Wat is het heerlijk te ervaren dat ergens iemand aan je denkt En ongevraagd je laat genieten van iets waaraan men aandacht schenkt Een briefje slechts met weinig woorden maar met een inhoud die het doet Een gedicht, met gevoelens uit het hart geschreven, waarbij je even slikken moet Een handdruk of een schouderklopje een warme kus over de pc Een spontane lach, een vriendelijk gebaar, het zijn zo van die kleine dingen Maar "groot" aan waarde voor elkaar.
Op het potje staat 'verdriet'. Ik doe er vaak verdrietjes in, want als ze klein zijn ...huil ik niet Steeds als er iets tegen zit, er iets gebeurt wat ik niet wil Open ik het potje, gooi het er in heel stil Maar gisteren was de laatste druppel iets te veel Van al die stukjes klein verdriet kreeg ik een brok in mijn keel Mijn hand begon te trillen verdriet vloog met golven uit de pot Een traan begon te rollen, ik voelde mij erg rot Een onbedaarlijk snikken deed mij trillen overal Ik zat echt tot mijn haren in het diepste dal Het was met rood omrande ogen toen ik mijzelf weer rustig kreeg Opgelucht keek ik naar mijn potje het potje........ dat was leeg Dus zie je iemand lopen met rode ogen heel bedeesd Dan vraag je niets meer dan weet je Haar potje is pas vol geweest
Hij trok het schuifken open, het knaapje stond aan zijn zij Hij zag het uurwerk liggen, och grootvader geef het mij 'Ik zal 't u wel eens geven, toekomend jaar misschien Als je wel leert en braaf bent, we zullen wel zien Toekomend jaar sprak het knaapje, o grootvader maar dan zoudt Ge lang kunnen dood zijn, je bent zo ziek en oud En de oude man stond te peinzen, en hij dacht het is wel waar En zijn lange vingeren, streelden het knaapjes krullend haar Hij nam het zilveren uurwerk, en de zware keten erbij En lei het in zijn gretige handjes, 't komt nog van je vader zei hij
Daar was een grafje gedolven, de scholieren stonden er rond En de oude man boog met moeite, nog een knie naar de grond Het koele morgenwindje, speelden om zijn haren zacht Het gele kistje zonk neder, arm knaapje wie had dat gedacht Hij keerde terug naar zijn woning, de oude man weende zo zeer En lei het zilveren uurwerk, in 't oude schuifken weer