepaalde bevolkingsgroepen niet vervullen of zelfs vele medemensen schade berokkenen, enzovoort.
De Hemelse Meesteres inspireert het volgende voorbeeld om het ware wezen en nut van een verbond aan te tonen: het verbond waarbij een mensenziel zich ertoe verbindt, een huisdier met haar eigen leven te verbinden. Zij geeft dit voorbeeld omdat de relatie van een mensenziel jegens een dier nog méér zegt over de ware gesteldheid van de Liefde van deze ziel dan haar relaties met medemensen. Een dier kan immers niet op dezelfde wijze iets teruggeven (althans niets materieels, en dit is precies wat mensen met schijnliefde het meest interesseert), zodat handelingen en gevoelens van oprechte Liefde jegens een dier gewoonlijk een zuiverder beeld geven over de hartsgesteldheid van de mensenziel dan haar handelingen en gevoelens jegens medemensen.
Waarom vertoont een huisdier tekenen van diepe Vrede, ontspanning, geborgenheid enzovoort, terwijl het met oprechte Liefde wordt aangesproken en gestreeld? De reden hiervoor ligt in het feit dat het dier in dergelijke omstandigheden Gods Tegenwoordigheid voelt. De mensenziel stelt in dergelijke omstandigheden God tegenwoordig jegens het huisdier.
Het is van het grootste belang, zich voor ogen te houden dat een mensenziel, op het ogenblik waarop zij een dier in huis neemt teneinde haar levensweg met dit dier te delen, hierbij een heilig verbond met God sluit, en dat dit verbond gelijk staat met een gelofte van zorgzaamheid, geborgenheid, bescherming, behoud en bevordering van de levenskracht en de gevoelsgesteldheid van dit dier (ook dieren kunnen depressief en lusteloos worden!), en Liefde in al haar aspecten jegens het huisdier. In de mate waarin de ziel spontaan, vrijwillig en met oprecht Vuur dit heilig verbond in alle details van het leven tracht in te vullen in overeenstemming met Gods verlangens, zal zij hierin door God worden ondersteund.
Dit betekent dat God deze ziel in al haar handelingen en al haar innerlijke gesteldheden zal aanvullen, wat concreet tot gevolg heeft dat Hij Zijn eigen 'innerlijke gesteldheden' in het hart van deze ziel zal laten overvloeien. Het is precies dit Licht dat het huisdier in de mensenziel aanvoelt, en dat dit dier tot gevoelens van diepe Vrede, ontspanning en geborgenheid brengt en in dit dier de doorstroming van de Liefde aanwakkert. Er ontstaat dan tussen het huisdier en de mensenziel een kringloop van Liefde in de beide richtingen, die door Gods voelbare Tegenwoordigheid wordt bezegeld.
De Meesteres van alle zielen had het in de loop der jaren reeds veelvuldig over het immense belang van zelfverloochening. Zij wijst de zielen hierop omdat het hele netwerk van de Schepping slechts kan bloeien en functioneren in overeenstemming met Gods bedoelingen in de mate waarin elk punt in dit netwerk (in de eerste plaats elke mensenziel) geen leven op zich beoogt te leiden, doch bereid is om zich te allen tijde met haar hele wijze van zijn in dienst te stellen van de belangen van het hele netwerk. Daartoe is in de eerste plaats een spontane, actieve dienst jegens elk medeschepsel nodig, die ten volle moet zijn gebaseerd op een oprechte beleving van de Ware Liefde.
Ware Liefde is een Liefde waarbij de mensenziel zichzelf spontaan en van harte achterop stelt bij de behoeften en belangen van al haar medeschepselen, dit wil zeggen: waarbij zij haar eigen behoeften en belangen zoveel mogelijk 'verloochent' zolang zij niet ten volle heeft gezorgd voor de leniging van elk gebrek of elk ongemak in medeschepselen. In de eerste plaats behoort zij dit te doen ten aanzien van de medeschepselen jegens dewelke zij zich voor Gods Aanschijn heeft verbonden in een verbond van dienst, zorgzaamheid, bescherming en ondersteuning, dit laatste zowel materieel als moreel.
Zelfverloochening is niets anders dan de neiging om medeschepselen te helpen bij het dragen van hun kruisen, en dit belangrijker te vinden dan de bevrediging van eigen behoeften en belangen. Deze gesteldheid komt neer op hulp aan de Kruis dragende Christus in deze medeschepselen. Dit maakt zelfverloochening tot één van de machtigste heiligmakende deugden, want deze gesteldheid helpt de ziel uitgroeien tot een spiegel van Gods Hart.
De oprechte en diepe beleving van verbonden steunt ten volle op zelfverloochening. Daarom noemt de Meesteres van alle zielen de heilige verbonden 'Gods Bruggen van Licht'. Elk verbond dat door een mensenziel wordt beleefd in een gesteldheid van oprechte zelfverloochening is zoals een brug via dewelke de betreffende ziel Gods Licht doorheen de Schepping helpt sturen, via de levensweg van haar verbondspartner(s), hetzij de huwelijkspartner, hetzij een kind, ouders, dieren, enzovoort.
Via de wijze waarop een mensenziel haar verbonden beleeft (jegens haar huwelijkspartner, haar eventuele kinderen en/of huisdieren, haar vrienden, enzovoort) toont deze ziel op de meest onmiskenbare wijze aan God haar ware gesteldheden van hart, de zuiverheid van haar Liefde en de vastberadenheid van haar keuze voor het Licht en tegen de duisternis. De verwaarlozing en verloochening van verbonden ligt aan de basis van een zeer groot gedeelte van alle duisternis in de wereld: liefdeloosheid, mishandeling van huwelijkspartners, kinderen en dieren, onverschilligheid en daardoor verwaarlozing van medeschepselen, zelfzucht, ongevoeligheid voor de noden en kwellingen in de lichamen en harten van medeschepselen.
Om deze reden moet elke poging om de wereld ten goede te veranderen en hem te helpen bevrijden van alle ellende, leed, chaos, ongerechtigheid, ongeluk en onvrede (met andere woorden van het gif der duisternis) beginnen bij een radicale oriëntatie van elke mensenziel op de Ware Liefde met zelfverloochening ten gunste van haar medeschepselen in het kader van de verbonden die zij van Gods wege op haar levensweg heeft gekregen.
Zo belicht de Koningin des Hemels op een bijzondere wijze de drie ingrediënten rond dewelke de hele innerlijke gesteldheid van elke mensenziel moet worden opgebouwd:
* ware zelfverloochenende Liefde,
* onwankelbaar gevoel van verbondenheid met alle medeschepselen om samen een hecht netwerk in volmaakte Vrede en Liefde te vormen, en
* totale oriëntatie op het Licht.
Onder 'Licht' moet daarbij worden verstaan: het vermogen om alle dingen te zien zoals zij werkelijk zijn, met inbegrip van het vermogen om zichzelf te zien zoals men werkelijk is met betrekking tot God. Het Licht is daardoor eveneens het vermogen om de Liefde heilig te houden.
Het Licht is tevens het geheel van alle Werken van God, die steeds gericht zijn op de volledige ontsluiting van Zijn Heilsplan voor de hele Schepping. Om waarlijk vruchtbaar en tevens voor God waardevol te zijn, moet een verbond steeds opgebouwd zijn uit deze drie ingrediënten, die niet van elkaar gescheiden kunnen worden.
Dit brengt ons terug bij het uitgangspunt van deze onderrichting, waar de Hemelse Meesteres de levensroeping van de mensenziel vergelijkt met maanlicht en de relatie tussen de maan en de zon (die Zij vergelijkt met God, de Schepper van alles). In de mate waarin een mensenziel haar verbonden volkomen in overeenstemming met Gods verwachtingen vervult, is zij zoals een maan die het licht van de zon (het Licht van God) onbelemmerd in zich opneemt en weerspiegelt naar de wereld toe, in de eerste plaats naar de medeschepselen over wie zij een bijzondere hoede heeft aanvaard.
Een mensenziel kan de opdracht waarvoor zij van God haar enige leven op aarde krijgt, slechts vervullen in de mate waarin zij oprecht verlangt om actief mee te werken aan de verwezenlijking van Gods Plannen en Werken. Daartoe moet zij in de eerste plaats het Licht (Gods Werken) centraal stellen in alles wat zij in haar leven nastreeft en dient. Zij moet zich zo diep van het Licht van God laten doordringen dat zij er als het ware mee versmelt. Slechts in de gesteldheid van groeiende eenheid met Gods Licht kan een ziel waarlijk bijdragen tot verbetering van de wereld.
De Koningin van Hemel en aarde roept ertoe op, dat elke ziel deze versmelting in de eerste plaats zou betrachten door al haar verbonden met medeschepselen uitsluitend en alleen te laten regeren door zelfverloochenende Liefde, een onwankelbaar verlangen om één van hart te zijn met elk medeschepsel dat Gods Voorzienigheid op haar levensweg brengt, en een spontaan totaal besef van het feit dat alle schepselen door God zijn bedoeld om voor elkaar een levenslang geschenk te zijn.
Er is geen andere weg naar een ware zuivering van deze wereld, want in de mate waarin een dergelijke gesteldheid oprecht in zoveel mogelijk zielen zou leven, zou zij het einde betekenen van alle agressie jegens medeschepselen, alle mishandeling van medeschepselen, alle onvrede tussen schepselen en over de eigen levensweg met al zijn beproevingen, alle verwaarlozing en onverschilligheid ten nadele van medeschepselen. God heeft de mensenziel bedoeld als kroon op Zijn Schepping, niet als kanaal van ellende en leed.
Ten dienste van de Meesteres van alle zielen, Myriam, mei 2025
|