Het momentele leegstaande gasthuis dat door de rechtbank zal worden ingenomen.
Uit de tekst
'Adrianus Noëz, hij kwam met een heel leger naar Mechelen'
Het kostte de Mechelaars150.000 gulden voor de maand november 1747, 11.000 soldaten te huisvesten. Bovendien hieven de Fransen belastingen op bier, wijn, paarden en karren, bestrating en allerlei handels verrichtingen.
Uit de tekst
'Adrianus Noëz, hij kwammet een heel leger naar Mechelen'
Mei 1747
Kardinaal Aartsbisschop Tomas Philippusd’ Alsace verwelkomde de Franse koning Lodewijck XV hartelijk en sprak in zijn rede de beroemd geworden gedurfde wensen uit.:
‘Sire, le Dieu des armées est aussi le Dieu des miséricordes. Pendant votre Majesté lui rend des actions de grâces pour ses victoires, nous lui adressons de voeux pour les faire heureusement cesser par une paix prompte et durable. ‘
Het voormailge paleis van Margareta van York, echtgenote Karel de Stoute. Thans schouwburg van de stad.
Keizerstraat met links gewezen paleis Margareta van York vanuit Veemarkt gezien
Binnenzicht paleis Margareta van Oostenrijk, momenteel gerechtshof.
Uit de tekst
"Uit de huwelijksakte van Adrianus Noëz en Maria la Fors"
De Royal Cravattes
Ze droegen in 1740 een blauwe mantel met een rode voering, een witte gestikte draagriem schuin over de rug. De broek was gemaakt uit dierenvel, de hoed, drie duim breed, afgeboord met een fijne zilverdraad. Hun vaandel was gemaakt uit blauwe zijde afgeboord met goudachtige franjes met in het midden een zon en vier lelies op de hoeken van de vlag
Was iemand onbemiddeld dan kon hij steun krijgen van de Armenkamers, laat ons zeggen de vroegere OCMW .Verhuisde zo iemand naar een andere gemeente dan moest de gemeente van vertrek een “borgbrief “meegeven, waarin ze verklaarde dat zij borg stond voor de verhuizer in geval deze hulp zou nodig hebben in zijn nieuwe gemeente. Logisch want hij had daar nog geen frank belasting betaald. Weze opgemerkt dat vele gemeenten geen borgbrief gaven, omdat zij die ook niet vroegen aan een andere gemeente.
Maria Theresia verplichtte in 1750 de borgbrief. Er werden ook reeds borgbrieven gevonden midden 17e eeuw.
Op het Rijksarchief liggen borgbrieven van H.Geesttafels op naam van 18 gemeenten uit de provincie Antwerpen*.
In het stadsarchief van Mechelen zijn ze niet te vinden, mogelijk ergens anders gerangschikt. In de randgemeenten van Mechelen, vond men wel borgbrieven door Mechelen uitgeschreven.
Hier ziet u links een tekening van de Keizerstraat. Links achter, laatste huis vlak aan de Nekkerspoelpoort moet Adrianus Josephus hebben gewoond. In de buurt wellicht recht tegenover zijn woning, zou zijn zoon Petrus Antonius het pand Het Swaentje hebben gehuurd. Rechts, prent einde 18 e eeuw met uiterst links de mogelijke woning van Adrianus Noëz. ( Foto's stadsarchief Mechelen uit de verzameling Berlemont, copyright)
Uit het Wekelijks Bericht voor Mechelen en provincie, jaar 1777, staat de aankondiging voor de verkoop van het huis van Adrianus. In één adem wordt ook de woning vermeld waar zijn jongste zoon, Petrus Antonius woonde. Het was gebruikelijk in die tijd dat men een referentiepunt aangaf waar de woning, die te koop werd aangeboden, stond. (Stadsarchief Mechelen, kranten Wekelijks Bericht jaar 1777)
Pierre Noëz net geen 25 jaar toen zijn vader stierf, werd officieel, in die tijd, nog alsweeskind beschouwd.
Een familievorser moet altijdde akten van de weeskamer, in elk stads - en rijksarchief te vinden, raadplegen.
Zo ontdekte ik dat Adrianus een huis, de Poorte genaamd gelegen in Keizerstraat aan den hoek van de veste , als eigendom bezat32. Armen en wezen genoten extra bescherming in onze steden en gemeenten. Het bezit van de ouders werd er genoteerd in boeken, gekend als zijnde Staten van goed. Schepenbanken hielden strak toezicht op de verdeling van de goederen en stelden daartoe voogden en of in de taal vantoen momboirs aan.In de dossiers van de Schepengriffie van het jaar 1777 vond ik de akte waarin geacteerd staat dat Adrianus Pierets de opbrengstrenten plus de intresten, een niet onaardig bedrag van 200 gulden, aan de kinderen Martinus en Petrus Antonius had gegeven . Die intresten gingen terug tot het jaar 1760, het jaar dat Adrianus, volgens de wijkboeken, bij Maschalé introk.
De wijkboeken vertellen heel wat geschiendenis over de huizen en haar bewoners. Daar lasik dus dat Maschalé in 1747bij bakker Bourmens ging wonen enin 1760 het huis de Poorte belast was met een rente van 200 gulden. De financiële situatiesin verband met het huis staan geacteerd bij de Schepengriffie. Inderdaad in het jaar 1760 maken Adrianus en Maria Barbara akkoorden omtrent het huis de Poorte. Mijn hart klopte, bij het lezen van deze akte.Ik hoopte eindelijk de identiteit van Adrianus te weten te komen aangezien ik even daarvoor de akte over Bourmens en Maschalé had gelezen en de griffie het beroep van deze man had genoteerd.
Tevergeefs, niets, nul komma nul. De ambtenaar meldt enkel de naam Adrianus Noëz. Wat had Adrien te verbergen !?
Wil het lukken dat in het stadsarchief van Mechelen, het werk van Berlemont, beroemd onderzoeker naar de geschiedenis van straten en huizen van de stad Mechelen, het huis de Poorte van Adrianus een stamboom bevat. De eerste melding is die van het jaar 1777 waarin verwezen wordt naar een advertentie, verschenen in het Wekelijks Berichtvoor de stad en de Provincie van Mechelen.Daarin wordt het huis van Adrianus Noëz te koop aangeboden. Als referentiepunt vernoemt de krant het huis het Zwaantje met haar bewoner Petrus Antonius Noe. In het jaar 1782 staat het huis de Poorte andermaal te koop. Ook in de jaren 1812 en 1875 is er een verkoop van het huis, is het pand een herberg geworden met de naam Poorthuis. Tot in 1963 hield men er café en droeg de zaak nog dezelfde naam als in 1875. Nu in 2005 is er een kruidenierszaak in ondergebracht.
Tot vandaag is de herinnering aan Adrianus Josephus Noëz levendig gehouden daar aan de hoek Keizerstraat, Zwartzustersvest. Een warm gevoel
32Uitgave Vlaamse Vereniging Familiekunde nr 183 -187 Register 1776-1779
Aan de hoek van de Zwartzustersstraat en de Keizerstraat, in de jaren 1960, was hier het café "Het Poorthuis".Adrianus moest het geweten hebben... vele Mechelaars moeten dit café nog hebben gekend. (Uit de verzameling Berlemont stadsarchief Mechelen (copyright) Rechts de huidige situatie... een kruidenierszaak. (eigen foto)
(Je kan de foto twee maal vergroten- onderaan zal een icoon verschijnen waarop je voor de tweede vergroting kan drukken.)
Als je wat tuurt zal je wel onderstaande tekst kunnen lezen op het dokument. Na idem de derde regel: Dat op 22 oktober 1777( wat raar om een jaartal zo te gaan schrijven), Adrianus Pirets bekend heeft dat Martinus Noëz en Petrus Noëz ( derden schrijven de naam vaak verkeerd) kinderen van Adrianus tegen de voogd Adrianus Pirets wel degelijk geld afgegeven heeft een som van 200 gulden contant met intrest afkomstig van een huis dat in de Keizerstraat stond bij de Nekkerspoelpprt volgens de constitutiebrief van 1760...