Zo kennen we Spanje ook van zijn andere zijde: we zitten op een hoogte van 1.500 meter en dan kan je alle soorten weer verwachten. Dus speelden de wolken en de regen ook mee. Een tweede verkenningstocht door de oude stad Albarracín bracht ons naar de omwallingen van de Arabieren en naar de befaamde “jamones”, de typisch Spaanse hespen.
Op de camping zagen we een leuk treintje met rupsen, alsof een polonaise is.
Morgen zijn we weer weg voor een trip van ruim 400 kilometer zuidwaarts, via Cuenca over Albacete en Hellín naar Yeste. We zitten dan in Castilla La Manche, het land van Don Quijote. Op de kaart wijst het puntje van de naald de bestemming aan.
|