Ik ben Lisette, en gebruik soms ook wel de schuilnaam roosje.
Ik ben een vrouw en woon in Beveren- Waas () en mijn beroep is .
Ik ben geboren op 10/08/1943 en ben nu dus 81 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Lezen,wandelen,computeren, en prentjes verzamelen.
Omer- Prudent De Craecker zoon van Philemond en Louise D'Hondt
geboren te Lede den 21 September 1896 en aldaar overleden den 7 Maart 1901
Francisca,Helena,Maria de Kort
dochtertje van
Franciscus de Kort en Wilhelmina van de Ven
Geboren te Spoordonk 10 Dec. 1948 en na een noodlottig ongeval overleden te Tilburg 26 Juni 1955
Maria Wolters
geboren op 8 Januari 1966 overleden op 11 januari 1966
Maria-Gabriëlla-Louise Beyens geboren te Gavere ,den 20 Juni 1885 en aldaar overleden den 27 Maart 1893
Paula Stéphanie Sidonie Théodora Behaegel née à St.Nicolas(A.or) le 20 Juin 1881 ety décédé le 1 Fevrier 1898
Alphonsus Truyman .Geboren te Melsele 20-5-1892 en gesneuveld voor 't vaderland te Keyen in October 1914
Raymond Bral . Korperaal bij 1e linie van 't Belgische Leger geboren te Bouchaute 8-9-1892 overleden te Rennés (Frankrijk) 14-9-1915
René-Archiel Braet geboren te Westcappelle den 2-10-1894,sergeant in dienst van 't belgische leger bij het 3e regiment carabijniers, vedwenen te Rumbeke den 14-10-1918 , en den 20 of 21 van dezelfde maand overleden in Duitschland
Victor-Edmond Verhalle geboren te Lichtervelde den 16 Oogst 1878, - Te Roesselaere, in zijn nachtelijk werk, samen met twee andere bedienden, gedurende den oorlog door eene springkogel uit het leven gerukt den 21 juli 1917 en te Rumbeke geuitvaard den 25 juli 1917
Karel Carion geboren te Schepdael ,den 5 Februari 1889, Soldaat bij het 10e Regiment Artillerie,afdeeling der télèphonisten ,doodelijk gewond aan den Yser in Mei 1917,gestorven voor het Vaderland in het belgisch hospitaal "Col du Caire" te Cap-Ferrat, (Alpes-Maritimes,Frankrijk) den 28 April 1918
1e Kommunie 55 jaar geleden Lisetje
Zeereerwaarden heer Kanunnik Raymond Vercruysse de Solart ,algemeen bestuurder van de Zusters der Visitatie, geboren te Gent,den 2 Juni 1868 en daar overleden den 20Januari 1936
Zoeken in blog
Beoordeel dit blog
WELKOM BIJ ROOSJE
27-12-2006
spreuk
EEN MOOIE ZIEL GAAT LANGER MEE DAN EEN MOOI LICHAAM.
Waarom hebben de mensen van vroeger aan de dertigste, aan het slot van het jaar, de naam gegeven van Oudjaar? En waarom wenst men elkaar dan bij een ontmoeting geluk? Daarachter schuilt een oud verhaal.
Het verhaal gaat dat heel, heel lang geleden de hele wereld overal bewoond werd door giftige slangen en wilde dieren. Dan was er ook nog een monster dat Jaar heette en dat ieder jaar, op de avond van de laatste dag van het jaar, te voorschijn kwam en mensen verslond. Zodra hij zijn bek opende kon hij bij elke inademing talloze mensen verzwelgen. Hoe was dit uit te houden? Zou hij zo niet alle mensen verzwelgen tot er niemand meer over was? De mensen waren radeloos!
Daarom kwamen wat verstandige lieden bijeen om te overleggen: "Zelfs als we naar de hemel vluchten vinden we nog de dood. We moeten een manier bedenken om af te rekenen met dat Jaar!" Maar wie zou met dat Jaar kunnen afrekenen? Iemand die Grote Maker heette zei: "Ik weet wel een manier!" Die Grote Maker was een oude man met wit haar, witte wenkbrauwen en een witte baard.
Grote Maker zocht Jaar op en zei: "Jaar, jij doet niets anders dan mensen vermoorden. Dat gaat zo niet langer!" Jaar zag in een oogopslag dat Grote Maker een oude man was die omver geblazen zou worden door het eerste zuchtje wind en hij was helemaal niet onder de indruk. Met een hooghartige glimlach antwoordde hij: "Wie ben je wel dat je je met andermans zaken bemoeit?" Grote Maker zei: "Beschik jij niet over heel grote krachten? Als jij alles kunt verzwelgen, durf jij dan ook de giftige python van de Madangberg te verslinden?"
Waar Jaar de grootste hekel aan had was dat iemand zou zeggen dat hij laf was, en laaiend van woede antwoordde hij: "Dat kost me geen enkele moeite!" En in één hap verzwolg hij de grote python. Grote Maker zei: "Jaar, op de Qilinberg huist een woeste leeuw, durf je die te verzwelgen?"
Jaar antwoordde: "Dat kost me geen enkele moeite!" En in één hap verzwolg hij inderdaad die woeste leeuw. Grote Maker zei: "Op de Tijgerkopklif woont een gevaarlijke tijger, durf je die te verzwelgen?"
Jaar antwoordde weer: "Dat kost me geen enkele moeite!" En in één hap was ook de gevaarlijke tijger opgeruimd. Toen ze daarvan hoorden zijn de giftige slangen, de woeste leeuwen en gevaarlijke tijgers uit de bewoonde wereld weggevlucht om hals over kop een schuilplaats te zoeken in de woeste gebergten en oude wouden, en tot op de dag van vandaag wagen ze het niet daaruit te voorschijn te komen.
Grote Maker maakte zo gebruik van de macht van Jaar om af te rekenen met de giftige slangen, woeste leeuwen en gevaarlijke tijgers. Daarna voer hij, op de rug van Jaar gezeten, ten hemel, want Grote Maker was een onsterfelijke.
Bij zijn vertrek gaf Grote Maker de mensen de opdracht om ieder jaar met Oudjaar stroken rood papier aan weerszijden van de huisdeur te plakken om te voorkomen dat Jaar zou ontglippen naar de wereld hier beneden om opnieuw onheil te veroorzaken - want Jaar was voor niets zo bang als voor de kleur rood.
En zo plakte later iedereen op de laatste dag van het jaar rood papier aan de deur en nog weer later gingen ze op die beide stroken rood papier zegenwensen schrijven en dit werden de "gepaarde coupletten". En op Nieuwjaarsdag wenst men elkaar geluk als uiting van dankbaarheid dat men niet door Jaar was verzwolgen. Dit gebruik is overgeleverd van de ene generatie op de andere.
Kerst is maar juist voorbij en we tellen al af naar het Nieuwe Jaar
2007
Oud of nieuw om ' t even. Een einde is er niet en geen begin. De tijd holt door van eeuw naar eeuw en in zijn spoor sluit God - een voetstap in de sneeuw - ons kleine leven in.
Laat je woord nooit ondersneeuwen, vries je droom niet in, al zijn we slechts een druppel in de stroom van eeuwen, dit leven heeft een doel en zin! Laat een kerstster branden hoog op een torenspits, je draagt zijn Licht in eigen handen, als een kracht, een vuur,een gids! EMMY SWERTS
DE LIEFDE GEEFT NIET OM SCHONE SCHIJN. ZE DOET ZICH NIET BETER VOOR DAN ZE WERKELIJK IS. ZE WEET DAT ALLE SCHIJN OP EEN ZEEPBEL LIJKT DIE VLUG UITEENSPAT. ALLEEN WAT WAAR IS,DUURT.
Onzekerheid kan 't hart beklemmen wanneer de laatste stappen van het jaar zich mistig verhullen. Moet ik geen andere wegen gaan verkennen die de nieuwe tijd met vreugde kan vervullen? Zo gaat eenieder toch op zoek naar 't licht dat aan de grens zijn oorsprong vindt. Mijn wens voor jou: een hoopvol vergezicht!
Er was ooit een tijd waarin veel mensen dachten dat God hen vergeten was. In Jeruzalem was de boze koning Herodes de baas en het was geen leuke tijd voor de Joden. Op een dag kwam er een engel bij Maria. Hij vertelde haar dat ze moeder zou worden van de Zoon van God.
Maria is verliefd op Jozef. Jozef is een timmerman. Maria werkte hard in hun huisje, terwijl Jozef aan het werk was. Plotseling werd het heel licht. Maria schrok. Het licht kwam van een engel. "Wees maar niet bang, Maria", zei de engel. "Ik ben een boodschapper van God en ik kom je iets fijns vertellen." Maria kon geen woord uitbrengen en luisterde naar de engel. "God heeft jou uitgekozen om de moeder te zijn van een heel bijzonder kind. Je zult voor hem zorgen, maar als hij groter wordt, zal hij er voor alle mensen in de wereld zijn. Hij zal zorgen voor liefde en vrede voor alle mensen." Als de engel weg is, laat Maria haar spullen liggen en gaat op zoek naar Jozef.
Toen het kindje van Maria bijna geboren moest worden, kwam er een boodschapper van de keizer van Rome. Hij zei dat iedereen naar de stad van zijn vader moest gaan. De keizer van Rome wilde namelijk tellen hoeveel Joden er in Israel woonden. Maria en Jozef moesten op reis naar Bethlehem, want daar woonden hun vaders. Toen ze daar na een lange en zware reis aankwamen, waren alle herbergen vol. Na lang zoeken vonden ze gelukkig een stal waar ze mochten blijven slapen. Hier, tussen de ezels en koeien, kreeg Maria het kindje Jezus. Ze wikkelde het in doeken en legde het in de kribbe, een voederbak voor dieren.
Herders
Buiten was het al donker en koud. De herders waren buiten met hun schapen. Ze warmden hun handen bij een vuurtje. Plotseling werd het licht. De herders keken op en zagen een engel. Hij zei: "Schrik niet, herders. Ik kom jullie goed nieuws vertellen." De herders, die anders nooit zulke bijzondere dingen meemaken 's nachts, zijn verbaasd, maar ze luisteren. "Er is een kind geboren in Bethlehem, een bijzonder kind. Een kind dat vrede zal brengen in de wereld. Het is geboren in een stal. Een grote ster zal jullie de weg wijzen."
Ineens stonden er heel veel engelen. Het hele veld werd verlicht. De herders genoten zichtbaar. Zeker toen dat hele engelenkoor ook nog eens prachtig begon te zingen. "Gloria in excelsis Deo." Geweldig was het. Toen de engelen waren verdwenen, gingen de herders meteen op pad. Op weg naar Bethlehem, naar dat bijzondere Kind. En in dat stalletje in Bethlehem vonden ze inderdaad het kindje Jezus. Ze vertelden aan iedereen wat er was gebeurd. En de mensen waren heel blij, omdat ze nu wisten dat God hen toch niet in de steek had gelaten.
Wijzen uit het oosten
Ook drie wijzen uit het oosten waren op zoek naar het kindje Jezus. Zij hadden gehoord dat Jezus als hij groot was koning van de Joden zou zijn. Zij vonden de stal in Bethlehen doordat er vlak boven deze stal een grote, schitterende ster aan de hemel stond. De drie wijzen gaven Jezus mooie cadeaus: goud, wierook en mirre.
Ondertussen had de slechte koning Herodes ook van het koningskind gehoord. Hij stuurde soldaten naar Bethlehem om het dood te maken. Gelukkig was Jozef 's nachts door een engel gewaarschuwd en kon hij op tijd naar Egypte vluchten met Maria en Jezus.
Pas toen de boze koning dood was, gingen ze weer terug naar Nazaret. Jezus groeide hier op en werd koning van de Joden.
k Heb menig uur bij u gesleten en genoten, en nooit en heeft een uur met u me een enklen stond verdroten. k Heb menig menig blom voor u gelezen en geschonken, en, lijk een bie, met u, met u, er honing uit gedronken; maar nooit een uur zo lief met u, zoo lang zij duren koste, maar nooit een uur zoo droef om u, wanneer ik scheiden moste, als de uur wanneer ik dicht bij u, dien avond, neêrgezeten, u spreken hoorde en sprak tot u wat onze zielen weten. Noch nooit een blom zo schoon, van u gezocht, geplukt, gelezen, als die dien avond blonk op u, en mocht de mijne wezen! Ofschoon, zoo wel voor mij als u, - wie zal dit kwaad genezen? - een uur bij mij, een uur bij u niet lang een uur mag wezen; ofschoon voor mij, oschoon voor u, zoo lief en uitgelezen, die rooze, al was t een roos van u, niet lang een roos mocht wezen, toch lang bewaart, dit zeg ik u, t en ware ik t al verloze, mijn hert drie dierbre beelden: u dien avond - en - die rooze!
je kunt met je ogen naar een ster de afstand is in lichtjaren jij staat hier de ster staat daar en verder kan ik het niet verklaren
wie langer in de nacht blijft turen - een nieuwe maan geeft nieuwe sterren - ziet steeds meer lichtjes die dan gluren een lichtje valt soms of eentje vlucht
met je ogen kan je blijven stijgen klimmen en klimmen naar de hoogste ster je bent in de lichtjaren gemeten met verstilde adem precies zo ver
wel eens een ster een klok horen luiden? dat zijn niet eens van die vreemde geluiden het is maar zachtjes voor de atheist ik weet heel soms dat Jezus er is .
Nu zal het wel gauw gaan sneeuwen, dan worden de wegen wit. Dan rijden de drie kamelen, waarop elk een koning zit. Door een woestijn van eeuwen, vol boosheid en gevit. De herders liggen bij nachte, te waken op het veld. Bij hun schaapjes met witte vachten, een engel heeft het hun verteld. Dat Jezus niet langer kon wachten, want de wereld moet hersteld. Wat herders en koningen hopen, het maakt geen verschil: 'Men kan het geluk niet kopen, maar voor goede mensen een goede wil'. Gaat de hemel eenvoudig open, en dan wordt alles stil. Alleen wie het kwade begeren, die mogen niet binnen gaan. De hemel is daar voor wie leren, de goedheid te verstaan. Die de mensen door ons ontberen, als wij hebben kwaad gedaan. Door een woestijn van eeuwen, vol boosheid en gevit. Rijden de drie kamelen, waarop elk een koning zit. Nu zal het wel gauw gaan sneeuwen, en dan wordt de wereld wit.
Victor Nauts Henri Smet Maurice de Waele Voor hun Vaderland gevallen op het veld van eer.
Florentinus Vermeire Geboren te Burght den den 29 Mei 1894 en gesneuveld op het veld van eeraan den Yzer den 10 Augustus 1915
August Augustien Smet Geboren te Temsche den 19 Juli 1889 en als Krijgsgevangenen gestorven te Vlissingen(Holland) den 10 November 1918
Léon-Camiel De Coster geboren te De Pinte den 26 Februari 1890 gesneuveld en begraven te Oplinter den 18 Augustus 1914
Hector De Cleene geboren te Doel den 1 Mei 1893 gesneuveld den 30 Juli 1917 op een verkenningstocht voor Diksmuide
Petrus Blommaert geboren te Kemzeke den 21 November1895 op 't eereveld gesneuveld bij den Yzer den 22 September 1915
Burggraaf Raphaël du Parc geboren den 8 Februari 1896 gesneuveld 4 Maart 1918
Aardbeistoet 1956 Links Lisette
Eerwaarden Heer Petrus-Bernardus De Keyzer Licenciaat in de Godsgeleerdheid -Eerekanunnik van St Baafs Alg Bestuurder der Zusters Franciscanessen v. Gent- Ridder in de Leopoldsorde- Bestuurslid van de Priestermissiebond; geboren te Sint-Laureins op 23 April te Gent overleden op 5 April 1940