"Jij bent in León"
Waarom zo laat deze blog? Heel eenvoudig. Mijn vermoeide geest kreeg gisterenavond na het avondmaal het bezoek van niemand minder dan Santiago, ja, van Jacobus. Hij zei: “Querido Chris, ga naar je bedje en zoek een diepe slaap. Anders zou het kunnen gebeuren dat je geen zinnig woord meer uitkraamt. Die blog mag geen blok aan je vermoeide benen worden. En blijf morgen maar eens liggen tot zeven uur. Je moet niet weer om 5 uur op je klavier zitten tokkelen.” Hoorde ik goed? Toch volgde ik die raad op. Ik interpreteerde hem zelfs iets verder. Ik nam een extra rustdag. Zo kon ik een en ander zonder veel stress bijwerken.
Misschien geeft het een vals beeld. Maar zo fit ik met mijn kompanen poseer aan het monumentje van de vermoeide pelgrims in Mansilla de las Mulas, zo vermoeid was ik s ’avonds zelf.
Ons zonnelied kreeg een staalblauw antwoord. Wat een hemel om onder te wandelen. Hoe krachtig de wil van onze geteisterde pelgrim om ook die etappe met haar gekwetste voet rond te maken. Zou het toch waar zijn dat vrouwen beter pijn kunnen verbijten dan die grootsprakerige mannen?
Of zou de verjaardag van Wilhelm, haar pelgrim voor het leven haar wil stimuleren maar zeker geniet ze liefdevol van zijn bescherming onder zijn helm. Happy birthday dear fellow.
Zelfs nu kan jullie dienaar het niet laten. In een hostal met wifi kan ik mijn blogtekst afronden, met foto’s opsmukken en de wereld insturen. Anderhalf uur later dan mijn gezellen zoek ik ook de pulchra Leonina of de mooie van León op, zoals de kathedraal genoemd wordt. Met een flinke stap over de brede grindweg, over de voetgangersbrug en door de drukke stad komt ze steeds dichterbij.
Ik krijg een jaloers gevoel als ik een dame liggend zie dromen op een bank. Over geld? Over een zalig bed? Over een omhelzing met Jacobus?
“Buen camino!” Elke pelgrim roept het je na. “Buen camino!” is ook mijn wens aan de vreemde pelgrim. Ik hijg verder en ik loop te denken hoeveel diepgang heeft die wens. Meen ik die weg gemitrailleerde woorden. Neen, ik flap het er machinaal uit. En nu neem ik het mij voor dat elke wens die ik met die woorden uitspreek ook vanuit mijn hart moeten komen. Pelgrim, wie je ook bent, waar je ook woont, je bent mijn gezel op dezelfde levensweg, een weg met hoogtes en laagtes maar met eenzelfde doel: zin geven aan ons leven. Pelgrim, ik wens je van harte een “buen camino!’
León laat mij weten dat ik in de juiste stad ben aangekomen. Wat een geruststelling! Ik loop de oude stadsmuur voorbij en nu kom ik in het hart van de oude stad. Ik hoor zijn bronzen hart kloppen. 14 uur luidt het over de stad.
De beeps vertellen mij onophoudelijk dat mijn kudde aangekomen is, dat schaapjes kennis maken of genieten van een flinke hap of frisse drank. Ik vind dit reuzenijs zo zalig. Een spion heeft het toch ook wel gezien. De foto gaat in de hele groep rond. Neen, ik zet hem niet op het blog, mijn vrouw moest het eens zien. Ik zou weer commentaar krijgen op mijn rond statussymbool.
Onze pelgrims zijn spitsvondig in het stadsbezoek. Ze beginnen zelfs onze Pier uit te dagen. Gevolg: hij spreekt al om zijn prijs aan te passen. Zou het gedaan zijn met zijn gratis verzorging? Maar als ik die foto ontving dacht ik eerst aan een voetenspel in een of ander huisje van plezier.
Een andere heeft zichzelf kunnen overtuigen dat airco wel nuttig kan zijn in een land als Spanje doch schoenen die een camino moeten lopen hebben absoluut geen luchtkoeling nodig. Een tip: neem ze mee op een tocht, plant er herfstbloemetjes in, neem er een foto van en je hebt thuis een onvergetelijk souvenir.
Ik wacht op de liefhebbers voor het kathedraalbezoek. Ik heb de indruk dat de terrasjes meer in trek zijn dan het zalige kleurenspel van de glasramen in de kathedraal. We zijn net met voldoende om een groepskorting te krijgen. Om de zonnekloppers te laten weten wat ze gemist hebben laat ik hen mijn impressie lezen die ik na mijn tocht in 2004 in mijn boek schreef. “…In Burgos werd ik door de weelde van sculpturen overvallen, hier kom ik terecht in een vederzacht kleurenbed, zo mooi in zijn details, zo teder genuanceerd, zo harmonieus in zijn geheel. Dit is kunst die streelt, die zalft, die je tot rust brengt, waar steen en brandglas in harmonie zingen…”
Of de vrees dat ze de bus zouden missen of hun plichtsgevoel zorgde ervoor dat ik de kudde als compleet kon tellen.
Na het gotisch verhaal van de kathedraal konden we een inspiratie van Gaudi bewonderen, niet zo uitbundig als we van hem gewoon zijn. San Isidoro gaf ons dan weer een les in Romaanse kunst en nog wat verder zagen we in het Hostal San Marcos een pareltje van renaissance.
Achter het hoekje stond Mathias klaar. Nu eens niet als chauffeur maar als volwaardige barkeeper. De cava gekoeld, de glazen extra opgepoetst. Hoog het glas, hoog het hart, hoog het lied! Wij wensen onze jarige nog veel camino’s.
In het Luis de León hotel vinden we hoog en droog onze slaapstee. Als onze pelgrims het zweet van hun vermoeide lichaam spoelen vind ik een lieve peregrina die mijn kommer wil lenigen.
Ik had het nog niet durven zeggen. Mijn lederen medaillon waarin een sint-jakobsschelp gegrift is, heb ik vergeten in het klooster van San Zoilo. Je hebt gelijk, ik verlies geen kapitaal. Maar dit medaillon heeft voor mij als pelgrim een enorme emotionele waarde. Vanaf 2001, vanaf mijn eerste camino droeg ik die lederen medaille op al mijn camino’s. Houdt het hier nu op? Is dit een voorteken dat ik er moet mee stoppen? Dank je lieve pelgrimsgezellin dat jij met je vlotte Spaanse woorden alles in beweging hebt gezet dat ik mijn kleinood misschien in Compostela weer rond mijn hals mag binden. Ik leef in blijde verwachting.
En na de avonddis kreeg ik dan in cel 614 het bezoek van de inspirerende geest waar mijn blogverhaal vandaag mee begon.
Chris
|