Sofie en de Ketnetband bij ons op school (GO SHIL!)
Toon Hermans
Bob Benny
Bobby Prins
Conny en Danny Fabry
Eddy Mars
Eddy Smets en Letty Lanka
Jacky Lafon
John Terra
Laura Lynn
Lize Marke
Lucy Loes
Micha Marah
Mieke en Vader Abraham
Patrick Onzia
Phil Kevin
Tina Rosita
Wim Sonneveld
Greetje Kauffeld
Jannes
Jan Smit
Tony Bell
OPERETTE IS NIET OUBOLLIG
Wij houden de operette springlevend
25-09-2011
Operettte "FÜRSTIN NINETTA" 1893 van Johann Strauss Jr
We blijven bij de "Nanette's" of in dit geval de "Ninetta", maar we komen wel in een heel andere tijdsgeest en muziek terecht. We schrijven 1892 en Johann Strauss II zat in zak en as: zijn eerste (en het zou ook meteen zijn laatste worden) opera "Ritter Pasman" was grandioos geflopt! Niet dat alles uit deze opera nu zo slecht was. Het opus 441.1, de Csardas uit deze opera mag er best wezen. U kan hier een prachtige uitvoering horen van op het Nieuwjaarsconcert 2000 in Wenen. Het stuk werd trouwens hernomen op het Nieuwjaarsconcert van 2011
Hij bracht het met deze opera slechts tot 9 opvoeringen in de Court Opera in Wenen en slechts een handvol operagezelschappen wilden Ritter Pasman op hun repertoire zetten. Hij voelde dus aan dat hij beter teruggreep naar de operettes die wel succes hadden. Hij had er al 11 gemaakt en hij begreep dat hij beter teruggreep naar waar hij goed in was. Ziehier het lijstje van de operettes voor Fürstin Ninetta: 1. Indigo und die vierzig Räuber (1871) 2. Der Karneval in Rom (1873) 3. Die Fledermaus (1874) 4. Cagliostro in Wien (1875) 5. Prinz Methusalem (1877) 6. Blindekuh (1878) 7. Das Spitzentuch der Königin (1880) 8. Der Lustige Krieg (1881) 9. Eine Nacht in Venedig (1883) 10. Der Zigeunerbaron (1885) 11. Simplicius (1887) In 1868 en 1871 had hij reeds twee operettes "geprobeerd", maar niet afgemaakt, respectievelijk "Die lustigen Weiber von Wien" en "Romulus". Het was pas na zijn dood dat men deze twee ongespeelde operettes terugvond. In 1886 componeerde hij nog zo'n onvoltooide operette, nl. "Der Schelm von Bergen", met dezelfde librettist als voor "Der Zigeunerbaron" Hij gebruikte een deel van de composities een jaar later in "Simplicius". Om de lijst van operettes van Johann Strauss Jr vol te maken: 12. Fürstin Ninetta (1893) 13. Jabuka (1894) 14. Waldmeister (1895) 15. Die Göttin der Vernunft (1897) De kenners onder U zullen wel opmerken dat er een aantal operettes missen in deze lijst. Er zijn inderdaad een aantal operettes waarin wel de muziek van Strauss werd gebruikt, maar waar hij verder niet veel mee te maken had. Ziehier het lijstje: 1. La Reine Indigo (1875) een bewerking van zijn eerste operette voor de "Franse markt" met muziek uit die eerste operette, aangevuld met andere Straussmuziek. Wie verantwoordelijk was voor het arrangement van deze operette is niet bekend. 2. La Tzigane (1877) ook hier gaat het weer over een Franse bewerking, deze keer van "Die Fledermaus", aangevuld met muziek uit "Cagliostro in Wien". het libretto was van Richard Genée. 3. Wiener Blut (1899) de eerste operette met muziek van Strauss die werd opgevoerd na zijn dood. ook muziek van Josef Strauss werd in deze operette verwerkt. 4. Gräfin Pepi (1902) eigenlijk is dit een operette in een arrangemnt van Victor Leon met muziek uit de operettes Simplicius en Blindekuh. 5. Tausend und eine Nacht (1906) was oorspronkelijk een wals uit "Indigo und die vierzig Räuber" waarrond Ernst Reiterer een nieuwe operette maakte. 6. Reiche Mädchen (1909) wederom een creatie van Ernst Reiterer, ditmaal gebaseerd op "Die Göttin der Vernunft". 7. Der Blaue Held (1912) operette naar "der Karneval in Rom" met een libretto van Ferdinand Stollberg. Deze Stollberg is een pseudoniem van Felix Salten, inderdaad de auteur van het wereldberoemde boek "BAMBI", de fabel van het opgroeiende reetje. 8. Faschingshochzeit (1921) Operette van J. Klein met muziek van Johann Strauss Jr. 9. Casanova (1928) revueoperette samengesteld door Ralph Benatzky met muziek van Johann Strauss Jr. 10.Walzer aus Wien (1930) Zangspel in een arrangement van Erich Wolfgang Korngold. Het verhaal draait eigenlijk om de familie Strauss zelf, over de rivaliteit tussen vader en zoon en over de liefde van Strauss Jr. voor de jonge Rési. 11. Die Tänzerin Fanny Elssler (1934) nog zo'n postume operette met muziek van Strauss met een libretto van Hans Adler. 12. Drei Walzer (1935) deze operette staat op naam van Oscar Straus, maar het eerste deel bevat de muziek van Johann Strauss Sr, na de pauze met muziek van Strauss Jr. Het libretto is van Paul Knepler (hij maakte ook de libretto's voor o.a. Die Dubarry, Gasparone, Giuditta, ...) 13. Walzerzauber (1949) operette van Willy Werner Göttig met muziek van Strauss Jr. Uit "Die Tänzerin Fanny Elssler" hoort U een prachtige piano uitvoering van "Draussen in Sievering"
Gevolgd door hetzelfde nummer maar in uitvoering van de legendarische Christina Deutekom die in februari 1986 in het eerste concert na haar hartoperatie deze mooie uitvoering naar voren brengt. In hetzelfde jaar zou zij een einde stellen aan haar actieve zangcarrière
Johann Strauss Jr schreef ook één ballet mat als titel "Assepoester" ("Aschenbrödel") dat hij echter niet afwerkte omdat hij overleed in 1899. Het werd afgewerkt door Josef Bayer in 1900. U ziet een querschnitte uit dit prachtige ballet dat pas in 1999 op DVD werd vastgelegd naar aanleiding van de opvoering door het "Vienna State Opera Ballet" en begeleid door het orkest van de Wiener Staatsoper:
Terug naar "Fürstin Ninetta", Strauss" 12de operette. Na de flop van "Ritter Pasman", zocht Strauss twee librettisten op die op dat ogenblik in Wenen het nodige aanzien hadden: Hugo Wittmann en Julius Bauer, die beiden vaak samenwerkten met Carl Millöcker (o.a. voor de operette "Der Arme Jonathan"). Strauss vroeg hen een plezierig en interessant boek te schrijven dat als basis kon dienen voor zijn nieuwe operette. Hij kon naar eigen zeggen niet wachten om voor geweldige muziek te zorgen bij het verhaal van de twee schrijvers. En dat het snel ging: midden maart 1892 ontving hij het libretto voor "Fürstin Ninetta" en op 11 juni van datzelfde jaar had hij reeds de muziek af voor de eerste acte! U kan hier kijken naar een fragment uit de film "The Princess Diaries" op muziek van de entr'act van "Fürstin Ninetta"
In de herfst van hetzelfde jaar was de muziek klaar en begon men de repetities onder het alziend oog van de meester, maar het dirigeerstokje liet hij over aan de jonge Adolf Müller, dezelfde man die later uit de muziek van Strauss de operette "Wiener Blut" zou samenstellen. Strauss woonde ook de eerste zang- en acteursrepetities mee en verbaasde er zich over dat de dialogen niet echt correspondeerden met zijn muziekconcept. "Dit libretto heeft helemaal geen muziek nodig" was zijn eerste, spontane commentaar. Er was nog een nieuwigheid te melden bij de première op 10 januari 1893: voor het eerst werd er elektrisch licht gebruikt bij de voorstelling! Ook was het de eerste operette die Strauss niet zelf dirigeerde. Hij zat in de zaal samen met Keizer Franz Joseph. De operette speelde 76 keer succesvol in hetzelfde theater en werd nadien nog gespeeld in minstens 12 andere theaters. Maar het leek wel dat men na 1905 de operette vergat. men zegt wel eens dat de Schone Slaapster 100 jaar sliep en Fürstin Ninetta 102 jaar! Pas in 2007 wordt de operette terug opgevoerd in de Berwardhallen in Stockholm olv het Stockholm Strauss Orchestra en met het Ninetta Chorus! Strauss werd er soms op aangesproken dat hij weinig aandacht schonk aan de libretto's, woordgebruik en context. Voor deze operette is dat misschien wel zo, maar voor het merendeel van zijn operettes mogen we toch stellen dat hij zijn muziek zorgvuldig aan het verhaal aanpaste. Alle operettes hebben hun eigenheid en zijn meer dan een opeenvolging van sprankelende nummers. Alleen voor Fürstin Ninetta kunnen we misschien toch opperen dat hij er een beetje een allegaartje van gemaakt heeft en een nieuw stuk heeft samengesteld met veel invloeden uit zijn vorige operettes. een beetje oneerbiedig zouden we kunnen besluiten met "Oude Wijn in Nieuwe Zakken!" Een afsluiter: Strauss componeerde "New Pizzicato Polka" voor de operette "Fürstin Ninetta" als entr'acte. U ziet hier een interpretatie van het Hamburg Ballet
Operette-Musical "NO, NO, NANETTE" 1925 van Vincent Youmans
Dit artikel belicht de musical "No, No, Nanette" met muziek van Vincent Youmans en een libretto van Irving caesar en Otto Harbach. Het hele ontstaan van deze musical begint bij een zekere Harry Frazee, een Amerikaans theateragent die ook van 1916 tot 1923 eigenaar was van de legendarische Major League Baseball Boston Red Sox. In 1919 begon hij verschillende spelers te verkopen aan de New York Yankees, waaronder ook de legendarische Babe Ruth. Na deze verkoop zou de club tot 2004 in de kelders van het baseballgebeuren belanden. Door de verkoop van Babe Ruth kon Frazee een theaterstuk financieren op Broadway met de titel "My Lady Friends" (1919) Frazee in 1916 Vooraleer hij dit stuk in 1925 als No, No, Nanette op de bühne zou krijgen, producete hij nog twee andere Broadway stukken met veel succes, "Dulcy" (1921-1922) en "Her Temporary Husband". Frazee contacteerde daarvoor de componist Vincent Youmans en de tekstschrijver Irving Caesar.
Vincent Youmans Irving Caesar Irving Caesar had tevoren al meegeschreven aan lyrics voor de Broadway musical "The Girl Behind the Gun", later omgedoopt tot "Kissing Time". Dit is wel een zeer bijzondere musical voor ons, Belgen, want het oorspronkelijke boek werd dan wel geschreven door Guy Bolton en P.G.Wodehouse (jawel, de grote P.G.Wodehouse, wellicht het grootste Engelse komisch schrijfgenie ooit!), maar de muziek was van Ivan Caryll. Deze Ivan Caryll heette eigenlijk Félix Marie Henri Tilkin en dat was, jawel, een Belg die leefde van 1861 tot 1921 en zo maar eventjes een 40-tal muzikale komedies en operettes schreef! Ivan Caryll We kunnen later aan deze illustere Belg die werd geboren in Luik en er ook studeerde, een apart artikel wijden. Maar dat de man zeker de kwaliteiten bezat om een operette te schrijven, bewijst deze prachtige Pink Lady Wals (1911) van zijn hand, die niet moet onderdoen voor de Strauss walsen!
Vincent Youmans (1989-1946) was eigenlijk van plan om ingenieur te worden, maar doordat hij werd opgeroepen voor WO I, deed hij daar zijn interesse op voor theater door verschillende shows te producen voor de troepen van de zeemacht. Youmans is juist één dag na George Gerschwin geboren en zou juist zoals deze grote componist geen lang leven beschoren zijn (57 jaar). No, No, Nanette is dan ook één van zijn belangrijkste werken voor het nageslacht! De musical had er al een weg opzitten via Detroit, Chicago en zelfs Londen, alvorens op Broadway te belanden. Echter de grote doorbraak voor de musical kwam er op Broadway doordat de producer Frazee aan Caesar en Youmans gevraagd had enkele nieuwe stukken voor de show te schrijven. Frazee zelf zorgde dan voor een hele nieuwe cast. De twee toegevoegde stukken werden ook meteen de klassiekers "Tea for Two" en "I Want to Be Happy" Eerst een leuke uitvoering van Tea for Two door Rafaëlla Cara uit 1975.
Van het nummer "I Want to be happy" is er een prachtige opname met Ruby Keeler op het toneel. U ziet hier een weergave. Echt spijtig dat deze opname niet bestaat in een betere kwaliteit, maar ze blijft indrukwekkend om te zien! De tapdance uitvoring is fenomenaal!
Het Broadway succes resulteerde in twee films met dezelfde naam in 1930 en 1940 en in 1950 werd de musical herwerkt tot een Doris Day vehikel met als titel "Tea for Two". Indien U zin hebt kan U de hele film met Anna Neagle in de rol van Nanette (film uit 1940) hier bekijken.
Wanneer 45 jaar na de eerste opvoering de show een nieuw leven begon op Broadway, moest de musical opnieuw door dezelfde lijdensweg: de musical sloeg niet meer aan, ondanks het opvoeren na 4& jaar van de oude ster Ruby Keeler. de show werd herschreven en kreeg een Art Deco look die iedereen verbaasde! het resultaat was 861 opvoeringen en twee jaar lang ononderbroken op Broadway! De opname van deze show kan U beluisteren via de volgende link: http://bertiepepper.multiply.com/music/item/1279/No_No_Nanette_1925_van_Vincent_Youmans Om te besluiten een korte impressie van de musical op het toneel.
Operette "DER ZIGEUNERPRIMAS" 1912 van Emmerich Kalman
We starten de bespreking van deze mooie operette van Emmerich Kalman met een prachtige wals die reeds aangeeft dat er ook Weense invloeden in deze operette zitten
Emmerich Kalman had reeds in zijn jeugd contact gehad met de beste zigeunermuziekgroepen die optraden in Boedapest (Hongarije). Zo leerde hij ook de zigeunerprimas Pali Racz kennen. Van hem kreeg hij een foto met een boodschap, geschreven door Pali Racz zelf! Kalman zou later deze operette schrijven rond de figuur van Pali Racz. Net voor zijn dood bevestigde Kalman nog dat Der Zigeunerprimas de meest Hongaarse operette is van al zijn werken. Pali Racz was niet alleen beroemd om zijn vioolspel, maar ook omwille dat hij zomaar eventjes vader was van 36 kinderen. In de operette houdt Kalman daar nog 16 kinderen van over! U ziet nu een legendarische opname van de befaamde Estoonse bariton Georg Ots die leefde van 1920 tot 1975 die voor de Estoonse televisie zijn laatste optreden gaf in 1975. Niet toevallig was het "Het Lied van Pali Racz" uit de operette "Der Zigeunerprimas" omdat dit lied Georg Ots terugbracht naar zijn eigen jeugd. Het is een geweldige en ontroerende uitvoering geworden!
Voor de rol van Pali Racz vond Kalman de geschikte persoon in de legendarische Weense operettester, Alexander Girardi, die op dat moment reeds op zijn retour was (hij stierf in 1918) maar die nog eenmal schitterde in de rol van Der Zigeunerprimas. Net zoals de primas was de acteur op zijn 62ste al over zijn hoogtepunt heen, want zijn ster was sterk beginnen te tanen na de dood van Johann Strauss. U hoort Girardi hier in een lied uit de operette "Reiche Mädchen" uit 1909, een operette waarvan de muziek afkomstig is van Johann Stauss Jr, maar inderdaad, U hebt goed opgelet en zal opmerken: Maar Johann Strauss Jr was toch al overleden in 1899!! Inderdaad, maar het gebeurde wel meer dat operettes pas "on stage" werden gebracht na de dood van de componist van de liederen en dat gebeurde dan in arrangement van iemand anders. Luister maar eens naar het heerlijke, ironische lied "Geh Zahl'", dat nog steeds goed tot zijn recht komt op deze bakelieten plaat!
De gelijkenis van Pali Racz met Girardi is treffend: ze zijn beiden autodidact en op het einde van hun carriére. Pali's zoon Laczi daarentegen is muzisch-academisch geschoold, en ook al is hij trots op zijn zoon, toch ligt daar het spanningsveld tussen vader en zoon wat in de operette tot een breuk zal leiden tussen hen beiden. In de oorspronkelijke uitvoering komt het in de derde acte tot een uitbarsting en gooit Paly zijn viool in het vuur. In latere uitvoeringen wordt dit stuk aangepast en geeft hij zijn viool aan zijn zoon Laczi. Het libretto voor deze operette werd geschreven door Julius Wilhelm en de geestige Fritz Grünbaum die voorheen ook al zijn geestig vernuft had getoond in de libretto's voor "Miss Dudelsack" (operette van Rudolf Nelson uit 1908) en "Die Dollarprinzessin" (operette van Leo Fall uit 1907) waaruit U een duet kan beluisteren
De twee libettisten schreven niet alleen Kalman's eerste Duitstalig libretto, ze plaatsten ook de zigeuners in een veel modernere setting als gewoon geklede stadsmensen en niet in de typische klederdracht die twee jaar daarvoor nog de bovenhand had in Lehar's operette "Zigeunerliebe" waaruit U hier de prachtige csardas "Höre ich Cymbalklänge" kan zien en horen!
"Der Zigeunerprimas" brengt in Kalman het beste van zichzelf naar boven. Hij vindt blijkbaar vanzelf de harmonie tussen de Hongaarse onstuimigheid en de Weense zwierigheid, alhoewel het Weense een beetje de bovenhand krijgt. Toch vindt hij de juiste combinatie tussen temperament en sentiment. Al van bij de eerste opvoering in 1912 in het Johann Strauss theater kreeg Kalman, die tevoren steeds redelijk gereserveerd was onthaald, veel bijval, vooral omdat de Weense walsen volgens de critici de bovenhand hadden gekregen. De "Dorfkinderwalzer", eigenlijk een combinatie van drie walsen uit de operette, werd zelfs opgenomen op de LP "Wiener Praterbummel". U kan hier dus een meer volkse versie horen van deze wals...
Het moet gezegd dat één van de drie walsen, "Mein Alter Stradivari", een sentimentele dialoog van Pali met zijn viool, een trage wals is met een uitgesproken Hongaars timbre! De meest dansbare wals is dan weer de Himmelreich-Walzer (kijk even terug naar het eerste muziekfragment van dit artikel, dan kan je deze prachtige wals nog eens beluisteren). Eigenlijk kan Kalman dit "walsniveau" enkel evenaren met "Tanzen möchte ich" uit de "Csardasfürstin" en met "Einmal möcht's ich wieder Tanzen" uit "Gräfin Mariza". Bij de premiére was het niet de "leading lady" Sari die de show stal, maar wel Girardi in de rol van Pali Racz. Dit veranderde wanneer de operette naar Budapest verhuisde en Sari werd gespeeld door de bekende Hongaarse diva Kiraly Szinhaz. Kalman componeerde speciaal voor haar nog het nummer "Hazaza" dat in de operette de opzwepende wals "Du reizendes Täubchen gukuruku" verving. Wanneer de operette later naar berlijn verhuisde, bleef "Hazaza" in de operette en werd de "dansblikvanger" van de operette. Voor de rol van sari zocht men het steeds in het meer "rustieke, welgevormde en landelijke" stijl dan in de "zwierige, wespentaille" figuur.
het was de Amerikaanse producer Colonel H.W Savage die "Der Zigeunerprimas" een jaar later naar Broadway bracht. In het volgend artikel uit de New York Times van 23 mei 1909 kan U lezen dat deze savage heel wat Europese producties naar Amerika bracht. U moet enkel de link aanklikken om het artikel te kunnen lezen: http://query.nytimes.com/mem/archive-free/pdf?res=F20F14F63C5A15738DDDAA0A94DD405B898CF1D3 Savage gebruikte de operette om zijn Hongaarse sopraanontdekking Mizzi Hajos te lanceren als hoofpersoon. daarom veranderde hij de naam van de operette ook gewoon in "SARI".de critici spaarden hun kritiek niet op het libretto: oersaai en oninteressant. ze waren wel dolenthousiast over de muziek en over de vertolkingen! Er kwamen 106 uitverkochte vertoningen op Broadway en daarna nog eens 45 vertoningen "op verplaatsing". De wals "Love's Own Sweet Song" zorgde ervoor dat Kalman de meest gespeelde Europese operettecomponist zou worden. U hoort hier James Melton die deze wals op het einde van zijn gipsy medley van Kalman ten gehore brengt.
Verschillende critici danken het succes van deze operette en het succes van Kalman in het algemeen aan zijn natuurtalent. Terwijl zijn collega's misschien grappiger zijn, gecompliceerder werken maken of meer technisch begaafd zijn, weet hij de juiste snaar bij het publiek te raken. Daarom is hij ook mijn favoriete operette componist. U kan de volledige operette beluisteren via de volgende link: http://bertiepepper.multiply.com/music/item/1245/Operette_DER_ZIGEUNERPRIMAS_1912_Emmerich_Kalman
In 1922 componeerde Franz Lehar zijn derde eenacter operette "Frühling" na "Mitislaw der Moderne" uit 1907 waar hij de hele resem meisjes van Maxim's (De Lustige Weduwe uit 1905) opnieuw opvoerde zoals Dodo en Lolo in een cabaret-achtige operettte waarin de titelpersoon een parodie is op Danilo uit de Lustige Weduwe;
Zijn tweede eenacter uit 1910 was "Rosenstock und Edelweiss" een korte operette met slechts twee rollen, een melkmeisje uit Bad Ischl en een Joodse gast die naar het kuuroord komt. Hiervan zijn weinig opnames, dus wat volgt is een duet uit de finale van de operette opgevoerd voor een handvol gasten.
Echter "Frühling" uit 1922 wordt zijn derde en laatste eenacter en meteen na de eerste opvoering schrijven de recensies dat deze operette wel eens lang op de bühne zou kunnen blijven. Van de operette zelf is er een mooie registratie uit 2000 die jullie via de volgende link integraal kunnen beluisteren: http://bertiepepper.multiply.com/music/item/1227/1227 Het succes was dermate dat Lehar van deze eenacter met vier rollen een heuse operette maakte in 1928 "Frühlingsmädel" (Spring Girl). Waar gaat de operette over: Hedwig is een typiste die libretto's moet overtypen. Terwijl ze typt, beleeft ze de hele operette in haar hoofd. Het verhaal dat ze typt gaat over een verlegen musicus Lorenz die verliefd is op een meisje dat hij nooit heeft ontmoet. Alles speelt zich af in de flat van Hedwig en er zijn constant misverstanden tussen de fictieve personnages en de echte personen. Uiteindelijk snapt ze dat ze verliefd is op de schrijver van de operette. Van de operette zijn moeilijk beelden te vinden. Het is een atypische operette omdat de hoofdpersonen gewone mensen zijn uit de werkende klas en geen vorsten en vorstinnen of grootse settings in paleizen en villa's, maar gewoon een eenkamerflatje waar enkele personen samen komen en waar zelfs de problematiek van de woningnood een topic is. Toch is de muziek lyrisch en prachtig!
Deel 3: RENE KOLLO (1937) René Kollo is de derde telg uit het geslacht Kollo en werd geboren op 20 november 1937 in Berlijn. rené's carrière is er één van veel "genrewisselingen"! Zo begon hij in de lichte muziek met de Duitse versie van de klassieker "Hello Mary Lou". Hier ziet U hem even wanneer hij dit lied ten gehore brengt.
Later wordt René vooral bekend als heldentenor met vertolkingen van zwaardere stukken, vooral opera's van Wagner zouden zijn "dada" worden. Zijn vertolking van Tristan in Lohengrin is waarschijnlijk één van de beste ooit! Hier zingt René Kollo de aria "In Fernem land" uit deze opera.
In 1967 huwt hij met de Deense schlagerzangeres Dorthe. U hoort Dorthe Kollo met een nummer van Björn en Benny (ABBA!!)
Samen zullen ze een dochter hebben, Nathalie, die ook in de muziekwereld actief is. Hier zingt ze een aria uit de operette "Wie einst inm Mai" van haar grootvader Walter Kollo. het nummer is getiteld "Die Männer sind alle Verbrecher"
Toch verwaarloost René Kollo het lichtere genre niet. Hij is één van de weinige tenoren die probleemloos de opera en de operette kan combineren. Tot op heden blijft hij de mooiste oprettemelodiëen zingen en componeert er ook af en toe zelf. Momenteel zou René Kollo in Mallorca wonen waar hij zich dood verveelt en waar naar eigen zeggen het klimaat het enige positieve is! Tot besluit nog een mooie opname: René Kollo zingt het lied "Was eine Frau im Frühling träumt" uit de operette "Marietta", die zijn vader en grootvader samen schreven!
Deel 2 : Willi Kollo (1904 Königsberg - 1988 Berlijn)
Willi begon zijn muzikale loopbaan als "hulpje" van zijn vader Walter en verschafte hem vooral teksten voor zijn operettes. De operette "Marietta" uit 1917 van Walter Kollo is eigenlijk een operette waar ze beiden aan werkten. Einde jaren 1920 begon hij zelf cabaret-revues te schrijven in Berlijn en in de jaren dertig schreef hij draaiboeken en filmmuziek. Hier ziet U een impressie van hoe zo'n Berlijnse revue er moet uitgezien hebben.
Na de Tweede Wereldoorlog trok hij van Berlijn naar Hamburg en in 1955 maakte hij de omgekeerde beweging en trok weer naar Berlijn. Hij stichtte er een muziekfirma die zijn eigen liederen uitgaf. Willi is tevens de vader van de beroemde tenor René Kollo. In september 2010 wordt voor vader en zoon een gedenkplaat onthuld in Berlijn.
We geven enkele van de belangrijkste composities van Willi Kollo 1. Lieber Leierkastenmann 2. Ich hab' eine kleine Philosophie 3. Warum hast du so traurige Augen 4. Das War sein Milljöh 5. Zwei in einer grossen Stadt 6. In deine Hände Maar hier kan U eigenlijk zelf eens beluisteren hoe frivool de muziek van Walter en Willi Kollo is in een medley die gezongen werd door verschillende artiesten in 2006
De familie Kollo: uithangbord van de Berlijnse operette
Toen Walter Kollo op 18 januari 1878 werd geboren als Elimar Walter Kollodziepski in de stad Neidenburg in Oost-Pruisen, bestond de operette officieel reeds 23 jaar! (We nemen daarbij aan dat de allereerste muzikale eenakter "Les deux Aveugles" van Jacques Offenbach uit 1855 als allereerste operette wordt bestempeld). Walter werd door zijn vader onterfd omdat deze een andere carrière voor hem in petto had dan een muzikale loopbaan! Hij ging werken als dirigent in Königsberg en trouwde er met de chansonnière Mimi Josetti. In 1904 werd hun zoon Willi geboren en in 1906 vestigden ze zich in Berlijn waar ook de familienaam verkort werd tot Kollo. In 1907 ontmoette hij Claire Waldorff die met het lied "Schmackeduzchen" van Walter Kollo furore maakte en het twee jaar lang avond na avond moest zingen. Hiervan kan U hier een interpretatie zien.
Samen met dirigent Rudolf Bernauer en librettist Rudolph Schanzer blies hij de Oud-Berlijnse Posse nieuw leven in. een 'Posse" is eigenlijk een muzikale klucht met een mengeling van Berlijnse mentaliteit, humor en volksmuziek. Als het ware de voorloper van de operette, maar met veel minder bravoure en minder grensoverschrijdend. de posse leunt meer aan bij de farce en de revue dan bij de operette. Maar Walter Kollo wilde meer zijn dan "revue-componist" en werd ook bekend door het schrijven van vele operettes. Ziehier een lijstje van zijn "volledige" bühnewerken:
Ali Ben Mocca (Hermann Frey, F. W. Hardt und Louis Hermann), Operette
1 Akt (1907 Berlin)
Der süße Leutnant (Robert Breitenbach und Leopold Ely aus dem
Französischen), Burleske (1909 Berlin)
Sein Herzensjunge (Rudolph Schanzer und August Neidhart), Vaudeville
2 Akte (1911 Elberfeld)
Der Brettlkönig, Vaudeville 2 Akte (1911 Breslau)
Alma, wo wohnst du? (Louis Taufstein und Adolf Philipp nach Paul
Hervé), Vaudeville 3 Akte (1911 Berlin)
Große Rosinen (mit Willy Bredschneider u.a.; Rudolph Schanzer und
Rudolf Bernauer), Silvester-Posse 5 Bilder (1911 Berlin)
Ein aufgelegtes Geschäft (Hermann Frey und F. W. Hardt), Posse mit
Gesang und Tanz 3 Akte (1912 Berlin); Neubearbeitung als So wird's gemacht
(1912 Hamburg)
Der Liebesonkel (mit Walter Schütt; Hermann Frey und Alexander
Pordes-Milo), Posse 3 Akte (1912 Hamburg)
Filmzauber (mit Bredschneider; Rudolf Bernauer und Rudolph Schanzer),
Posse 4 Bilder (19. Okt. 1912 Berlin, Berliner Theater)
Juju, es ist erreicht (F. W. Hardt), Revue (1912 Berlin)
Wie einst im Mai (mit Willy
Bredschneider; Rudolf Bernauer und Rudolph Schanzer), Posse mit Gesang und Tanz
4 Bilder (4. Okt. 1913 Berlin, Berliner Theater); Neufassung von Willi Kollo (1943 Berlin); als Film: 1938 (Regie: Richard
Schneider-Edenkoben Berlin)
Der Juxbaron (Pordes-Milo, Herman Haller und Willy Wolff), Posse 3
Akte (14. Nov. 1913 Hamburg, Carl-Schultze-Theater)
Immer feste druff! (Herman Haller und Willy Wolff), vaterländisches
Volksstück 4 Bilder (1914 Berlin)
Extrablätter (mit Willy Bredschneider; Rudolph Schanzer, Rudolf
Bernauer und Heinz Gordon), heitere Bilder aus ernster Zeit (1914 Berlin)
Wenn zwei Hochzeit machen (mit Willy Bredschneider; Rudolf Bernauer
und Rudolph Schanzer), Scherzspiel mit Gesang 3 Akte (1915 Berlin)
Der selige Balduin (Erich Urban und Willy Wolff), Familienspiel 3
Akte (1916 Berlin)
Auf Flügeln des Gesanges (mit Willy Bredschneider; Rudolf Bernauer
und Rudolph Schanzer), heiteres Lebensbild 4 Akte (1916 Berlin)
Die tolle Komteß (Rudolf Bernauer und Rudolph Schanzer), Gesangsposse
3 Akte (1917 Berlin)
Die Gulaschkanone (Herman Haller und Willy Wolff), Volksstück mit
Gesang 3 Akte (1917 Berlin)
Drei alte Schachteln (Herman Haller und
Rideamus), Operette Vorspiel, 3 Akte (1917 Berlin)
Olly-Polly (Franz Arnold, Ernst Bach und Willi Kollo), Operette 3
Akte (1925); Neufassung als Ich bin in meine Frau verliebt (mit Willi
Kollo) (1942 Wien)
An und aus (Herman Haller, Rideamus und Willy Wolff), Revue (1926
Berlin)
Nur Du! (Bruno Hardt-Warden und Willi Kollo), ein verliebtes Spiel 3
Akte (1926 Berlin); als Film: 1930 (Regie: Willi Wolff und Hermann Feiner)
Drei arme kleine Mädels (Hermann Feiner, Bruno Hardt-Warden und Willi
Kollo), Operette Vorspiel, 3 Akte (1927 Berlin)
Wann und wo (Herman Haller, Rideamus und Willy Wolff), Revue (1927
Berlin)
Gaby und die Drei (Kurt Robitschek und Paul Morgan), musikalischer
Sketch (1927 Wien)
Die große Kaiserin (Kurt Robitschek und Paul Morgan), 1 Akt (1928
Berlin)
Kitty macht Karriere (Kurt Robitschek, Paul Morgan und Willi Kollo),
Kabarett (1928 Berlin)
Arme Ritter (Günther Bibo, Kurt Schwabach, Franz Arnold und Ernst
Bach), Volksstück 5 Bilder (1928 München)
Jettchen Gebert (Willy Wolff und Martin Zickel nach Georg Herrmann),
Singspiel 3 Akte (1928 Berlin)
Der doppelte Bräutigam (Herman Haller und Willy Wolff), Vaudeville 12
Bilder (1930 Berlin)
Majestät lässt bitten... (Rideamus nach Rudolf Lothar und Oscar
Ritter-Winterstein), Operette 3 Akte (1930 Hamburg)
Frauen haben das gern (Franz Arnold, Ernst Bach und Rideamus),
Operette 3 Akte (1931 Berlin)
Die Männer sind mal so (Theo Halton und Rideamus), musikalischer
Schwank 3 Akte (1933 Berlin)
Lieber reich - aber glücklich (Franz Arnold, Ernst Bach und Willi
Kollo), musikalischer Schwank 3 Akte (1933 Berlin)
Derfflinger (Carl Bretschneider und Hermann Frey), Singspiel 3
Aufzüge (1934 Berlin)
Heirat nicht ausgeschlossen (Richard Kessler), Lustspiel mit Musik
Vorspiel, 3 Akte (1935 Berlin)
Ein Kaiser ist verliebt (Theo Halton), Operette Vorspiel, 3 Akte
(1935 Osnabrück)
Berlin wie es weint - Berlin wie es lacht (Hans Brennecke),
Volksstück mit Gesang 3 Akte (1935 Berlin)
Die wilde Auguste (Theo Halton), musikalischer Schwank 3 Akte (1936
Hamburg)
Mädel ahoi! (ders.), Lustspiel mit Musik 3 Akte (1936 Osnabrück)
Tausend Worte Liebe (Bruno Hardt-Warden und Eduard? Ritter), Operette
(1936 Berlin)
59. Das Schiff der schönen Frauen (Bruno Hardt-Warden und Egon Schott),
Operette (1938 Köln)
Met deze laatste oprette werd in keulen het Apollotheater ingewijd. het nazi-regime was Walter Kollo niet goed gezind. Goebbels omschreef zijn muziek als "Asfaltmuziek". Toch bleef Kollo in Berlijn en emigreerde niet samen met zijn vrienden naar Amerika. Walter Kollo overleed op 30 september 1940 en daarmee verloor men één van de vaders van de Berlijnse operette.
Beste bezoekers van deze blog Vermits Radio Opsinjoor een andere weg is ingeslagen (met veel succes trouwens), willen we aan deze blog een andere bestemming geven; OPERETTE de operette is niet ouwbollig! integendeel. De operettemuziek is tijdloos en oneindig! Weense, Hongaarse, Franse, Spaanse (zarzuela's) en ja zelfs Vlaamse operettes zijn een oneindige bron van prachtige muziek, waarvan ook nog veel onontgonnen schatten. Ook de Amerikaanse uitloper van de operette, de musical, laten we niet links liggen... Samen met U gaan we op zoek naar de mooiste operettes: bekend, minder bekend of quasi onbekend. Mensen die bovendien een account hebben op MULTIPLY (gratis) kunnen prachtige operettemuziek downloaden die via deze blog kan gevraagd worden. Op deze blog zijn we echt "Entre Nous" zoals Offenbach het zo mooi verwoordde in de gelijknamige operette.