Ik wachtte op een bus die al lang niet meer reed en vroeg mij af of ik zelf nog wel bestond, en als dat wel zo was...waarom. Er dreven wolken naar de zon en plotseling ging het hagelen, de wolken aarzelden, losten op van schrik. De bus was wit, ik stapte haastig in, boog mij voorover naar een bank waar niemand zat en fluisterde in oren die niemand toebehoorden:' Laat mij toch in de steek! Vergeet mij toch! Neem mij toch niet altijd mee...!' (Toon Tellegen)
Wij waren het toch die bier uit emmers dronken? Of is het waar dat wij de eden zijn vergeten, die op de konten der burgers werden geschreven? (Eddy V. Vliet)
Het was allemaal maar om te lachen zullen we zeggen wanneer we zijn uitgehuild. Drie veren draagt de wereld een gele van hoop een rooie van liefde en een zwarte van de dood.