En wanneer Allah zal zeggen: "O Jezus, zoon van Maria,
hebt gij tot de mensen gezegd: 'Beschouwt mij en mijn
moeder als twee Goden naast Allah,'? zal hij antwoorden:
"Heilig zijt Gij! Ik zou nooit kunnen zeggen, waarop ik
geen recht had. Indien ik het had gezegd zoudt Gij het
zeker hebben geweten. Gij weet, wat in mijn innerlijk is
en ik weet niet, wat in U is. Gij zijt de Kenner van het
onzienlijke. [ 5 - 116 ]
xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
O Jezus, zoon van Maria,
Ik was slechts een Profeet, om alleen Allah te dienen,
Mijn verering, was bij Allah, om daden te verdienen,
Nooit heb ik tegen de mens gezegd, ik ben Gods zoon,
Het was de Satan, die sprak, zijn leugenachtige woord.
Nooit heeft de mensheid van mij gehoord, aanbid mij,
Maar, enkel alleen, Allah, hoe leugenachtig kunt u zijn,
Hoe hebben je handen, deze leugens, kunnen schrijven,
En je tong laten praten, om je van zonden, vrij te pleiten.
Wie heeft van mij gehoord, aanbid mijn lieve moeder,
Zij was een moeder en vrouw, en deed enkel het goede,
Hoe kunnen jullie zeggen, wij hebben Goddelijke gave,
Wij konden vanuit onszelf niets, en deden Allah vragen.
Nooit heb ik een zieke kunnen genezen, met mijn kracht,
Vroeg altijd Allah, of Allah, hem, of haar, genezing bracht,
Alleen Allah, beschikte over het leven, en over de dood,
Allah gaf mij de kracht, nadat ik bij Allah, hulp genood.
Ik ben enkel gezonden door Allah, zoals alle Profeten,
Om u te vertellen, Allah is één, en heeft geen meerdere,
Aanbid alleen Allah, zodat uw zonden worden vergeven,
Maar niet mij, daarover, heb ik geen kennis gekregen.
Het is de Satan die u doet volgen, maar u ziet het niet,
Maar op de dag der opstanding, ziet u, wie u voor liegt,
Kom tot bezinning, en volg Gods woord, in de Qoraan,
Het is de enige waarheid, voor elk mens, hier op aard.
|