In de toonbank bij de slager kan je de bizarste zaken vinden.

Denk maar eens aan blinde vinken, slavinken, Ardense vinken en zelfs “vogeltjes zonder kop”.

Toen deze laatste voor het eerst werden voorgeschoteld aan onze zoon, hij was toen nog zo klein, begon hij te protesteren alsof hij lid was van GAIA.

“Tête de veau en tortue” of vrij vertaald kalfskop in schildpadsaus.

Ardense kop, kalfsoesters, kipkap, vleesbrood van Straatsburg,

Zwitserse Steak, misschien is er enige analogie met de Zwitserse Wacht.

De hammen en worsten komen uit alle windstreken.

Vol au vent, met meer wind dan kip.

En dan het fenomeen: Americain, natuur, préparé (met of zonder ajuintjes) of Martino.

Niemand kan voor deze bereiding een zinnige uitleg geven.