Bekende verschijning.Rond en roetzwart met felwitte
snavel en wit voorhoofd.Bezet vroeg in voorjaar territorium en
verdedigt dat agressief tegen indringers.Neemt bij opvliegen
karakteristieke aanloop met op water slaande vleugels.Meest gehoorde
roep een luid,herhaald,variabel koet,en een explosief, scherp,soms
buitengewoon hoog piets,alsof iemand in het riet een gloeilamp op de
stenen laat vallen.Tijdens nachtelijke vluchten ook een
trompetterend,iets hol en desolaat klinkend pee-au.Alleseter.In najaar
en winter vaak in grote groepen,dicht opeengepakt.Op weilanden of
wegbermen in buurt van water grazend of in water naar waterplanten
duikend.In Nederland en Vlaanderen geheel talrijk.