Toeren met de caravan door Frankrijk en Centraal Spanje
12-04-2015
Prachtig weer in Yeste, Castilla La Mancha
Vandaag was het tijd voor een heerlijke bergtocht in het aroma van de kruiden. Onze twee gidsen waren voorop en hadden een fantastische tocht uitgestippeld naar het verloren gehucht Paúles. We zien hoe wijds het landschap van Castilla La Mancha is aan de grens met Andalousië. Vele huizen zijn verlaten of worden enkel bewoond tijdens vakantieperiodes. En voor we vertrokken werd de picknick verrijkt met een heerlijke snede Jamón Iberico. Het weer was schitterend, gelukkig nog zonder de zinderende hitte van de zomer.
Het weer is nog niet rijp voor een bergtocht. Er hangen nog lage wolken in de bergen en de lucht is nog grijs. De weergoden zullen zorgen dat we morgen kunnen stappen in de bergen. We mochten een gezellige babbel hebben met onze gastheer en -vrouw en met Alfonso en Fanny, twee postbeambten die instaan voor de postbedeling in Yeste en de Aldeas, de gehuchten. Alfonso heeft me zijn “taller”, zijn werkplaats, laten zien met allerlei werktuigen voor houtbewerking. Een leuke namiddag in volle spaanse sfeer.
We zitten nu op een afgelegen privé terrein in Plañel, een gehucht van de gemeente Yeste in Castilla La Mancha. Hoge bergen omringen onze verblijfplaats. Helaas is het weer nog niet voldoende stabiel voor een bergtocht en de foto’s zijn er ook nog niet. Overdag en ’s nachts is het hier bijzonder stil en rustig. We horen enkel geluiden van vogels, padden en krekels. Foto’s volgen later in ruim aantal.
Zo kennen we Spanje ook van zijn andere zijde: we zitten op een hoogte van 1.500 meter en dan kan je alle soorten weer verwachten. Dus speelden de wolken en de regen ook mee. Een tweede verkenningstocht door de oude stad Albarracín bracht ons naar de omwallingen van de Arabieren en naar de befaamde “jamones”, de typisch Spaanse hespen.
Op de camping zagen we een leuk treintje met rupsen, alsof een polonaise is.
Morgen zijn we weer weg voor een trip van ruim 400 kilometer zuidwaarts, via Cuenca over Albacete en Hellín naar Yeste. We zitten dan in Castilla La Manche, het land van Don Quijote. Op de kaart wijst het puntje van de naald de bestemming aan.
We zitten nu in Albarracín op de camping de la Ciudad de Albarracín. Het is een eerder kleine camping op twee kilometer van het stadscentrum gelegen. Bij aankomst om 15 uur hebben we een middagmaal genomen in het restaurant. De stad is historische juweeltje, ooit gebouwd door de Arabieren. Nu zijn er geen Arabieren meer, maar enkel toeristen en ik hoor niets dan Spaans. Dít is het authentieke Spanje. Steegjes vol oude stemmige gebouwen en stille winkeltjes weggedoken in de schaduw zonder prullaria made in Taiwan. Ik heb ook een gesprek gehad met een man van 89 jaar. Over de burgeroorlog was hij weinig van zeg, omdat hij deze zwarte periode van armoede, onderdrukking en verraad als voltooid verleden beschouwt. Verder was de man heel vriendelijk. Hij had nog nooit van België gehoord en nog minder van Vlaanderen.
We zijn nu, 20.30 uur, net terug van het restaurant op de camping. We waren er de enige gasten en pas nu, vanaf 20.30 uur - 21 uur komen de andere gasten binnen. Dit is hoogst normaal in Spanje, en het is bijna niet normaal dat je, zoals wij, al om 19 uur in een restaurant binnen komt. De rekening was ook merkwaardig: 14 euro voor een menu van drie gangen is niet veel. En een volle fles huiswijn en een cola kosten evenveel, 1 euro elk, dus één euro voor fles wijn! Hier is geen sprake van echt toerisme en daarom zijn de prijzen en de gewoonten afgestemd op inlanders. Zo hebben we het graag, te gast zijn in een vreemd land, niet als platte toerist, maar als bezoeker.
We staan hier in Mendigorría op camping El Molino en op 25 kilometer van Pamplona, in Navarra. En ik dacht dat het slecht weer ging zijn, maar het is nu al 20 graden en de lucht is nog nooit zo blauw geweest, al hebben we sneeuwtoppen gezien in de Pyreneëen.
De grote camping heeft een kraaknet sanitair en er is zelfs rustgevende muziek met vogels en andere natuurgeluiden. Aan de receptie, 100 meter van onze kampeerplaats is het een en al animo. Heerlijke ophitsende Spaanse muziek, veel volk aan het restaurant en de bodega. De siesta mag beginnen. En dan ben ik blij dat ik mijn geliefkoosde Spaanse taal mag boven halen. Mensen praten met mij alsof ze me al eeuwen kennen. ¡Qué alegría y sigo hablando el castellano!
De camping ligt op een boogscheut van het mooie stadje Mendigorría.
We zijn nu een week van huis en nog maar 1.200 kilometer ver. Veel spectaculairs heb ik de lezer nog niet te bieden gehad. Vandaag is het de laatste dag Frankrijk, voorlopig natuurlijk. Morgen steken we de grens met Spanje over naar Mendigorría in Navarra. Overmorgen doorkruisen we Áragon en zetten de caravan neer in Albarracín tegen Teruel. Het weer belooft geen voltreffer te worden en we zullen het Spaanse binnenland ook eens leren kennen van zijn frisse kant. Maar we zijn twee dagen onderweg en zitten lang in de auto. Dan is een fris buitentemperatuurtje meer dan welkom.
Ondertussen is het hier in de Landes nog steeds stevig zomerweer.