Wie hier lang genoeg blijft, begint vele mensen te kennen en vrienden te maken. Zo maken wij, kranige senioren uit Duitsland en Nederland en Vlaanderen onze dagelijkse wandelingen met onze hondjes op het strand. De hondjes stoeien, baden en zwemmen; de bezitters ervan zijn hun vaalbleke huidskleur aan het omwisselen voor een zuiders getaand bruin. Er ontstaan ook vele losse contacten met gesprekken in het Duits, Frans, Nederlands en Engels. Afwassen duurt bij mij dan ook meer dan een half uur. Laatst had ik een gesprek met een kranige Nederlandse senior van 86 jaar. Gisteren had ik hem dan nog een paar uurtjes met plezier geholpen bij het verwisselen van een kapotte caravanband. We hadden heel wat moeten ondernemen om de buitenmaatse wielmoeren los te draaien. De brave Nederlander verontschuldigde zich uitvoerig voor de luidruchtigheid en de ongemakken van sommige Nederlanders van bijna altijd boven de Moerdijk, de “grote wateren”, noemde hij ze. En dan heb je die leuke Duitser uit München, die overal bij is en honderduit vertelt in zijn sappig Beiers. Ik denk dat hij Duracellbatterijen in zijn lijf zitten heeft. Maar vele motorhomebezitters sluiten zich op in hun zwerfwagen en we zien ze bijna nooit. Nauwelijks krijg je een beleefd knikje als begroeting. Het is de moderne kampeervorm van “cocooning”. Anders is het met caravan- en tentbewoners. Zij leven meestal “buiten” en hebben altijd zin en tijd voor een babbel. Er staan hier Duitsers, Engelsen, Ieren, Fransen, Nederlanders, Zwitsers en Belgen. Aan de hand van de nummerplaat weet ik welke taal ik moet gebruiken voor de babbel. Aan de afwas lukt dit trucje niet, maar dan herken ik de herkomst veelal aan het soort afwasmiddel dat de kampeerder gebruikt, alhoewel de Aldi afwasmiddelen in bijna gans West-Europa te verkrijgen zijn.
Ik sta vroeg op en heb deze morgen rond 6 uur wat foto’s genomen. Kijk maar eens hoe de dag in Landéda begint.
|