Strakblauwe hemel, 't is nu of nooit. Goed, de temperaturen zijn wat aan de lage kant, de auto's zijn bedekt met een pelletje ijs, het is nog vroeg. Ik wacht tot 11u, 't is 2°C.
Nog 3 maanden te gaan, 40km moet kunnen in deze koude. Langs Schotenvaart lukt het nog, tranen van de ijskoude wind, de lucht voelt pijnlijk kou aan. Da's maar voor even hou ik me voor. Er staat een Oostenwind, de vlaggen op de boten staan strak, dat wil zeggen 20km knal op de kop en daarna wind mee! Beter zo dan omgekeerd.
Ik duw mij te pletter, kom zelden boven de 20 km/u uit. Het wemelt van de wielertoeristen langs het Albertkanaal, die van de eerste zon wil iedereen profiteren. Op de talrijke plassen staat ijs, net één grote spiegelvlek met die laagstaande zon. Ik heb geen tijd om rond te kijken, probeer soepel te rijden maar het lukt voor geen meter. Ik tel elke kilometer tot het keerpunt af, het is afzien. Ik kijk verwondert naar het gemiddelde; 18.6 km/u als ik draai. Merkwaardig, veel volk op de baan en slechts drie enkelingen die mij passeren. En dan was het nog niet eens flitsend. Ik hoor het allemaal graag vertellen over die gemiddeldes. Een beetje wind, het snot voor je ogen en je haalt geen 20 meer...da's de realiteit.
Aan Grobbendonk-kazerne draai ik om, euforisch, de wind in de zeilen, zachtjes meepeddelend haal ik zonder probleem 23 à 24 km/u, op een onbezonnen moment zelfs 29 km/u, en dat is met een hybride hoogst uitzonderlijk. De warme thee die ik voor vertrek in de bus heb gekieperd is allang niet meer drinkbaar, mijn tanden breken haast af als het ijskoude, bittere vocht door mijn keel sijpelt. Mijn rechtervoet is gevoelloos, mijn handen tintelen, 2 man op een jetski halen wat kapriolen uit...die zijn nog zotter met deze temperaturen!
Als ik voorzichtig van mijn fiets stap, staan er 40 kilometer op de teller, het gemiddelde is wat opgekrikt tot net geen 21 km/u. Niet dat dat zo van belang is maar toch iets om rekening mee te houden. Naar Compostela tegen 20 km/u zou geen probleem mogen zijn, tenzij je zo'n wind hebt natuurlijk, en dan was het nu nog zo plat als een biljart. Nu goed, het zal wel niet elke dag zo waaien zeker?
|