Zeer variabel gekleurt.Inde vlucht met
brede,afgeronde vleugels en licht vlekken op handpenbases.Cirkelt
meestal met vleugels in ondiepe V.In glijvlucht met rechte of iets
gebogen vleugels.Bidt minder vaak dan ruigpootbuizerd.Hangt echter wel
vaak bewegingsloos in de wind.Kleur meestal donkerbruin met lichte,vaag
begrensde,U-vormige borstband.Sommige zijn tamelijk egaal
zwartbruin,andere bijna geheel wit of sterk gevlekt en kunnen daardoor
met tal van andere soorten roofvogels verward worden.Adulte hebben
brede,zwartachtige eindband op vleugels en staart.Juveniele hebben
slankere vleugels dan adulte en op onderzijde duidelijk
lengtestrepen.Bovenzijde meestal geheel donker of met iets lichtere
middelste dekveren,soms lichtere staartbasis.Kan met wespendief verward
worden, maar heeft bredere kop,kortere staart met scherpere hoeken en
in zweefvlucht in ondiepe V gehouden,stijvere vleugels en maakt
compactere indruk.Een groot aantal zeer lichte exemplaren komt 's
winters uit Zuid-Zweden en Denemarken naar Nederland, maar zijn
zeldzaam in Engeland.Oostelijke ondersoorten (in Rusland steppebuizerd
B.b.vulpinus,in Midden-Oosten b.b menetriesi) zijn meer oranjebruin dan
nominaat.Steppebuizerd is lange-afstandstrekker naar
Oost-Afrika,kleiner dan buizerd en vaak met oranjeachtige staart (zie
ook arendbuizerd).Roept luid,langgerekt,klagend of miauwend
pie-joew.Talrijk in cultuurlandschap en bosgebieden met aangrenzende
weilanden en akkers.Zit vaak op uitkijk in bomen of,bijvoorbeeld,op
lage palen langs snelwegen.Eet knaagdieren,jonge vogels,aas,regenwurmen
en insekten.In Nederland en Vlaanderen standvogel met meer dan 4000
broedparen.In augustus-november arriveren overwinteraars uit
noordoosten.Voorjaarstrek vooral in maart-april.