Zomerzon
De zomerzon klimt traag omhoog,
langs stralend blauwe hemelboog.
Strooit gul haar licht op meer en
strand
en zindert boven stad en land.
Op akkers ziet men wuivend graan,
goudgeel gerijpt in rijen staan.
De zonnebloem haar kelk gericht,
naar warm, weldadig zonlicht.
Gezinnen trekken naar het strand,
met parasol en zonnebrand.
Een vader graaft zich in het zweet,
terwijl het kind z'n ijsje eet.
Dit weer is waarvan elk geniet,
met water dat verkoeling biedt.
De zomerzon straalt warmte,
die elk mens vervult met energie.
Tot 's avonds laat is het nog zoel,
en liggend in m'n luie stoel,
Denk ik bij 't laatste glaasje wijn:
kon het maar altijd zomer zijn!
(Jan Wolkers)
|