Terugkeer naar een nieuwe wereld?
Het is even wennen. Niet moeten klaar zijn om te vertrekken voor een volgende etappe. Ik vertelde gisteren op de bus dat we geen tijd hebben om naar Finisterre te rijden om een of ander kledingstuk te verbranden, zoals het ritueel van een pelgrim het wil. Dit gebaar stond symbool voor het afwerpen van “de oude mens”, het zich zuiveren naar lichaam en geest om als “nieuwe mens” een verse start in het leven beginnen.
Ik stap morgen uit mijn pelgrimsbroek, dezelfde die ik tijdens de 11 pelgrimsetappes droeg. Een vieze geur ruik ik nog niet maar alle soort van vlekken vind ik er wel op.
Ik stel mij onder de regendouche en droog mij af. In de spiegel zie ik die nieuwe mens in zijn naakte puurheid. Ik heb mij dan maar heel snel aangekleed.
Beneden aan en rond de bar zie ik mijn pelgrimsvrienden ook in een nieuw kleed verschijnen. Ze stralen. Terecht. Zouden ze al in hun nieuwe wereld terechtgekomen zijn?
Meer dan 200 km stapten ze om van die tocht een onvergetelijk hoogtepunt te maken. Over een camino waarop ONTMOETING inderdaad in hoofdletters mag geschreven worden. Onszelf ontmoeten, in een vreemde taal de onbekende wereld van een andere pelgrim ontmoeten. Gewoon onze wereld wat kleiner maken. De weg waarop vreemden vrienden worden. We zullen het onze wereldleiders nooit kunnen wijsmaken dat de camino de weg naar wereldvrede is.
In de pelgrimsmis zit ik als de tollenaar achteraan tegen een zuil. Ik kon het niet opbrengen om een uur op voorhand daar te gaan zitten. Ik zie een van onze pelgrims met pijn in zijn rug de kathedraal verlaten. Dit is al boetedoening op zich.
Ik dank tijdens de misgebeden waar ik toch niets van versta voor zoveel moois dat we samen mochten beleven.
14 dagen straalde de zon over onze weg. Slechts één keer, in Santo Domingo de la Calzada probeerde de weergod ons nat te krijgen maar St.-Jacob wist dat Neos nog moest voorbijkomen en toen we in Tosantos vertrokken boorde de zon het grijze wolkendek snel open. Zonnige pelgrims waren we over de ganse camino.
Drie jonge meisjes zitten tegenover mij op de grond. Deze zijn niet gekomen om het wierookvat te zien slingeren. Elk op haar manier zit diep ingetogen in bezinning. Het geeft mij een warm gevoel dat er wel nog jonge mensen zijn voor wie geloven nog een houvast is.
Hoeveel zijn er niet naar die overvolle kathedraal gekomen om te wachten tot de botafumeiro door de kruisbeuk zijn wierook rondslingert? Ik wil hier zijn om de Gids van St.-Jacobus te danken. Ook Hij was mijn Gids op deze weg. “Uw spoor wil ik volgen…”. Hij gidste mijn geest naar heel mooie momenten.
Iets voor vijf uur zien we elkaar weer aan de trappen. In de omgeving had ik een drankgelegenheid gevonden waar we bij een glas wijn en een hap een slotgedachte konden uitspreken.
Klokke Roeland had voor elke pelgrim een karikatuur met woorden gemaakt. We zien al uit naar zijn boek waarvoor hij nog steeds geen sponsor gevonden heeft. Ik vrees dat zijn klokke iets te zwaar luidt.
Ik kon alleen maar mijn gezellen loven om hun fitheid, hun zon, hun stiptheid, hun aanvaarding, hun moed, hun vriendschap, hun verbondenheid en nog zo veel meer. Ik probeerde in mijn balans iets negatiefs te vinden maar ik kwam telkens weer uit op die rotonde waar geen enkele afslag te vinden was naar een minder mooi pad.
Ik mocht 32 pelgrims begeleiden. Maar ik kreeg het deugddoend gevoel dat ik met hen mocht meegaan. Ik uit mijn dankbaarheid tegenover hen omdat zij mij wilden meenemen op die zo hartelijke weg.
Ik zie traantjes wanneer ik aan elke Neospelgrim een oorkonde schenk. Hun onvergetelijk document voor de tocht die zij met lichaam en geest gelopen hebben.
Nog meer dankwoordjes aan de avonddis.
Een dankbare pelgrim stelt zich recht en looft. Pier, dagelijks in de weer, die geen wierookvat nodig had om de zweetgeurtjes van de zere voetjes weg te waaien. Ondertussen al de tiende maal met Neos aangekomen in Compostela. Mathias die ons met zware paardenkracht maar o zo veilig van her naar der bracht en… onze zware koffers in- en uitlaadde. Die samen met vader Sercu de mooiste herbergen voor ons wist te vinden. Ook ik voelde mij vereerd met dit gemeende dankwoord.
Mijn lieve pelgrimsgezellen, ook voor mij werd dit een onvergetelijke tocht en de mooiste herberg die ik op onze weg vond was jullie hart. DANK!!! dat jullie mij dit gastvrije hart schonken.
Santiago de Compostela
4 oktober 2018, dag van terugkeer naar onze geliefden.
|