Alcohol in de 19de eeuw
Biotechnologie in volle evolutie
Van 3 juni tot 4 november 2012
In de 19de eeuw bereikt de Belgische jeneverproductie ongekende
hoogten. De Belgische stokers nemen actief deel aan de eerste
industriële revolutie. Vrij vroeg introduceren ze stoomgeneratoren,
stoommachines en de stookkolom van Cellier-Blumenthal, die het
distilleren niet alleen continu maar ook energiezuinig maakt. Nieuwe
goedkopere grondstoffen zoals suikerbieten, suikerbietmelasse en
aardappelen doen hun intrede. Stokers gaan te rade bij eminente
wetenschappers als Dubrunfaut en Pasteur en tijdens het laatste kwart
van de 19de eeuw ontstaan de gist- en spiritusfabrieken die op
grootschalige wijze, meestal uit suikerbietmelasse, goedkope, neutrale
alcohol produceren. Ondertussen kent de goede industriële alcohol of
spiritus ook vele andere toepassingen, niet gericht op consumptie:
verwarming, verlichting, motoraandrijving, geneeskundig gebruik, ...
Professor Eric Van Schoonenberghe, ere-voorzitter van het Nationaal
Jenevermuseum, verrichtte uitgebreid onderzoek dat resulteert in een
tentoonstelling met bijhorende publicatie.
|