Verhofstadt komt bij de hemelpoort. Petrus schrikt zich een hoedje want zo vaak ontmoet hij daar geen hoge politici. Hij weet niet zo goed wat hij met hem aan moet. Verhofstadt geeft aan dat zijn plaats toch echt in de hemel is. Maar volgens de regels moet Verhofstadt, alvorens hij mag kiezen, een dag in de hel en een dag in de hemel zijn. Petrus leidt hem naar de lift en zet hem eerst bij de deur van de hel af. De deur gaat open en Verhofstadt stapt meteen in de mooiste zee die hij ooit zag en waar hij ook nog kan diepzeeduiken! In de zee ontmoet hij bijzonder gelukkig ogende oude vrienden.
Ze schudden elkaars hand en praten volop over de goede oude tijd waarin ze beroemd en rijk werden. Vervolgens duiken ze, na eerst een paar vissen te hebben gegroet, samen verder.
Na afloop genieten ze van een diner met kreeft, kaviaar en champagne. De duivel is ook aanwezig en blijkt een bijzondere en aangename man te zijn die grapjes maakt.
Al met al is het zo'n heerlijke bijeenkomst dat de dag om is voor hij het in de gaten heeft.
Zijn vrienden zwaaien hem uit als hij terug de lift instapt. Als de lift weer open gaat komt hij in de hemel terecht. In de 24 uur die volgen zweeft Verhofstadt tevreden van wolk tot wolk.
Er wordt gezongen en op de harp gespeeld en Verhofstadt zingt graag een deuntje mee. Hij heeft het aardig naar zijn zin. Als hij weer voor Petrus staat, vraagt die hem of hij een keuze heeft kunnen maken.
Verhofstadt denkt even rustig na en zegt: "Ik zou het nooit gedacht hebben hoor, en ik moet zeggen dat de hemel heerlijk was". "Maar ik denk dat mijn plaats toch in de hel is bij mijn oude vrienden." Petrus begeleidt hem in de lift naar beneden en de deur gaat open.
Daar zijn zijn vrienden weer aan het duiken, nu echter in een vervuilde zee, er is geen vis te bekennen, ook geen koraal. Er is bijna geen zuurstof meer. Zijn vrienden hebben teveel lood om zich heen om boven te kunnen komen. Ze zitten vast in de vangnetten, ze kunnen geen kant meer op. De duivel komt naar Verhofstadt toe en slaat een arm om hem heen. "Ik snap er niets meer van", stamelt Verhofstadt. "Gisteren was het hier prachtig en aten we kreeft en kaviaar". "We dansten en hadden een heerlijke dag! Wat is er gebeurd?" De duivel kijkt hem aan, glimlacht en zegt: "Gisteren was het nog verkiezingstijd. Vandaag heb je gekozen." |