Vandaag was de reis geweid aan het bekijken van bloemen in de Namaqua. Tenminste dat was de bedoeling, want de grootste bloemenpracht is een week geleden geweest; verleden week was het te warm en dus hebben vele bloemen hun geest gelaten.
Maar niet getreurd, opgeven ligt niet in onze aard.
In de buurt van Kamiesberg gingen we op zoek naar Skilpad Reserve. Nergens aanduidingen, dat gebeurt hier wel vaker, toerisme mag dan wel een belangrijke industrie zijn, ze hebben er toch nog niet veel kaas van gegeten. Een weg in die volgens ons naar Skilpad zou voeren, maar na 30km nog altijd geen spoor. Dan maar aan een huis gestopt (het 3de!) en gevraagd. De bewoners waren echte Afrikaners, nauwelijks Engelse kennis maar zeer vriendelijk en gastvrij. Werden dus op de thee gevraagd. Uitgebreid gekeuveld over het leven op het platteland. They love it. Moet ook wel als je naaste gebuur op 15km woont.
Uiteindelijk toch in Skilpad geraakt, en het was beslist nog de moeite waard; vooral de oranje en gele bloemen waren nog in bloei, hele velden vol. Verer nog blauw, purper en wit en alles ertussen. Namen is aan ons botanisten niet besteed.
Afgelopen dagen hebben we ook al het nodige bloemenwerk gezien, vooral van vetplanten dan. Het is ongelooflijk hoe die bloemen in een omgeving waar haast geen druppel regen valt. Alle kleueren van de regenboog.
De steden zijn hier werkelijk ongelooflijk. In Wechelderzande is vermoedelijk 10 keer meer te doen dan in hier in een gemiddelde stad, of wat daar voor doorgaat. Plezier dat ze hier hebben!
Aan ons echter niet gelegen. Wij eten een stuk af, drinken ons lazarus, en doen verder niets wat we thuis ook niet zouden doen. Een beestenleven dus.
Joedeloe. Tot de volgende.
PS, wil een van de kinderen ons iets laten weten hoe het met papi stad is gesteld. De mama's sturen iederen dikke kussen. De papa's ook.