Het is vandaag de dag waarop velen de dode mensen gedenken die deel uitmaakten van ons leven. Morgen gaan wij de graven van onze naasten bezoeken op twee kerkhoven. Deze nacht heb ik gedroomd over mijn mama, dat ik haar dringend moest gaan bezoeken in het rusthuis. Ik voelde mij schuldig dat ik haar te weinig had bezocht op haar kamer in "de strandjutter". Mijn moeder is gestorven in 2006, maar in mijn droom lefde ze nog.
Met ouder te worden begin ik te beseffen dat ik eigenlijk een mama's keppekind was.Toen ik als eerstgeborene ter wereld kwam in 1942, was mijn moeder 28 jaar. Later heb ik vernomen dat ze een paar jaar voor mij zwanger geweest van een tweeling en dat ze met blijde verwachting uikeek naar de kindjes. Zij was al vier of vijf maand ver toen het mis ging: een van de embryons had geen hartslag meer en was afgestorven in de baarmoeder. Ze heeft mij verteld dat ze voelde dat er iets mis was, ze verloor een akelig geurend vocht. In het ziekenhuis was er geen andere oplossing dan de zwangerschap te onderbreken en de baarmoeder leeg te maken. Het levende tweelingskind is dus ook geaborteerd. Mijn mama vertelde dat dit voor haar een echte verschrikking was, en dat de dokters en de nonnen in het ziekenhuis het afdeden als een niemendalletje terwijl dat dit voor haar traumatisch was. Toen ik dus goed en wel geboren ben was ze heel gelukkig. En inderdaad ik werd zo een mama's kind, mijn zus (°1945) heeft altijd beweerd dat mama mij meer verwende en dat zij mij liever zag dan haar. Mijn zus heeft altijd een moeilijke relatie gehad met onze mama, ze was een moeilijk kind en rebelse puber. Ik denk nu dat die verschillende verhoudingen moeder/kind mischien hun oorsprong vinden in die misval van die tweeling. Ge ziet dat Allerheiligen inderdaad aanzet om te mijmeren over mijn overleden moeder en zus.
|