Neos Pelgrimage 2018
Inhoud blog
  • WELKOM
  • TERUGKEER NAAR EEN NIEUWE WERELD?
  • AANKOMST NEOSPELGRIMS IN COMPOSTELA
  • DE AANKOMST
  • VERBONDENHEID

    Zoeken in blog


    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     


    Met 35 pelgrims samen onderweg
    21-09-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.DE BESLISSING

    De beslissing

    Hoe zou je zelf zijn? Neen, vast slapen gaat niet als je voor zo een grote onbekende staat en waarvoor je enige maanden eerder al een kordate beslissing nam.
    Al vroeg in de morgen kwam de luxe car van de firma Sercu ons te Gent en Kortrijk ophalen.
    Een eerste kennismaking. Een vriendelijke lach, dat wel. Maar achter het monkelend gezicht waande ik toch enige plankenkoorts. 
    Met toch al enige Compostela-ervaring mag ik die bezorgde senioren de weg tonen naar Santiago. 
    14 dagen lang zijn we samen onderweg.
    Nu beginnen ze toch de inhoud van het woord pelgrim te geloven. Het komt voort van het woord “peregrinus” dat onbekend, vreemd betekent. Het pelgrimsverhaal dat elk van ons wil schrijven is nog totaal onbekend. Een nieuwe, totaal onbekende en vreemde weg ontdekken. 
    Een eerste stop net voor Parijs. Vader Jan Sercu schenkt koffie en ondertussen krijgen we twee heerlijke koffiekoeken. Toch heb ik het gevoel dat de zoetheid van die koeken bij de meeste de vrees niet verjaagt. Ze blijven heel voorzichtig met hun vragen komen. “Chris, is dat morgen lang klimmen?” of “Chris, wat denk je, zou ik de taxi nemen naar l’ auberge d’Orisson?”. Nu de schrik dat het weer morgen te mooi, te warm zou zijn om de Pyreneeën over te trekken. Ik probeer hen langs alle kanten gerust te stellen.
    Hannibals olifanten zwegen als ze de Alpen overtrokken. Mijn Neospelgrims blijven zich vragen stellen voor hun overtocht van de Pyreneeën.

    Na de middagstop in de omgeving van Tours laat ik op de bus de mooie film zien, “The Way”.
    De vader, gerenommeerd oogarts, moet zijn zoon gaan identificeren die in de Pyreneeën op de camino in een storm omkwam. De zoon wilde de wereld in al zijn schoonheid ontdekken terwijl de vader een extreem pragmatisch beeld van de wereld had. Om een lang verhaal kort te maken: de zoon wordt gecremeerd en de vader hoort het unieke verhaal van de camino. Sceptisch als hij is wil hij ontdekken wat zijn zoon bezielde om die weg te lopen. Hij neemt de as van zijn zoon mee en strooit die op bepaalde plaatsen uit. In Muxia laat hij de wind de laatste asresten meenemen. Alsof de as van zijn dode zoon hem een nieuw leven schenkt, alsof de dood van zijn zoon hem de wereld liet zien die vader oogarts weigerde te zien.
    Beseffen wij wel voldoende dat op onze levensweg, onze levenscamino nog zo intens veel geestelijke rijkdom te rapen is?

    Voor mij een enige gelegenheid om mijn medepelgrims te feliciteren met de beslissing die ze enige tijd geleden namen. Vanaf dit ogenblik waren zij reeds onderweg. Hun geest maar ook hun lichaam werd hun bekommernis. Wat bezielt hen om die tocht te ondernemen? Wat trekt hen aan om die nog onbekende wereld in te duiken. Dit is meer dan zoveel kilometers lopen, dit is ook de geest laten werken. 
    De geest laten meewandelen op die weg die christelijk geïnspireerd is, maar waar zowel gelovigen als ongelovigen op zoek gaan naar zichzelf.

    Hebben mijn woorden het gordijn van hun stille angst al wat neergehaald. 
    “Chris, ik ga mee met de taxi.” Goed dat je mij herinnert dat ik nog naar het taxibedrijf telefoneer. “Chris, wat moet ik morgen meenemen in mijn rugzak?

    Het is half negen en we komen in Biarritz aan. Meer dan 15 uur onderweg op de vlugge wielen veilig gestuurd door zoon Mathias Sercu. 
    Snel inchecken en om 9 uur al aan de avonddis. “Chris, mogen wij morgen in ons pelgrimstenue komen ontbijten?” “Wanneer krijgen we morgen ons lunchpakket en zal dat voldoende zijn?” “Ik zou toch liever wat patatjes bij mijn eten gekregen hebben, die zijn toch noodzakelijk voor mijn koolhydraten.” 

    Het wordt tijd om naar bed te gaan zodat die fijne groep Neosmensen – sorry , vanaf nu noem ik ze Neospelgrims – morgen met een gerust hart aan hun enige beleving kunnen beginnen.
    Ik slaap snel in. Ik droom van de aardappeloogst bij mijn grootvader. Wij gooien patatjes in de gloed van het brandend aardappelkruid. Plots sta ik in een museum en val in zwijm voor Van Goghs prachtig doek “De aardappeleters”.
    Ik ontwaak even en zie dat ik mij nog eens mag draaien en nu droom ik van slechte mensen die op de camino de beste mensen worden. Neos drijft die engelen verder op die mooie weg.

    Op onderstaande foto's lees je de stille vrees in die Neosgezichten die de moedige beslissing namen om die unieke pelgrimstocht te ondernemen.
    Zelfs de aperitief op de bus lijkt eerder op een gespeeld spel.

    21-09-2018, 00:00 geschreven door Chris De Saveur

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (27 Stemmen)
    22-09-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.HET VERTREK

    Het vertrek

    Is dit de dag waarop alle angsten van de voorbije dag(en) met de nevels rond de Pyreneeën zullen verdwijnen?
    Stipter kunnen onze 33 pelgrims niet zijn. Vijf minuten vóór tijd zit iedereen al op de bus. 
    Toch enige paniek. “Mijn jasje vergat ik gisteren in het restaurant. En het is nergens terug te vinden.” “En mijn trui vind ik ook nergens meer nadat ik hem gisteren in het restaurant op mijn stoel achterliet.” Ondertussen kroop haar man al in een betere rol dan Sint-Maarten. Hij zou haar zijn hele jasje schenken. Heel wat anders dan de halve mantel van Sint-Maarten. Die man had duidelijk de bezinning op de bus gehoord: “Pelgrim zijn, is het brood breken met anderen en meer terugkrijgen dan je gegeven hebt, is je leven delen met je medemens…” Nog wat later twee stralende gezichten: “Mijn jasje is terecht!” en ook de andere ongelukkige voelde zich weer verwarmd in zijn trui. Ja, het wonder op onze camino begint vroeg.

    In de kerk van St.-Jean-Pied-de Port inspireren woorden van Dom Hélder Camara ons vertrek. “Vertrekken, dat is geen kilometers verslinden, zeeën oversteken of supersonische snelheden bereiken. Het is in de allereerste plaats, zich openstellen voor anderen, hen ontdekken, hen tegemoet gaan.”
    We zegenen elkaar als pelgrims samen onderweg.
    “Moge de God van alle wegen je zegenen en beschermen, je hele pelgrimstocht lang!"
    Snel nog een foto en weg zijn de moedige die de volle 26 km lopen.
    Met een dozijn staan wij te wachten op een taxi die ons 6 km verder zal voeren op de bergweg tot Auberge Orisson.
    Tijdens het wachten krijg ik de eerlijke vraag: “Voel jij je wel gerust?” Had dit lieve mens diep in mijn ogen toch een zekere onrust gezien? Eerlijk, na twee jaar met een heel halsstarrig hielspoor gesukkeld te hebben maakte ik mij enigszins wel bezorgd. Het was van 2014 geleden dat ik de Pyreneeën overstak.
    We klimmen langzaam op het ritme van onze adem naar boven. Ik kom voorbij Lisette. “Chris, wie zou de oudste zijn?”
    “Ja, ik weet dat er iemand van 1940 de oudste is.”
    “Dat ben ik.”
    Meteen zag ik trotse ogen blinken in plaats van de nog angstige van gisteren. 
    Terwijl ik zoveel pelgrims voor mij uit zie lopen dacht ik aan de vraag van verschillende onder ons: “Chris is dit pad voldoende bewegwijzerd? Bestaat er geen kans om te verdwalen?” Hier vind ik het meest juiste antwoord: “Laat je meedrijven op de eeuwenoude stroom van miljoenen pelgrims vóór ons.”
    Naar boven hijgen is een betere omschrijving dan klimmen. Ik moet even stoppen of ik geraak in ademnood. Een stevige slok water en de laatste zeer steile loodjes wegen loodzwaar. Tijd om halt te houden, om ons broodje te eten, om krachtvoer op te slaan.
    Nu gaat het wat vlotter en dan nog een laatste nijdige steek naar boven om dan nog steiler te dalen. Ik kies veiligheidshalve voor de zachtere afdaling langs een grintweg. Laat de moedigen hun kniegewrichten maar martelen op dit ruwe bospad.
    Ik loop door de kloostergebouwen van Roncesvalles. Ik wil toch een moment diep in mijzelf keren in die heel intieme kloosterkerk, danken dat ik het zonder kleerscheuren gehaald heb.
    Op het terras van La Posada zie ik al een aantal stralende gezichten van pelgrimsgezellen. Nu kruip ik in de rol van een duivenmelker. Het is ruim vier uur als ik aankom en ik constateer de prijsduiven op het terras. Daarna komt de een na de ander binnengevlogen. En rond half zes is mijn duivenkot compleet. Het laatste koppeltje brengt nog een verrassing mee. “Erik, wij hebben je hoed gevonden.” Het zoveelste wonder op de camino.
    De aperitief voor het avondmaal maakt 33 tongen los. De ondertoon in hun verhalen is het geluk dat zij die moeilijke eerste tocht con brio gehaald hebben.
    Happy birthday Rita en Lieve. Ja ons 33-koppig pelgrimskoor zingt het uit volle borst en wij heffen met de tafelwijn op de eeuwige jeugd van onze jarige pelgrims.
    “En hoe zit de tocht voor morgen in elkaar?” Ja, blijkbaar zijn ze niet meer te houden.
    Maar de noodzakelijke nachtrust zal hen morgenvroeg weer boordevol energie aan het begin brengen van een nieuwe ervaring.

    En stralen die 33 pelgrims niet?

    Met NEOS naar ongekende hoogten.

    Rust is noodzakelijk, het brengt bezinning en geeft nieuwe energie

    "Mijn hoed is terug, het wonder van de camino!"
    Maar hoe komt die Stella op Spaans terrein?

    22-09-2018, 00:00 geschreven door Chris De Saveur

    Reageer (2)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (23 Stemmen)
    23-09-2018
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ONDERWEG

    Onderweg

    Hoe zal ik straks “mijn volgelingen” terugzien?
    Als verkrampte senioren of als montere ondernemers van Neos?
    Mijn redactioneel morgenwerk is vanuit Burguete de wereld ingestuurd zodat Vlaanderen seffens kan lezen hoe het er op ons pelgrimsfront aan toe gaat.
    Tijd om alles weer in de valies op zijn plaats te krijgen en dan naar de ontbijtzaal.
    Alsof ik in een kippenhok aankwam. Wat een gekakel. Hier zitten fitte mensen aan tafel.
    Kippen die eten als leeuwen. De keuken kan bijtijds niet volgen. Dan is er geen brood of dan moet er weer koffie bijgezet worden. Sorry, maar onze mensen staan op hun koolhydraten. 
    De banaan maakt veel goed als het lunchpakket aangebracht wordt. Het yoghurtje waar ga ik dat veilig in mijn rugzak bergen?
    Elke morgen beginnen we op de bus met ons morgenlied. Ze kennen het amper twee dagen en ons pelgrimskoor zingt het luidkeels als een gemeende ode aan de morgenzon die de uitlopers van de Pyreneeën zo prachtig kleurt. “Ultreya e suseya, Deus adjuva nos.”
    (Vooruit en hoger op, God helpt ons erbij.) Dat zijn uitgeruste zielen die zo bezield meekelen.
    Ik weet hen te zeggen dat van de vier groepen die ik al mocht begeleiden dat ik hier de fitste groep beleef. Ze voelen zich vereerd. Maar wat moeten die dierbare pelgrims van vorige edities nu denken. Sorry, jullie waren ook zeer goed maar het kraakte en het piepte precies een ietsje meer de tweede dag. Pier, onze verpleger of voetverzorger had toen veel werk na de eerste dag. En thans met 33 pelgrims zat onze Pier werkloos. 
    “Onderweg” is ons thema van de dag. 
    In Cizur Menor laat ik hun “onderweg zijn” vandaag beginnen. Alsof ze de strijd tegen de zondige wereld willen aangaan vliegen zij naar de Alto del Perdón of vrij vertaald over de berg van vergiffenis. Ik vertrek iets later en bij mij lijkt het eerder of ik een rugzak vol zonden naar boven sleur. Ik neem een foto van die lastige bergrug waar wij zondige pelgrims over moeten. Het is alsof wij het tandenspleetje van Guy Verhofstadt gaan vullen.
    Onderweg lees ik op een bord: “Pelgrim, weet dat je al een leven lang onderweg bent!”
    Het doet ook mij over die toch al respectabele levensweg nadenken.
    Ik spreek een paar gedachten in mijn dictafoon. (Als ik er ’s avonds naar luister lijkt het eerder op een hijgtelefoon.)
    “Onderweg…” begin ik en ik moet opzij springen voor een tegenliggende mountainbiker die gevaarlijk snel naar beneden duikt. Onderweg ontmoet ik op de weg naar de vergiffenis een gevaarlijke duivel. IK zei het nog op de bus, die mountainbikers zijn het nieuwe gevaar op de camino. En nu roept een hele sliert achter mij om aan de kant te gaan staan zodat hun klimcadans niet gebroken zou worden. Ik kan moeilijk “Buen camino” naar hen roepen; zij die ons als hun hindernis beschouwen.
    Die tweewielers zouden ook je gedachtegang helemaal in de vernieling rijden.
    Ik hijg mij verder naar boven…
    Onderweg denken hoeveel goeds wij al mochten ontvangen. Onderweg denken hoe dikwijls wij ook al eens een moeilijke sorry moesten zeggen.
    Onderweg denken met wat ik bezig ben en waarom?
    Tegelijk denken aan zoveel mensen die binnen Neos klaar staan om voor ons senioren nog een stralende lente te creëren in de mooi gekleurde herfst van ons leven.
    De zachte herfsttinten langs de weg doen ons denken aan onze geliefden zo ver weg en tijdens ons naar boven klimmen zo dichtbij.
    In Zaraquiegui – wat een naam – is het tijd om wat op adem te komen. Want nu is het alsof een muur op ons afkomt. 
    Wat een mens moet doen om over die berg van vergiffenis te geraken. 
    Maar een pelgrim heeft de moed om erover te gaan, bewust dat hij niet de volmaakte mens is. 
    Eens boven puft en hijgt hij zonder het te beseffen al zijn misstappen weg. En de windmolens op de rug jagen ze verder naar de sterren van de Melkweg.
    Tussen al die windmolens (tussen het tandspleetje van Verhofstadt) staat een indrukwekkend monument van een pelgrimskaravaan. Met een sprekende tekst: “De weg van de wind die zich hier kruist met de weg van de sterren”.
    Ik wist niet dat yoghurt een enig middel was om het interieur van je rugzak een poetsbeurt te geven en tegelijk nog lekker is ook. 
    De rolkeien naar beneden maken het ons ook niet gemakkelijk. Zweten, zwoegen in zo een hitte terwijl ze in Vlaanderen zitten te bibberen.
    Ik kan het niet nalaten. Mijn eerste selfie laat zien dat jullie dienaar enige moeheid probeert  te verdoezelen. 
    Voorbij Obanos nog eens halthouden om bij een jong meisje te proeven van een enig zelfgemaakte citroenlimonade. Geef mij er nog een. 
    Nu wandelen we tussen zoveel moestuintjes en plots staan we op de parking van ons hotel. Mathias is vanop zijn bus de receptionist van dienst. Hij beloont ons met een elektronische deuropener voor kamer 307. (Is dat durven, mijn privacy prijsgeven.)
    Om half zeven staan we weer met zijn allen klaar om naar dat intiem kerkje te gaan in Puente la Reina, naar la iglesia del Crucifijo.
    Voor het beeld van de Gekruisigde durven we ons zelf toch ook al eens in vraag stellen.
    … Lopen we niet vaak op de weg van doofheid en verstarring zodat we met ons hart niet bereikbaar zijn voor onze medemens…
    Where you there when they crucified my Lord. Het lied maakt ons diep stil.
    Onderweg hoor ik spontane gelukkige pelgrims. “Toch mooi wat we al mochten beleven…”
    Onderweg leer ik weer schitterende Neosmensen kennen. 
    Samen onderweg als pelgrim brengt onze harten dichter naar elkaar.

    Ons doel is de Alto del Perdón tussen die onderbroken serie windmolens (of het tandenspleetje van Verhofstadt)

    Zou yoghurth nu dat enig poetsmiddel zijn? Je zou het eens moeten vragen aan mijn buurman.

    Valse schijn van fitheid. Eerlijk, uitgepuft. En dorst, dorst...

    Puente la Reina
    zondagmorgen 23 september 2018.

    23-09-2018, 00:00 geschreven door Chris De Saveur

    Reageer (0)
    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (18 Stemmen)
    Archief per week
  • 09/09-15/09 2019
  • 01/10-07/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de regels? Meld het ons!
    Gratis blog op http://blog.seniorennet.be - SeniorenNet Blogs, eenvoudig, gratis en snel jouw eigen blog!