xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
De tien Engelen,
Jibriel, leraar der Profeten, en Boodschapper van Allah,
Altijd is hij verschenen, vanuit het Walhalla,
Met boodschappen, die kwamen van de Heer,
Voor de mensheid, bracht hij de waarheid, steeds weer.
Mika'iel, zorgt voor regen, en brengt rizq,
De brenger van het goede een groot gewin,
De armoede, doet hij bestrijden,
En schulden, laat hij verdwijnen.
Raqieb, schrijft de goede daden op, van de mens,
Tijdens jouw leven, is hij er permanent,
Niets wat hem ontgaat, in je leven,
Zorg ervoor, dat je veel goeds, hebt te geven.
Atied, schrijft de slechte daden op, van de mens, Net als Raqieb, is hij bij jou permanent,
En schrijft dat op, wat je niet wenst,
Het zal tegen je getuigen, je weet het wel.
Malik al Mawt, de Engel des Doods,
Hij komt, je weet dan het is je dood,
Niets in het leven, kan je tegen houden,
Ik hoop, je hebt goede daden, op kunnen bouwen.
Monkar en Nakir, de ondervragers in het graf,
Vragen naar je daden, die je hebt vergaard,
Alles komt hij over je te weten,
En echt, je bent niets vergeten.
Israafiel, de aankondiger van, Yawm al Qiyaama,
Hij zal de bazuin blazen, op de laatste dag, En iedereen, die het horen zal, in het heelal,
En Allah zal zeggen, waar je wonen zal.
Maalik, bewaakt de poorten, van de Hel, Samen met 19 voogden, en hij zegt,
Tegen de Goddelozen, je zult hier eeuwig blijven,
En bij hem, zal nooit een glimlach, op zijn mond verschijnen.
Redwaan, bewaakt de poorten, van het Paradijs.
Alleen de oprechte gelovigen, laat hij toe tot het rijk,
Omdat zij Allah, in dien hebben geëerd,
En zich van sjeitan, hebben gekeerd.
|