k zal de naam van God prijzen met een lied.
Een groter contrast tussen het begin en het einde van deze psalm is moeilijk denkbaar. 'Verlos mij, o God, want het water is gekomen tot aan de lippen.' Die wanhoopskreet, die zich uitstrekt over de eerste 13 verzen, wordt in vs. 14 gevolgd door een gebed en in vs. 31 uiteindelijk door een lied.
Ook in ons leven kan het gebeuren dat wij eerst in uiterste wanhoop bidden tot God en Hem nadien kunnen prijzen met een lied. Hetzelfde zie je trouwens in de bekende Psalm 23: na het dal van diepe duisternis, noemt David er het heil en de goedertierenheid van God, tot in lengte van dagen!
|