Hier ziet u links een tekening van de Keizerstraat. Links achter, laatste huis vlak aan de Nekkerspoelpoort moet Adrianus Josephus hebben gewoond. In de buurt wellicht recht tegenover zijn woning, zou zijn zoon Petrus Antonius het pand Het Swaentje hebben gehuurd. Rechts, prent einde 18 e eeuw met uiterst links de mogelijke woning van Adrianus Noëz. ( Foto's stadsarchief Mechelen uit de verzameling Berlemont, copyright)
Uit het Wekelijks Bericht voor Mechelen en provincie, jaar 1777, staat de aankondiging voor de verkoop van het huis van Adrianus. In één adem wordt ook de woning vermeld waar zijn jongste zoon, Petrus Antonius woonde. Het was gebruikelijk in die tijd dat men een referentiepunt aangaf waar de woning, die te koop werd aangeboden, stond. (Stadsarchief Mechelen, kranten Wekelijks Bericht jaar 1777)
Pierre Noëz net geen 25 jaar toen zijn vader stierf, werd officieel, in die tijd, nog als weeskind beschouwd.xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Een familievorser moet altijd de akten van de weeskamer, in elk stads - en rijksarchief te vinden, raadplegen.
Zo ontdekte ik dat Adrianus een huis, de Poorte genaamd gelegen in Keizerstraat aan den hoek van de veste , als eigendom bezat. Armen en wezen genoten extra bescherming in onze steden en gemeenten. Het bezit van de ouders werd er genoteerd in boeken, gekend als zijnde Staten van goed. Schepenbanken hielden strak toezicht op de verdeling van de goederen en stelden daartoe voogden en of in de taal van toen momboirs aan. In de dossiers van de Schepengriffie van het jaar 1777 vond ik de akte waarin geacteerd staat dat Adrianus Pierets de opbrengstrenten plus de intresten, een niet onaardig bedrag van 200 gulden, aan de kinderen Martinus en Petrus Antonius had gegeven . Die intresten gingen terug tot het jaar 1760, het jaar dat Adrianus, volgens de wijkboeken, bij Maschalé introk.
De wijkboeken vertellen heel wat geschiendenis over de huizen en haar bewoners. Daar las ik dus dat Maschalé in 1747 bij bakker Bourmens ging wonen en in 1760 het huis de Poorte belast was met een rente van 200 gulden. De financiële situaties in verband met het huis staan geacteerd bij de Schepengriffie. Inderdaad in het jaar 1760 maken Adrianus en Maria Barbara akkoorden omtrent het huis de Poorte. Mijn hart klopte, bij het lezen van deze akte.Ik hoopte eindelijk de identiteit van Adrianus te weten te komen aangezien ik even daarvoor de akte over Bourmens en Maschalé had gelezen en de griffie het beroep van deze man had genoteerd.
Tevergeefs, niets, nul komma nul. De ambtenaar meldt enkel de naam Adrianus Noëz. Wat had Adrien te verbergen !?
Wil het lukken dat in het stadsarchief van Mechelen, het werk van Berlemont, beroemd onderzoeker naar de geschiedenis van straten en huizen van de stad Mechelen, het huis de Poorte van Adrianus een stamboom bevat. De eerste melding is die van het jaar 1777 waarin verwezen wordt naar een advertentie, verschenen in het Wekelijks Bericht voor de stad en de Provincie van Mechelen. Daarin wordt het huis van Adrianus Noëz te koop aangeboden. Als referentiepunt vernoemt de krant het huis het Zwaantje met haar bewoner Petrus Antonius Noe. In het jaar 1782 staat het huis de Poorte andermaal te koop. Ook in de jaren 1812 en 1875 is er een verkoop van het huis, is het pand een herberg geworden met de naam Poorthuis. Tot in 1963 hield men er café en droeg de zaak nog dezelfde naam als in 1875. Nu in 2005 is er een kruidenierszaak in ondergebracht.
Tot vandaag is de herinnering aan Adrianus Josephus Noëz levendig gehouden daar aan de hoek Keizerstraat, Zwartzustersvest. Een warm gevoel
Aan de hoek van de Zwartzustersstraat en de Keizerstraat, in de jaren 1960, was hier het café "Het Poorthuis".Adrianus moest het geweten hebben... vele Mechelaars moeten dit café nog hebben gekend. (Uit de verzameling Berlemont stadsarchief Mechelen (copyright) Rechts de huidige situatie... een kruidenierszaak. (eigen foto)
|