Terwijl ik in gedachtenxml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
naar de vlammen staar
hoor ik hoe de wind daarbuiten
gierend aan de daken sleurt,
en bomen kraken doet
De nacht omspant de wereld
in een cocon van zwart satijn
met daarboven wolkenflarden waarin af en toe
een vale maan de mensen vrezen doet voor t ongewisse.
Verhalen over vreemde wezens,
heksen, trollen, menigvoud gebroed,
razen door t gemoed van menig goede ziel
die, niet geremd door opgelegde grenzen,
zich verliest in t collectief geheugen van de tijd.
De ijle grens tussen toen en nu blijkt broos,
net als de korte dagen met het frele licht,
geprangd tussen lange donkre nachten. Zo begint opnieuw het lange wachten
vanuit het duister naar een nieuwe dag.
rob
|