Romeinen, ridders en fascisten
GRIEKENLAND RHODOS, EEN GLIMP VAN HET PARADIJS
De akropolis van Líndos.
Het Griekse eiland Rhodos was een kruispunt van culturen, maar is ook een op-en-top toeristische plek. Een verhaal van Romeinen, ridders en opgezette haaien.
tekst en foto's
Het gezellige antiekwinkeltje van Mixalis Hagis vormt een schraal tegenwicht tegen de honderden toeristenbazaars in de oude binnenstad van Rhodos. Mixalis is 72 en verkoopt hier al de helft van zijn leven oude spullen. Het pandje in het smalle steegje Agios Fanouríou is maar met veel moeite te vinden tussen de honderden kitschwinkels, bontjassenzaken en juwelenboetieks die Rhodos Old Town rijk is. In de toeristenarme wintermaanden schuimt Mixalis niet alleen de kleinere eilanden in de buurt, maar zelfs het vasteland van Griekenland af, op zoek naar authentiek antiek. Op Rhodos zelf is immers niet veel meer te vinden. In een groezelig ateliertje aan de overkant van de steeg poetst hij oude koperen potten en pannen op. Bezoekers krijgen er steevast een Grieks koffietje met de obligate scheut ouzo aangeboden. Zijn bescheiden bedrijfje floreert. Iedereen koopt wel wat uit pure sympathie.
Rhodos is het grootste eiland van de Dodekanesos, negentien Griekse eilanden voor de westkust van Turkije. De plaats, gelegen op een kruispunt van culturen en ooit een van de belangrijkste maritieme en commerciële centra van heel het oostelijke Middellandse-Zeegebied, heeft een bewogen geschiedenis achter de rug. De stad Rhodos werd gesticht in 408 v.C., toen de inwoners van de door Dorische Grieken opgerichte stadstaten Líndos, Kámiros en Jálissos besloten om samen een krachtige nieuwe hoofdstad uit de grond te stampen. Na de Grieken passeerden er Romeinen, Byzantijnen, de katholieke ridders van de Orde van Sint-Jan, Ottomaanse Turken en Italianen. Voor die laatsten, die het eiland beheerden vanaf 1912, was Rhodos een oriëntaalse droom, die zich uitte in een megalomane bouw- en restauratiewoede. Pas in 1948 werd het eiland aan Griekenland vastgehecht.
Mijn hotel ligt in het moderne gedeelte van de hoofdstad, helemaal op de noordpunt van het eiland. Nieuw Rhodos onderscheidt zich in niets van andere drukke toeristenoorden aan de Middellandse Zee. Tenzij je gecharmeerd bent door rijdende discobars, gierende motoren en een Babylonische muziekverwarring die uit eettenten en cafés loeit, heb je hier maar weinig te zoeken. Het contrast met de oude binnenstad is immens. Ook hier zijn er enkele straten die je uit zelfrespect mijdt, maar voor de rest is dit een oase van authenticiteit.
De oude stad van Rhodos, die door imposante muren en grachten omgeven is, is naar verluidt de grootste nog bewoonde middeleeuwse stad van Europa. Het hele stadsgebied werd in 1988 door de Unesco als werelderfgoed erkend. Verwacht je dus niet aan een steriel Carcassonne, maar wel aan een levendig, authentiek plaatsje, waar je tussen wasrekken, vuilnisbakken en scooters je weg moet zoeken. De bezienswaardigheden zijn talloos. Het Paleis van de Grootmeesters, in de 14de en 15de eeuw het administratieve hoofdkwartier van de ridders van de Orde van Sint-Jan, de zogenaamde johannieterridders, is het opvallendste bouwwerk. Het werd in de jaren 1930 door de Italianen ingrijpend gerestaureerd. Een marmeren plaat bij de binnenkoer van het paleis meldt nog steeds ongegeneerd: gerealiseerd in 'het jaar van de Heer 1940. Het jaar XVIII van het fascistische tijdperk'. De burcht is indrukwekkend van buiten, maar koel van binnen, hoog geplafonneerd en mager gemeubileerd. Je voelt er als het ware de kilte van het fascisme op je neerdalen.
De Ridderstraat of Ippotón, die het Grootmeesterspaleis met de haven van de oude stad verbindt, geeft een goed beeld van de luxueuze wijze waarop de middeleeuwse ridders hier gehuisvest waren. Elke nationaliteit of 'taal' had er zijn eigen herberg. Een bezoek waard is ook het oude ridderhospitaal, waarin nu het archeologische museum gevestigd is. Je kunt er onder meer een verrassend modern aandoend marmeren beeld van een hurkende Aphrodite uit de 1ste eeuw v.C. bekijken. Voorts zijn er in de oude stad de schamele ruïnes van een tempel van de liefdesgodin uit de 3de eeuw v.C., een Turkse bibliotheek met zeldzame handschriften, een nog steeds actief badhuis of hammam van de 18de eeuw en verscheidene moskeeën, waarvan sommige wegens gebrek aan restauratiefondsen al jaren in de steigers staan.
Een van mijn favoriete monumenten is de eigenaardige klokkentoren, die een mooi uitzicht biedt over Rhodos-stad. Oorspronkelijk was hij met het Paleis van de Grootmeesters verbonden, maar heel dit stadsgedeelte werd na een buskruitexplosie in 1856 grondig vernield. De toren werd onmiddellijk in barokke stijl heropgebouwd. Je moet het hoge bedrag van 5 euro betalen om hem te bezoeken, maar in die prijs is wel een drankje in de aanpalende bar inbegrepen.
Liefhebbers van de klassieke oudheid komen volop aan hun trekken op het eiland. Van de akropolis van Rhodos zelf, op de Monte Smith ten zuidwesten van de oude stad, is niet zo veel meer overgebleven. Enkele zuilen zijn heropgericht in de tempel van Apollo, de patroongod van de stad, en je kunt er ook een imposant hellenistisch stadion uit de 3de eeuw v.C. zien, waar atletiekmanifestaties werden gehouden.
Van meer belang zijn de restanten van de oudere stadstaten Líndos, Kámiros en Jálissos. Het overbekende Líndos aan de oostkust heeft een indrukwekkend gelegen akropolis, waar de grootschalige restauratie in volle gang is, maar het stadje, een aaneenrijging van winkeltjes, restaurants en bars, lijkt geconcipieerd als een toeristenval: je komt er gemakkelijk in, maar je geraakt er moeilijk weer uit.
Meer rust vind je in Kámiros, een lieflijke stadsruïne aan de westkust, waar restauratie tot een minimum beperkt is gebleven, en vooral in Jálissos. Een bezoek aan de akropolis van die stad, op de bosrijke heuvel Filérimos, is een ware verademing. Van de antieke bouwwerken zijn buiten wat grondvesten van een Zeus- en Athena-tempel en een helaas wegens restauratiewerken niet toegankelijke Dorische fontein niet veel bewaard gebleven, maar er is ook een kerk en klooster uit de riddertijd te zien en een romantisch verwilderd Byzantijns fort. Er scharrelen hier overal pauwen rond. Als je geluk en geduld hebt, kun je getuige zijn van een balts of paringsdans. Een monumentaal betonnen kruis op de top van de heuvel kun je langs een gammele wenteltrap beklimmen. Het uitzicht over heel het noordelijke deel van Rhodos is adembenemend.
Griekenland is een land van kerken en kloosters en Rhodos is geen uitzondering. Je kunt tal van religieuze monumenten bezoeken, maar onder geen beding mag je het Byzantijnse kerkje van Agios Nikólaos Fountouklí missen, niet ver van het dorpje Eleoúsa in het bergachtige binnenland. Dat schattige bouwwerk, onderdeel van een intussen verdwenen klooster, is meer dan zeshonderd jaar oud en gedecoreerd met stemmige fresco's. Ze zijn slordig gerestaureerd, maar van een overstelpende charme. Aan het heiligdom hangt een triest verhaal. De opdrachtgevers voor de bouw waren welstellende lieden, die wellicht als gevolg van een epidemie hun drie kinderen verloren. Zowel ouders als kinderen zijn op de fresco's afgebeeld. Altijd brandende kaarsen getuigen van een nog steeds levendige devotie in het kerkje. Ex-voto's, zilveren en verzilverde plaatjes met afbeeldingen van zieke lichaamsdelen, waarvan je oude exemplaren in Mixalis Hagis' winkeltje kan kopen, worden nog steeds op Rhodos vervaardigd en door gelovigen in kerken en kapellen opgehangen. Verleden en heden versmelten op het eiland.
Buiten het Paleis van de Grootmeesters zijn er op Rhodos nog verscheidene andere johannieterburchten te bekijken, zoals die van Kritinía, Feraklós en Archángelos. Geen enkele ligt echter zo majestueus als de burcht van Monólithos. Die robuuste vesting, gebouwd in de 15de eeuw als een controlepost voor het zeeverkeer, troont als een arendsnest boven op een gigantische rots. De klim is lichtelijk uitputtend en van de gebouwen blijft niet veel over, maar het uitzicht, zoals zoveel panorama's op Rhodos, is oogverblindend.
Helemaal op de punt van Rhodos ligt het Aquarium, een curieus gebouw in art-decostijl van 1934. Het kalf met zeven hoeven en de eenogige aap die hier volgens mijn reisgids worden geëtaleerd, zijn tot mijn ontgoocheling weggeborgen. Het aquarium, geconcipieerd als een onderwatergrot, is een verzameling levende en opgezette zeemonsters die ik me niet in deze wateren had voorgesteld. De duidelijk niet volgens de regels van de moderne taxidermie geprepareerde haaien lijken wel gedrochten uit een B-griezelfilm.
Ik heb op Rhodos een glimp van het paradijs gezien, maar ik baad geen poot meer in de Middellandse Zee.
Dirk Huyge
|