De inspiratie voor deze bloemlezing put ik uit het boek In de naam van de vader van Nelleke Noordervliet.
Ze droomt nog steeds de dromen van haar vader En construeert het gevoel van haar hand in de zijne Zijn stem klinkt vanachter de stem van zijn vriendin Ze sluit haar ogen en op haar hoofd voelt ze de kus Ze voelt zich opgetild, bang voor een wild en dampend paard Hij trekt haar slee naar het hoogste punt van de helling, samen suizen ze eraf, de vader met enkel zijn kind. Maar wat is hij nog meer, nu de kinderidylle voorbij is? Waar is de vader, de hoeder, de prins met wie zij was? Het doet er eigenlijk niet toe wie hij later is of wordt Als hij maar de wachtpost blijft aan de grenzen van haar kinderrijk.
|