In Saint-Omer bevond zich tot 1916 het Britse hoofdkwartier.Het was daar dat de Britse inlichtingendienst contact legt met Louise de Bettignies, een jonge vrouw uit de streek. Tijdens een grondige opleiding in Engeland had ze leren codes gebruiken, plattegronden tekenen en inlichtingen inwinnen en doorgeven. Ze neemt de schuilnaam Alice Dubois aan.Haar belangrijkste opdracht was de Duitse troepenbewegingen te observeren in Lille en omgeving. Lille was het voornaamste knooppunt van de Duitse troepen in dit deel van het westfront. Haar netwerk, het Réseau Alice, bestond uit meer dan 80 mannen en vrouwen uit alle sociale lagen.Louise passeert wekelijks de grens tussen België en Nederland om haar rapporten naar de Engelse inlichtingendienst over te brengen. De Duitse contraspionage laat haar in de val lopen op 20 oktober 1915. Dat gebeurde in Froyennes bij Doornik. Ze wordt in Brussel gevangen gezet en op 19 maart 1916 ter dood veroordeeld.Het vonnis wordt geveld op een moment dat er hevig internationaal protest was na de terechtstelling van Edith Cavell en Gabrielle Petit. Mogelijk als gevolg daarvan krijgt Louise de Bettignies gratie van gouverneur von Bissing. Haar straf wordt omgezet in levenslange dwangarbeid.Zij komt in de burcht van Siegsburg terecht. Ze wordt er bijzonder slecht behandeld als ze haar medegevangenen aanzet om werk voor de Duitsers te weigeren. Louise overlijdt op 27 september 1918 in een ziekenhuis in Köln aan de gevolgen van een verwaarloosde pleuritis.Haar stoffelijk overschot wordt in maart 1920 overgebracht naar Lille. Louise de Bettignies ligt begraven in haar geboortestad Saint-Amand-les-Eaux.
|