Mijn gedachten dwalen door de omgeploegde velden
de zaadjes in de grond voor een nieuwe zomer het wandelpad waar ik vaker wandelde,fietste de vogels in de ruisende populieren waarvan de bladeren met bergen in de wei vallen het groene,knarsende tuinhek van staal alles buiten het huis,spreekt zijn eigen taal een van verlangen naar vergane zaken die taal noch teken geven,maar toch het hart raken.
|