Je keek zo verontwaardigd naar me, omdat ik m'n poot op je gebraden vlees wilde zetten, maar dit is toch ook mijn huis.waarom verwijt je me dan, dat ik mijn instinkt volg? Je geniet toch ook van me, als ik met m'n onhoorbare bevalligheid door de kamer loop. Wanneer ik klagelijk miauw, geef me dan een bak fris water. Mocht ik eens een keer in de gordijnen klimmem, in een speelse bui je breiwerk uit elkaar trekken of met m'n staart een bloempot ondersteboven gooien, vergeef me dan zonder aarzelen en houd van me zonder ooit knorrig te zijn. Ik lig zo graag opgerold op je schoot, in de holte van je rok. Als ik dan m'n ogen sluit, droom ik van je, terwijl ik lig te spinnen. Je toegenegen poes.