Ik moet het waarschijnlijk niet herhalen, maar deze ochtend werden we al vroeg gewekt door een portie gekletter op het dak van de motorhome. Volgend weekend zou het moeten beteren, eerst zien en dan pas geloven, en ik ben niet de enige die dat hardop zingt…!!!
Juul en Roos, vrienden van Thierry en Malvina vergezellen ons voor enkele dagen en dobberen nu mee langs de overgelopen rivieren en het verzopen subtropisch klimaat!
Voor het vertrek regelt Thierry voor de derde keer de achterrem, het ding is zo krap afgesteld dat de schijf met momenten een schurend geluid produceert en da’s verlies van energie. Voor de rest houden we het ochtendritueel intact en vertrekken rond 10u, nu ja vertrekken, alhoewel!
Gewoonlijk worden we uitvoerig uitgewaaid door onze vrouwtjes maar door de één of andere duistere reden waren die al vertrokken. We blijven dus min of meer verlaten achter, Thierry en ik kijken elkaar aan, halen de schouders op, ‘en, ik was nog een koekje vergeten nemen’ snikt Thierry! Achteraf bekeken was het voor Jef en de dames wat onzeker of ze, door de overvloedige regen, op een degelijke manier van de camping zouden geraken. De focus zat met andere woorden ergens anders, en toen ze eenmaal vertrokken waren was er geen stoppen meer aan…
De camping ligt op een boogscheut van de Middeleeuwse site van ‘Rocamadour’ en voor de tweede maal in evenveel dagen vliegen we de berg af tot de wortels van de loodrechte gebouwenwand, deze keer echter met onze geliefde tweewieler. Vrachtwagens brengen ondertussen kilo’s toeristenvoer aan. We klieven door het dal en passeren de site langs de overkant. We nemen enkele foto’s en moeten daarna recht op de trappers. Er liggen een vijftal heuvels te wachten en het gaat crescendo. Van 125 tot 440 htm in ‘Labastide-Murat’.
Het oogt allemaal niet zo zwaar, maar telkens gaat het flink naar beneden en dan met een gemiddeld stijgingspercentage van 7% omhoog.
We komen mooie, uitgestorven dorpjes tegen zoals ‘Couzou’ en ‘Carlucet’. Het is echt knap rijden. Vanaf de ‘Bastide van Montfaucon’ is de pret helaas nog maar eens voorbij. We rijden een gordijn van regen binnen en zijn binnen de kortste keren doorweekt. De top van de rit ligt nog een kilometer of 5 verder en we beslissen ondanks de felle regen om toch door te rijden.
In ‘Labastide-Murat’ zoeken we een café op en pelsen ons bijna tot op de draad uit. De verse, warme kledij is meer dan welkom, de ‘Grand-Crême’ ook. De boterhammekes smaken. We blijven een dik uur aan de klap terwijl het buiten onafgebroken pijpenstelen regent. De kleine, afgeleefde Française achter de toog komt wat tegen haar zin afrekenen: ‘Dit weer hebben we hier met Kerstmis’, da’s duidelijke taal…
Het miezert nog wat als we ons voor de zoveelste keer op onze tweewieler hijsen. ‘Ik ben benieuwd, 20 km bergaf’, Thierry knikt en fronst de wenkbrauwen. We kennen dat boekje al!
Met een duik tussen de bossen en de rotsen gaat het tot ‘St Sauveur’, ‘Dat houden we zo geen 20 km vol’ lach ik naar Thierry! Het gaat echt heftig en het is opletten in de bochten, maar het is best welkom na bijna 3 weken klimmen. Het oorspronkelijke idee liet nog wat plaats om hier de D13 op te draaien en langs de ‘Grotte du Peche Merle’ en ‘St Cirq-Lapopie’ terug op het traject te komen, maar door het aanhoudende slechte weer laten we dat idee maar gauw varen. Tot het ‘Oppidium de Mursens’ gaat het met een rotvaart, daarna slabakt het een beetje tot vals plat. Tot ‘Vers’ is het inderdaad 22 km bergaf, in alle eerlijkheid moet ik wel vermelden dat de laatste 5 à 6 km moet bijgetrapt worden, wat Thierry ook op de letter neemt en ons tegen meer dan 30 km/u tot de brug over de ‘Lot’ voert. Het gaat met een knik bergop en we blijven een 10-tal kilometer op de flanken van een heuvelrug met zicht op de ‘Lot’ rijden. Stilaan komen we in de buitenwijken van ‘Cahors’. Het begint terug te gieten. We haaten ons om op de camping te geraken, plaatsen fiets en mens in de daartoe voorziene afspuitplaats, en hopen maar weeral eens op beter weer. Sinds 15u is het niet meer opgehouden met regenen en het is nu 19u, tijd om het dagboek bij te werken. Morgen zitten we echt in het Middellands zeeklimaat, het water hebben we al!
|