Mijn Herder is de Heer,
dus zal mij niets ontbreken.
Geen herder mild en goed als Hij,
naar groene weiden voert Hij mij.
Hij gaat mij rustig voor naar stille waterbeken.
Hij laaft mijn dorstig hart,
Hij richt mijn wankele schreden.
Hoe lieflijk klinkt zijn herdersstem,
ik luister, en dan volg ik Hem.
Hij leidt mij in het spoor van zijn gerechtigheden.
Hij zalft mij met zijn Geest,
Hij spijzigt mij ten leven
door het zielevoedsel van zijn Woord.
Het goede smaak ik ongestoord,
en eeuwig zal ik eens hierboven met Hem leven.
J.J.L. ten Kate
|